[p. 380]

Ambrosia

 
Vervoer mij tot de rozen
 
uw dalen zijn te schoon
 
kristal, kristal bevrozen
 
ik ga in bloem en toon
 
 
 
aan 't oeverveld gedreven
 
de nimbuskring alleen
 
o stille vlam, doe beven
 
de lelie om ons heen
 
 
 
hier is de Min geboren
 
hier is het lichaam stil
 
de Vogel zal wel hooren
 
als ik verbranden wil
 
 
 
bewaar mij in de stralen
 
bewaar mij in het dal
 
de avondwinden dwalen
 
mijn lief is overal
 
 
 
het water onbevaren
 
de sterren ongezien
 
ik kan ze niet meer baren
 
voor ik uw aanschijn dien
 
 
 
ik heb u niet verloren
 
ik vouw mijn oogen dicht
 
in blauwe slapen boren
 
de speren van het licht
[p. 381]
 
de nachtegaal, de rozen
 
- o hart van wonden diep -
 
geen uchtend zal verblozen
 
wijl ik u niet ontliep
 
 
 
de bruiloft is begonnen
 
de jaren zijn verdaan
 
veel klaarder dan een zonne
 
ben ik weer opgestaan

Jan Engelman