E. du Perron
aan
M. Roelants
Bellevue, [10 augustus 1934]
Bellevue, 10 augustus.
24 av. du 11 Novembre.
Beste Maurice,
Jan van Nijlen wordt spoedig 50 jaar. Je weet dat hij erg schuw is voor banketten en dergelijk eerbetoon; maar wij kunnen iets voor hem doen dat hij erg prettig zal vinden, en waarover ik wel eens met hem gesproken heb. Hij zou graag zijn gedichten uitgegeven zien in een behoorlijk gedrukte maar gewone editie, niet duurder dan fl. 2,50, bijv. als De Roos van Jericho of in het genre van de uitgaven van Van Dishoeck. Alleen voelt hij er niet voor dat Sander ze uitgeeft, omdat het dan volgens hem is of er niets gebeurt en omdat Sander het groote publiek toch niet bereikt. We zouden een uitgever moeten warm maken als Nijgh, Querido, of zelfs Van Dishoeck, maar deze laatste doet niet veel meer in den laatsten tijd.
Zou jij er niet over willen praten met Zijlstra, die voor jou zeker veel meer doen zal dan voor mij? Je bent ook verder de aangewezen man hiervoor: èn om je bewondering en oude vriendschap voor J.v.N., èn omdat je zelf een van de ‘meest vooraanstaande’ schrijvers van Vlaanderen bent. De bedoeling is dus om een keus te doen uit alle gedichten van J.v.N., gebaseerd op die bloemlezing van mij, Heimwee naar het Zuiden, maar alleen tot en met De Lokstem. De Vogel Phoenix wil hij liever in een lateren bundel doen, met een event. herdruk van gedichten die binnenkort zullen uitkomen in een luxe-uitgaafje bij Enschedé. J.v.N. zal de keuze zelf doen; wschl. iets uitgebreider dan Heimwee; misschien zal hij ook den titel van dien bundel (dien niemand kent) behouden. Je kunt hem over dit alles zelf raadplegen, als we tot resultaten komen – liever niet eerder, gegeven de schichtigheid van onzen mijnheer Van Nijlen in gevallen als dit. – Ik denk dat de bundel hoogstens 5 vel wordt; hij zou dus uitstekend kunnen in de poëzie-reeks van ‘De Waelburch’, waarin ook Berijmd Palet van Vestdijk opgenomen werd.
Schrijf mij even of ik op je hulp kan rekenen en wat er anders gedaan kan worden, als het met Zijlstra niet lukt. Misschien een Vlaamsche uitgave? Maar de heer van Nijlen is moeilijk; als het niet naar zijn zin is, laat hij alles weer bij het oude. Hij is er (is mij uit gesprekken met hem gebleken), alléén op gesteld als de uitgave nu heelemaal niet meer het karakter heeft van bestemd te zijn voor een kleine kring – waarin hij groot gelijk heeft: ik ken geen dichter die meer kans heeft om ook den ‘gewonen’ lezer te bereiken dan hij, en gek genoeg is het zijn fatum geweest om de meest weggeborgene te zijn van allemaal. Misschien kunnen jij en ik, en Herreman en anderen, er ook wat aan doen om hem eindelijk de plaats te bezorgen die hem toekomt, ook onder de Hollandsche en Vlaamsche ‘jongeren’, als de bundel in zee gaat. Ik heb de handen vol, maar wil hier graag alles voor doen wat ik kan.
Hartelijke groeten van je
E.
Origineel: Antwerpen, Letterenhuis