E. Bouws
aan
E. du Perron +
Antwoord
Ik heb je met die omslachtige uiteenzetting lastig gevallen omdat jij blijkens de ervaring de eenige medewerker was, die niet op de hoogte scheen te zijn. Het spijt me dat ik, ongewild, bij herhaling je misnoegen heb gewekt; is het niet beter dat we nu maar schluss maken? Ik heb er genoeg van om voortdurend in deze atmosfeer van misverstanden te verkeeren, het verpest de herinnering aan de vele goede uren die ik in je gezelschap mocht doorbrengen.
Aangezien mijn aanblijven als secretaris dus een verdere medewerking van jou uitsluit zal ik moeten aftreden; ik zal ten spoedigste met Menno en Zijlstra overleggen. Stuur mijn brief van Zaterdag aan Menno ter inzage.
E.
+Concept-antwoord op DP's brief 4160 van 13 juni 1932. DP gaf Ter Braak op 19 juni 1932 (Bw TB-DP 1, p. 241) het volgende commentaar: ‘Het ultimatum van Bouws was inderdaad “smartelijk”, maar “kwaad” is hij, tegenover mij althans, heelemaal niet geweest’. DP's antwoord aan Bouws is niet teruggevonden, zie Bw TB-DP 1, p. 241.