Te water en te land

Bengt Berg, Aku Markub. Onder Olifanten en Reuzenvogels. Vertaling van Rinke Tolman. - Den Haag, Leopold's Uitgevers Mij. 1928.

HET is nog niet zoo lang geleden, dat het eerste boek van Berg, getiteld ‘Met de trekvogels naar Afrika’, in Nederlandsche bewerking verscheen. Thans ligt dit nieuwe boek, eveneens van jacht- en filmavonturen in Afrika verhalend, overvloedig met de fraaiste foto's geïllustreerd (op de volgende pagina's vindt men er enkele) vóór mij. Ook ditmaal zorgde Rinke Tolman voor de vertaling, welke wederom uitnemend geslaagd is.

Aku Markub is de Arabische naam voor den merkwaardigsten vogel der wereld. Berg zag een gebalsemden reuzenooievaar in het museum van een professor in Bonn, weinig vermoedende, dat hij spoedig levende exemplaren zou aanschouwen in het land van den Witten Nijl.

Men denke nu echter niet, dat zoo'n reisje naar het land van den Witten Nijl zonder eenig bezwaar kan geschieden. In Opper-Egypte bestaan geheel andere toestanden dan in de streek, waar moderne stoomschepen en luxueuse sneltreinen, voorzien van slaap- en restauratierijtuigen van het nieuwste model, het reizen even comfortabel maken als in het hartje van Europa. De jachten filmexpeditie bewoog zich door een land ‘vol van gruwelijke en verschrikkelijke verhalen, een land, waar de savanna's wemelen van sluipende, dreigende wilde dieren, waar plotseling de duisternis valt, waar krokodillen, zoo lang als het vaartuig der bruine mannen, in den schemer aan den oever opduiken en menschen en vee in de rivier sleuren, waar een kudde olifanten het slapende dorp kan wekken met haar zwaar gestamp door de armelijke aanplantingen in het oerwoud en waar een gezelschap reizigers soms 's ochtends bij het wakker worden merkt, dat een van hen weg is, zonder een ander spoor na te laten dan een paar bloedige resten van kleeren, die hangen aan het doornenbosch vlakbij en de breede voetprent van een panter in de asch van het gedoofde kampvuur.’

Temidden van deze onherbergzame wildernis, waar de tropische zon met hare verzengende stralen op aarde een ondragelijke hitte verwekt, geplaagd door muskieten en verontrust door wilde dieren, heeft de expeditie bestaande uit Berg, den Schotschen majoor Ross en verschillende inlanders, haar werk verricht. Spannende jachtavonturen op paard-antilopen en op panters, wisselen

[p. 236]



illustratie
Een lawine van olifanten

af met beschrijvingen van geduldwerkjes als het fotografeeren van vogels, waarbij dikwijls urenlang moest worden gewacht alvorens men er in slaagde een goede opname te verkrijgen. Berg slaagde er in schitterende foto's te maken van Aku Markub of den reuzenooievaar, welke zich in ondoordringbare moerassen ophoudt, een vogel uit den oertijd, die achter gebleven is, een verschijning uit denzelfden vreemden tijd, toen er nog draken in de lucht en reuzensauriers op de aarde leefden. Het portret van dit gedrocht moge trouwens voor zichzelf spreken; men zal wel zonder meer gelooven, dat het niet geraden is het te naderen tijdens den broedtijd.

Zooals de ondertitel van het boek reeds doet uitkomen, zou de expeditie zich ook onledig houden met het filmen van olifanten. Berg is er inderdaad in geslaagd prachtige foto's van die sterk in aantal achteruitgaande diersoort te verkrijgen en wel temidden van een omgeving, welke door haar ontoegankelijkheid de olifanten behoedt voor totale uitroeiing. Berg was in staat een grooten troep van deze reusachtige dieren van nabij waar te nemen. Zijn indruk is, dat de olifant een zachtaardig dier is, dat liever iemand, die hem kwaad heeft gedaan, uit den weg gaat, dan kwaad met kwaad te vergelden. Nog sterker drukt hij zich uit, door te verkondigen, dat ‘het in verhouding tot zijn krachten meest op aanvallen beluste, onvreedzaamste, arglistigste en gruwelijkste van alle dieren ter wereld, is het roofdier mensch en onder de hoogere dieren der wereld, die zich met hem kunnen meten, zal men nauwelijks een schepsel kunnen vinden, dat in elk opzicht zoo'n contrast met hem vormt, als de olifant.’

Minder zachtaardige dieren zijn de krokodillen en cobra's. Fraaie foto's van deze geïncarneerde duivelsche machten illustreeren het boek. Ik aarzel niet om ‘Aku Markub’ nog interessanter te noemen dan ‘Met de trekvogels naar Afrika’. Majoor Ross, die over een groote mate van koelbloedigheid beschikt, toont een merkwaardig teekentalent te bezitten. Verschillende zijner schetsen verluchten het boek.

 

F.S. BOSMAN