Mémoires van tijdgenooten I

GEDENKSCHRIFTEN vormen een aantrekkelijke, maar uiterst gevaarlijke lectuur! Ze geven bijna altijd een levendig en gevarieerd beeld van het intieme leven in den tijd van hun ontstaan, maar ze eischen tevens een onafgebroken critische contrôle. De schrijvers zoeken geen litteraire effecten, hetgeen een winst voor de lezers beteekent; maar zij zijn meestal onkundig van de problemen en methoden der historische wetenschap, waardoor ze zelden of nooit geheel betrouwbaar kunnen worden genoemd. Bovendien hebben zij, bewust of onbewust, altijd de neiging om hun beeld in een fraai belichte, gunstige positie te plaatsen, om zichzelf voor het nageslacht te rechtvaardigen of om zich een beslissenden invloed op de ontwikkeling der gebeurtenissen toe te kennen. Wanneer men dit algemeen verschijnsel nu maar duidelijk waargenomen heeft en men verstaat de kunst om weerstand te bieden aan de verlokkingen van een meesleependen verteltrant, dan zijn de mémoires van voorgangers en tijdgenooten een vrijwel onuitputtelijke bron van genot en leering. Meer dan ooit vertoont zich in Frankrijk heden ten dage de behoefte om zich in herinneringen en autobiografieën, op een zeer directe wijze, uit te spreken. Ik heb hier voor mij staan de gedenkschriften van Francis Jammes, van René Ghil, van Léon Daudet, van Maurice Talmeyer, van André Antoine, van Louis Dimier, van Willy, van Antoine Albalat, van Graaf Robert de Montesquiou-Fésensac, van Markies Boni de Castellane, van Marguérite Moréno, van Francis Carco, van George Beaune, van Henri de Bruchard, van Ernest Reynaud en nog vele anderen. En al deze boeken zijn in de laatste jaren verschenen! Welk een afwisseling, zoowel in de persoonlijkheden der schrijvers als in de gebeurtenissen, welke hun aandacht vroegen. Wat al verschillen in opvatting en zienswijze, in interpretatie der feiten en stijl van leven en schrijven. Wanneer men al deze boeken, geleid door het toeval, door elkaar leest, als ik dat deed, dan sticht men in den eigen geest een verwarring, welke in den aanvang onoplosbaar schijnt. Maar in den loop der tijden heeft er, bijna onbewust, een schifting en groepeering plaats. Het essentieele bezinkt, tegenstellingen worden verklaard en opgeheven, redelijke combinaties cristalliseeren zich. En op het eind heeft men zich een vrijwel aaneengesloten beeld van een tijdperk en een milieu gevormd. Wanneer zich dit proces voltrokken heeft, dan is de tijd tot herlezen aangebroken. Ik ben nu hiermede begonnen en ik stel mij voor om mijne ervaringen hierbij geregeld te boek te stellen, ten bate van hen die er prijs op stellen een indruk te krijgen van het geestelijk en maatschappelijk leven

[p. 222]

in Frankrijk, gedurende een periode, welke men gemakshalve met den naam ‘Entre deux Guerres’ begrenzen kan. Verreweg het belangrijkste zijn de twee kapitale deelen van Daudet's ‘Souvenirs’, om de persoonlijkheid van den schrijver, om de plaats welke hij heeft ingenomen en nog inneemt, om de milieu's waarin hij verkeerde, om de relaties welke hij door zijn vader en zich zelf verwierf, door de gebeurtenissen, waarin hij een rol speelde, door den breeden opzet van zijn werk, en last not least, door den vurigen, spiritueelen en sterk beeldenden en scherp karakteriseerenden stijl van schrijven. Maar Daudet's herinneringen, juist door hun rijkdom en door de hartstochtelijke wijze waarop ze ons verteld worden, zijn een typisch voorbeeld van wat ik noemde: gevaarlijke lectuur! Wanneer men niet voortdurend op zijn qui vive is, wordt men onherroepelijk meegesleept door de stroomende kracht van zijn overtuiging, door de warmte van zijn woord en door de charmes van zijn zuidelijke persoonlijkheid. Doch dan gaat men ook in de bekoringen en het genot verloren! Want Daudet is van een verbitterende eenzijdigheid. Hij is een partijganger en wil niets anders zijn.

Als de man uit één stuk, die hij is, staat hij met al zijn faculteiten en al zijn drift achter de beginselen welke hij beleidt. Uit zijn liefde en haat, uit zijn hoop en vrees maakt hij een dramatisch beeld van het verleden, dat, ondanks zijn afkeer van de romantiek, uit de verte aan een schilderij van Delacroix doet denken. Het is niet mogelijk om tegenover Léon Daudet onverschillig te blijven. Men heeft hem lief met al zijn dwaze élans en al zijn wilde antipathieën, òf men haat hem juist om zijn mateloosheid en zijn luidruchtige manier van doen en spreken. In Nederland zal men van nature geneigd zijn om zich van hem af te wenden; want er is een groote afstand tusschen zijn exuberanten geest en onze critische nuchterheid, onzen afkeer van uiterlijk vertoon. Wanneer men er prijs op stelt om rechtvaardig te zijn, moet men trachten dezen afstand door den wil tot begrijpen te overbruggen. Dat is niet moeilijk. Want Daudet heeft één eigenschap, welke ook wij boven alles stellen: het vermogen om eindeloos lief te hebben; en één eigenschap welke ook wij, goddank, weten te waardeeren: een levende, levenwekkende intelligentie. Een naar geest en gemoed fijngeorganiseerde, daarbij uiterst voorzichtige,

illustratie
Foto Hennebert, Brussel
Het graf van Emile Verhaeren aan de Schelde te Saint Amand


nobele Nederlander als wijlen dr. Byvanck, een man wiens buitengewone zedelijke en geestelijke qualiteiten in het buitenland, helaas, meer gewaardeerd werden dan bij ons, heeft met Daudet een jarenlange trouwe vriendschap onderhouden. Dat wil wat zeggen. Byvanck, die zelf wars was van alle drukte, uiterlijkheid, van alle vertoon en alle groote woorden; die zelf, als wetenschappelijk man, zijn woorden wist te wikken en te wegen, Byvanck heeft achter de publieke persoon van Daudet, welke hem lang niet altijd sympathiek kon zijn, de echte warmte des harten, de mannelijke teederheid, de actieve geesten zielskracht gevoeld en gewaardeerd. Wij moeten, zonder de hoogte van een Byvanck bereikt te hebben, trachten hetzelfde te doen. Wij moeten Léon Daudet leeren kennen, om te weten waar wij hem volgen kunnen en waar wij verplicht zijn om ons tegen hem te wapenen. Eerst dàn kunnen wij uit zijn ‘Souvenirs’ het volle genoegen en het volle profijt trekken.

J.J. VAN VOORNE