Inleiding tot een uitgeverscatalogus
Voor de dezer dagen te verschijnen: Catalogue des Editions d'art publiées par A.A.M. Stols, schreef ik de volgende korte aanteekening, welke hier in het Nederlandsch wordt afgedrukt.
IK heb alleen maar vertrouwen in menschen en ondernemingen die langzaam groeien, breeder en grooter wordend. Daarom heb ik vertrouwen in Stols en zijn fonds.
Alexander Stols is te Maastricht geboren als de zoon van een degelijk en bekwaam boekdrukker, wiens werk, zoo uit een oogpunt van smaak als techniek, tot het goede in Nederland moet worden gerekend. Hij is opgegroeid in een atmosfeer van drukinkt, hij is van kind af aan in nauw contact geweest met een vak, waarvan de tradities in Nederland, misschien meer dan elders, steeds met eerbied bewaard zijn gebleven. En deze omgeving van zijn jeugd heeft hem definitief gevormd. Toen hij, na zijn middelbare studiën in zijn geboortestad voleindigd te hebben, zich Het inschrijven als student in de rechten aan de Amsterdamsche Hoogeschool, droeg hij met zich mede het verlangen om, zoo spoedig als zijn middelen hem dit toelieten, zelf een typografisch werk, naar eigen inzicht te realiseeren. De nieuwe typographie in Holland werd en wordt nog sterk beïnvloed door twee voortreffelijke kunstenaars: den ouderen S.H. de Roos, verbonden aan de Lettergieterij ‘Amsterdam’, den jongeren J. van Krimpen, sindsdien aesthetisch adviseur van de aloude zaak der Enschedé's te Haarlem.
Geen enkel ernstig werker is aan den invloed van die twee voorgangers ontkomen. En Stols, met zijn sterk gevoel voor een traditioneele ontwikkeling, ging dan ook uit van wat door hen verworven werd.
Zijn eerste boekje was een plaquette, gedrukt in de Roos' Hollandsche Mediaeval-letter, bevattende een klassiek stuk proza: Vondel's Aenleidinge ter Nederduitsche Dichtkunste. (Maastricht 1922).
Hoewel hierin de persoonlijkheid van den jongen typograaf zich nog niet volledig kon uitspreken, ontdekten de kenners er al reeds dadelijk twee kapitale eigenschappen in: een zuiver begrip voor typografisch even-
wicht en de liefde voor een goeden duurzamen zuiveren tekst.
Van dit debuut, bescheiden en eerlijk, af, ontwikkelde Stols zich snel en met een verblijdende natuurlijkheid. Hij experimenteerde, om een steeds eigener vorm te vinden, maar zonder één oogenblik te vervallen in de ongezonde extravagances, welke juist in de laatste jaren de normale ontwikkeling der boekkunst zoozeer geschaad hebben.
Met hier en daar, steeds zeldzamer, een vergissing, kan men, het oeuvre van Stols overziende, zeggen, dat er een gestadige stijging in te bespeuren is en dat hij, getrouw aan de beginselen, welke reeds aan zijn eerste proeven ten grondslag lagen, gekomen is tot een gevarieerde en toch door een persoonlijkheid gebonden, relatie. De variatie wist hij te bereiken, doordat hij, vertrouwende op zijn aangeboren goeden smaak, zich vrij wist te houden van alle bindende dogmata.
Hij zocht en zoekt nog steeds naar rijker combinaties, naar vollediger uitdrukkingsmiddelen en toch weet hij aan al zijn boeken een zoo sterk karakter te geven, dat men deze - ondanks hun verschillen in conceptie en bewerking - dadelijk als van zijn hand herkent.
Tegelijk met de typografie diende Stols met liefde en offervaardigheid de letteren van zijn vaderland. Naast enkele klassieken, verschenen in zijn fonds werken van de belangrijkste jongere en jongste dichters en prozaschrijvers. Hij wachtte niet af, tot het publiek hen aanvaardde. Hij nam, met opgewektheid, de soms zoo ondankbare taak van baanbreker en gangmaker op zich. Spoedig gevoelde Stols de behoefte om het veld van zijn werkzaamheid uit te breiden door de keuze van buitenlandsche texten.
In 1923 verschenen zijn Shakespeare's Sonnets. En in 1924 zijn eerste Fransche editie: Sonnets de Louise Labé, in 1925 gevolgd door La Deffence et Illustration de la Langue Françoyse, door Joachim de Bellay. In dit jaar werd ook op de Exposition des Arts Décoratifs te Parijs zijn werk met den Grand Prix, de hoogste onderscheiding, bekroond.
Wanneer men thans in dezen catalogus het werk van zes jaar bijeen ziet, en men bedenkt, dat dit alleen de Fransche edities bevat, terwijl daarnaast tallooze andere werken in de Nederlandsche, Engelsche en Duitsche talen het licht zagen, dan staat men verbaasd over zooveel moed, energie en doorzettingsvermogen.
Deze catalogus toont ons verder Stols' voorkeur voor goede texten. Men behoeft slechts de namen der auteurs te lezen om te zien dat er een onafgebroken zorg en een juiste kennis der verhoudingen bij de keuze voorzitten, terwijl zijn uitgaven van Scève, Racan, Labé, du Guillet duidelijk bewijs zijn van zijn moedige genegenheid voor de litteratuur; Stols vraagt niet in de eerste plaats naar de verkoopskansen van een boek, maar naar de innerlijke waarde. En deze laatste bepaalt zijn keuze, ondanks de groote risico's aan dergelijke edities verbonden.
Ondertusschen vervolgde Stols zijn universitaire studiën, eerst te Amsterdam, vervolgens te Leiden, tot hij, medio 1927, tot het inzicht kwam, dat het onmogelijk was de studie en de uitgeverij, die zulk een omvang genomen had, te vereenigen.
Zijn innerlijke drang bepaalde de keuze. Hij was uitgever geboren en hij zou uitgever blijven. Enkele schreden van het einddoel, verliet hij de juridische faculteit. Bevrijd van deze wetenschappelijke zorgen begon een nieuwe periode van ijverigen arbeid in dienst van typografie en litteratuur. De resultaten hiervan zijn nog maar voor een gering deel in dezen catalogus te ontdekken. Deze kunnen eerst in den loop van dit en de volgende jaren volledig beoordeeld worden.
Tegelijkertijd verliet Stols zijn vaderland. De omvang van zijn Fransche fonds, zijn belangstelling voor Engeland, dwongen hem een gemakkelijker gelegen centrum voor zijn actie te zoeken.
Brussel was de aangegeven plaats, waar hij, op slechts enkele uren afstand van de Maastrichtsche drukkerij en zijn kantoor aldaar, in nauw contact kon komen en blijven met zijn Fransche, Belgische en Engelsche relaties.
Deze catalogus, welke u thans wordt voorgelegd, toont, hoewel hij slechts een gedeelte van Stols' fonds bevat, duidelijk aan, wat in betrekkelijk korten tijd bereikt kan worden door de constructie van enthousiasme, bekwaamheid en ondernemingsgeest.
En daarvan te getuigen is een groot genoegen voor iemand als ik, die van den aanvang af deze gelukkige carrière van zeer nabij heb mogen volgen.
J. GRESHOFF