Necrologie
Georges Eekhoud †
EEN der allerbelangrijkste figuren der Belgische letterkunde is met Eekhoud heengegaan. Hij was een Vlaming in hart en nieren, geboren in 1854 te Antwerpen. Zijn gróótste boek is ‘La Nouvelle Carthage’. Voor ons blijft zijn naam verbonden aan dien van
Georges Eekhoud
onzen onvergetelijken dichter Jacob Israël de Haan, die aan ‘Een Nieuw Carthago’, ‘Antwerpsche Libertijnen’ en ‘Escal Vigor’ (drie hoofdwerken van Eekhoud) uitvoerige paraphraseerende gedichten wijdde.
* * *
Melati van Java †
Te Noordwijk is op 74-jarigen leeftijd overleden mej. Marie Sloot, beter bekend onder haar schuilnamen Melati van Java en Mathilde. Meisjesboeken, Indische en historische romans vormden haar oeuvre, dat in zijn tijd een groot, geestdriftig publiek gevonden heeft.
* * *
Marc Lafargue †
Vijftig jaar oud overleed te Toulouse Marc Lafargue, bibliothecaris van de gemeentelijke boekerij aldaar. Hij was een te veel verborgen, levendig en helder dichter, een sierlijk elegisch talent; dat men leert kennen uit zijn bundel: ‘l'Age d'Or’ (uitgegeven bij de Mercure de France). Lafargue, die schatrijk was en grootgrondbezitter, was intiem bevriend met den beeldhouwer Aristide Maillol, den musicus Déodat de Sévérac en den, eveneens te vroeg
gestorven en te weinig gekenden, dichter Emmanuel Delbousquet.
Hierbij een gedicht uit zijn bundeltje ‘La Belle Journée’, gepubliceerd in 1922, gedichten uit 1908 bevattende:
* * *
Jerome K. Jerome †
Jerome K. Jerome, de bekende schrijver van Three Men in a Boat, en andere verhalen, is in een ziekenhuis in Northhampshire overleden aan de gevolgen van de beroerte, die hem onlangs getroffen had.
* * *
In de N.R.C. lezen wij van blijkbaar deskundige zijde de volgende korte karakteristiek van dezen populairen schrijver:
Jerome K. Jerome werd geboren in 1860 en had een moeilijke jeugd. Hij is jaren lang, totdat zijn boeken en tooneelstukken hem een ruim inkomen brachten, klerk geweest en heeft veel armoede geleden. In zijn vrije avonduren schreef hij novellen, opstellen en satiren, die evenwel nooit door tijdschriftredacteuren werden aangenomen. Een versregel uit Longfellow bracht hem op de gedachte, zijn ervaringen als tooneelspeler in een verhaal te verwerken, en zoo kwam hij er toe, zijn eerste boek te schrijven. De welbekende Idle Thoughts of an idle Fellow volgden en werden goed verkocht, ofschoon de critici ze vulgair noemden. Voor een theater-blad schreef hij vervolgens Stageland, door Bernard Partridge, den knappen teekenaar uit Punch, geïllustreerd. Een wereldnaam verwierf Jerome zich eerst door zijn Three Men in a Boat. Met den schrijver vormden Harris (Carl Hentschel), die de fotogravure in Engeland invoerde, en George (Wingrave), nu bank-directeur, het driemanschap, dat wel herhaaldelijk op de Theems ging roeien, maar nooit de avonturen beleefde, welke Jerome zoo geniaal grappig beschrijft. Eenige ervan werden in een spoorwegcoupé verteld door drie heeren, die van een vacantie op de rivier terugkeerden; en de jonge schrijver besloot, nadat hij het gesprek had moeten aanhooren, een nieuw boek te maken. Het zal voor velen een teleurstelling zijn te hooren, dat Montmorency, de snoode foxterrier, met zijn hemelsche onschuld-oogen, nooit heeft bestaan. De weerbarstige tent, welke het leven van de kampeerders tot een marteling maakte; de man, die bij ongeluk in het water gleed en toen voorwendde, dat hij bedoelde te gaan zwemmen; de kleeren, die na het wasschen door krimpen onbruikbaar waren; de kwelling van de vruchtenblikken, die niemand kon openen; de hond, die ruzie kreeg met een kater en met een theeketel - dit alles heeft Jerome aan het toevallig gehoorde gesprek ontleend. Three Men was dadelijk een ontzaggelijk succes, en het zou den schrijver onder de nieuwe wetsbepalingen miljoenair gemaakt hebben. Hij heeft later getracht meer boeken van dezelfde soort te schrijven, maar The Diary of a Pilgrimage, dat een reis naar de passiespelen te Oberammergau beschrijft, en Three Men on the Bummel, het verhaal van een fietstocht door het Zwarte Woud, missen den uitbundigen natuurlijken humor en de droge geestigheid, waarin men ten onrechte cynisme heeft gezien. Jerome heeft een roman gemaakt, Paul Kelver, en een aantal tooneelspelen, waarvan The passing of the third floor back wel het beste is. Doch het publiek zag den schrijver nu eenmaal als een grappenmaker en het ging hem als Penley, den acteur, die zich bitter beklaagde, dat iedereen al brulde van het lachen, als hij aan tafel maar om den mosterd vroeg.
Met Jerome is een der kostelijkste humoristen van de vorige generatie heengegaan. Zijn werk was weinig literair en aanvankelijk zelfs tamelijk onbeschaafd, maar diep menschelijk en toch ook specifiek Engelsch. Hij dreef op een huiselijke manier den spot met onze kleine onvolmaaktheden, zijn eigene incluis, met onze valsche schaamte, naïeve aanstellerij, kinderachtige leugens, malle aanwensels en stokpaardjes. Hij kon de meest alledaagsche gebeurtenissen, de allergewoonste voorwerpen op absurde wijze beschrijven, die iedereen aan het lachen maakte. In zijn handen werd een komische anecdote een kunstwerkje. Hij was geen schepper in het groteske, maar werkte met een vrij eenvoudig procédé en het nederigste materiaal - hetgeen hem, ondanks tallooze navolgingen, niemand met succes heeft nagedaan. Onbegrensde overdrijving bij het vertellen van feiten en karakter-typeering door ironie waren zijn geliefde kunstgrepen. In zijn jeugd had hij een stijl, hortend, sloom-komisch, gemeenzaam, maar doeltreffend en geheel persoonlijk. Er was veel practisch levensinzicht in zijn humor verwerkt en een inslag van ietwat sentimenteelen weemoed is in al zijn vroeger werk te zien. Hij heeft duizenden met zijn onschuldige scherts gelukkige uren gegeven en de halve wereld gedenkt hem in vriendschap en dankbaarheid.