[p. 779]
Meretricula
Haar ziel lag met het lijf in korte veete
Tot bei verdorden, voor het gif gezwicht.
Bijslaap à la minute heeft kwaad gesticht:
Wie haar tot maat neemt, wordt Dood
toegemeten.
Haar amber vleesch riep als de rosse maan
Weemoed en wulpschheid bij de zwervers
wakker
En pronkend voor haar raam trok menige
stakker
Royale naaktheid ritsig uit zijn baan
Om zich in haar omhelzing te vergeten,
Die rood bedropen door het schemerlicht
Momenten schiep als flitsende kometen
Van laaie lust... Nu is haar flets gezicht
Verfomfaaid als haar schoot, ach, en ontdaan
Laat een verdwaalde gast haar hempje dicht.
Matth. Giroldi