E. du Perron
aan
M. ter Braak
18 april 1932+
voortreffelik schilderij, werd voor de heer H. een openbaring. Ik zou niet geheel durven zeggen of het een schilderkunstige is; ofschoon Baudelaire ook hier aan te pas komt, het onderwerp ligt buiten de literatuur. De heer Hiegentlich die slechte, maar ietwat ‘speciale’ verzen schrijft - niet speciaal genoeg overigens om ze niet op te nemen als ze niet zo heel slecht waren - onderging hier misschien een openbaring buiten iedere kunst: de rustende Venus van Willink heeft brede heupen maar een knapenlichaam, zij is een Venus die bij Zeus zelf desgewenst Ganymedes vervangen kan.
E.d.P.
+Fragment bij 4154.