E. du Perron
aan
L.F. Jansen
Garoet, 23 oktober 1937
Garoet 23 October 1937 ('s avonds)
Beste Leo,
Allereerst: doe geen verdere moeite voor de tikkerij. Ik heb hier een mannetje gevonden dat voor 5 cent per bladzij (kleine bladzij) tikt. Ik lever schrijfmachine, papier en carbon-blaadjes. Het lijkt misschien wat onderbetaald, maar hij kan heel wat aan me verdienen. Als je me het manuscript van Agatha enz.4973 zendt, kan hij de boel naarstiglijk alvast overtypen in 3 exemplaren. Verder zien we dan wel. Ga dus vooral naar Binnerts, wees lief tegen Maria, vraag naar het manuscript - of ligt dat op ‘kantoor’? - en zendt het mij. Voor Veersema voel ik niets; tenzij ik hem heel goed kennen leer en van het tegendeel overtuigd raak, lijkt me dat iemand om iedereen te verraden.4974 (Ik kan me vergissen, maar ik waag het er liever niet op). De ontzetting van die Unie-mannen4975 had overigens een kind kunnen voorzien. Ik begreep er dan ook al niets van en nam aan dat B. zulke enorme sommen met hen verrekent, dat ze wel alles voor hem zouden moeten doen. Maar je ziet... zelfs Djempol vangt soms bot. Hieronder een paar regeltjes die ik krabbelde in antwoord op dat mooie gedicht van George Kettman, de N.S.B.-dichter, met die mooie slotregel, je weet wel, van: ‘Dan komen wij. Wij durven jullie haten.’4976)
Ik heb het aan Ter Braak gezonden.4977) Er is kans op dat het ergens (als stem uit Indië) geplaatst wordt. In Het Vaderland zou het beste zijn.4978) - Wat de ‘jij’-toon betreft, ik breek met mijn gewoonten om mijn tegenstander als ‘de heer X of Y te qualificeeren, als het ennes- bejers betreft. Ik zal ze Sjors, Jan of Lui noemen, al betrof het Van Duyl4979 in persoon. Die schoeljes werken op mijn standsgevoel! Jij met je vage sympathieën voor ze moet me dit maar vergeven. Op deze kant schrijf ik een ‘Nocturne Garoetienne’ voor je op, die ik eergisternacht dichtte: mijn eerste poeëm sinds jaren, mijn eerste gedicht in Indië (mijn eenigste misschien) en mijn derde Indische gedicht, alles bijeengenomen (de twee andere zijn: Kolonie en Mystiek Terrein en staan in den bundel4980) Daarom niet zóó mooi.
‘De stad’ mag veranderd worden in ‘het dorp’. Als je het misschien wilt overtikken, om ook in den bundel te plakken, maak er dan nieuwe spelling van! Bep is hier nog altijd even moe, en zelfs niet in staat om een behoorlijk boek te lezen. Wat in die omstandigheden van al haar Bataviasche plannen te recht moet komen... Ik voorzie een eindelooze sukkelhistorie. Misschien doe ik verreweg het beste, om in zulke omstandigheden, het heele Batavia-plan op te geven, en òf iets in Bandoeng te zoeken òf gewoonweg terug naar Europa te gaan. Nu kan het nog, later misschien niet meer. Eerlijk gezegd verwacht ik niets van Batavia. Als ik alleen was zou ik alles op een heel andere manier aanpakken en waarschijnlijk ook niet naar het Archief gaan; maar dat is nu eenmaal niet zoo. - Praat over deze dingen vooral niet met allerlei theetantes, en antwoord er mij ook maar niet op. Als er iets definitiefs gebeurt, hoor je het wel. Eén ding is zeker: als ik naar Europa terugga, heb ik in ieder geval een reëel contact met het ‘nieuwe Indië’ weer achter mij. En ik ben er dan wel van overtuigd dat ik niet alle mogelijkheden geprobeerd heb, maar met smart verlaten doe ik het in geen geval. Met het oog op het ‘boek’ dat ik er nog over schrijven moet, zou het misschien beter zijn als ik maar nu ging: dan hoefde ik geen boek over Indië te maken, dat toch ‘niemand’ lezen zal (een soortement variatie op Bas Veth4981 is onnoodig!), en ik kon mijn subjectieve afrekening in twee of drie hoofdstukken vatten, apart of in een ander boek vervat. - Tot nader. Hartelijke groeten van ons allebei.
Je E. du Perron.