E. du Perron
aan
J. Greshoff
Tjitjoeroeg, 15 september 1937
Tjitjoeroeg, 15 Sept. 1937.
Beste Jan,
Op dit stuk schrijf ik over praktische dingen. Zou je me nl.
a. | kunnen bezorgen: 1 ex. van elk deeltje van Ursa Minor, of, als dat te veel gevraagd is, in elk geval (desnoods ‘tegen kostende prijs’) een ex. van Atlantische Balladen van Hendrik de Vries. Ik zal erover schrijven voor het Bat. Nwsblad.
Wil je aan Sander vragen (zeg hem dat ik hem spoedig schrijven |
b. | zal): De Pen op Papier en Pierrot a/d Lantaarn, - nogmaals, - want ik gaf mijn exx. weg aan een heer A. van der Ven hier, journalist en groot bewonderaar van Nijhoff, die erover schrijven wou. Dat komt Sander dus ten goede. |
c. | Verder: vooral 1 ex. van jouw Gedichten (nieuwe uitgave), waarover ik ook schrijven wil voor 't Bat. Nwsbl.
Wat zou Sander (voor Kaleidoscoop) of jij (voor Ursa Minor) denken van de volgende bloemlezingen die ik nog steeds hier heb: |
d. | 1. Bloeml. uit Adwaita, door Vic en mij gemaakt; hierbij moeten nog een paar ‘nagelaten verzen’ komen. Samen 9 vel. Me dunkt dat het best zou kunnen dat dit een succes werd voor Kaleidoscoop, net als jouw verzen. |
e. | 2. Bloeml. uit Albrecht Rodenbach, door mij. (3 vel.) |
f | 3. Bloeml. uit Paul van Ostaijen's gedichten door mij - onder den titel Barbaarse Dans e.a. ged. (4½ vel.) Dit is misschien toch wel iets voor de Ursa, of moet het ‘onuitgegeven’ werk zijn?4904 |
g. | Verder zou ik graag zien wat er eig. afgedrukt is van dat stuk van mij over Schoonheyt's Boven-Digoel* (in Kunst en Kultuur meen ik dat je zei), en een bespreking van een ‘bataviaschen roman’ van zekeren heer Tuinzing, in De Groene.4905 (Behalve Gr. Ned., wat Vaderlanden van Menno en wat N.R.C.'s die een paar vriendinnen van Bep haar zenden, zie ik gewoon NIETS meer.) |
h. | Van Sander hoorde ik dat mijn Mikrochaos goedk. editie in een oogenblik uitverkocht was. Dit geeft weer wat hoop: misschien ben ik toch een verkoopbaar auteur, mits voor een billijk prijsje op de markt gebracht! Echte ‘intellectueelen’ zijn arm. Alleen bankiersvrouwen verslinden ongestraft Fabricius. Zeg Sander, als je hem om die exx. vraagt, dat ik hem spoedig uitgebreid schrijven zal. Maar ik voel voorloopig niets voor een herdruk van mijn verzen. Misschien later eens, als er wat bij gekomen is. Maar, eerlijk gezegd, vind ik dat Sander maar geen oude dingen van mij moet herdrukken; hij heeft nog rommel genoeg van me. Als er nog eens schoon schip gemaakt kan worden zou ik later alles bijeen willen brengen bij Querido, als die ervoor te vinden zou zijn. Maar dit is absoluut ‘toekomstmuziek’, en Q. voelt er misschien nooit voor. Toch wil ik die gedichten van me nu maar een tijdje ‘uitgeput’ laten. |
i. | Zou je me nog een ex. willen laten zenden van het Augustus-nr. van Gr. Ned.? Ik heb je één abonné aangebracht, Mr. C. Binnerts, die er verrukt van is (hij vroeg ook den heelen jaargang 1936, op mijn raad, en vindt ook die ‘dik in orde’) en misschien komt er spoedig nog één: Dr. L.F. Jansen, groot en bijna exclusief ‘perronist’! Ik bewerk hem zachtkens, maar hij heeft eig. al ja gezegd. (Hij wordt alleen gekweld door het idee van een koelinstallatie in zijn kamer, die fl. 1000. kost, en die hem, voor Batavia, noodiger lijkt). |
j. | Maar dit als rappel: zend mij het boek van Saks als het uitkomt en doe er dan bij: die langgevraagde en nooit ontvangen Mult.-bloemlezing van de uitgeverij Pegasus. Dan doe ik die tegelijk af.
Je zult zoo'n lijstje wel bar vervelend vinden - en te recht - maar in Indië voel je je in een oogenblik compleet van alles verstoken, en het is ook net of wat je verwacht nooit komt - zelfs als 't al onderweg is. |
k. | Last not least: ik schreef je eens over zakgeld voor Gille. Wil je ervoor zorgen, of Jean de Sturler vragen, ervoor te zorgen dat hij iets van zakgeld krijgt. Ik hoorde niets van hem. Zijn Jean en Pepi ook de stad uit? Moet ik spoedig weer nieuw geld zenden? |
4904Geen van de drie door DP genoemde bloemlezingen is uitgegeven.
*Ik kreeg wel (gisteren) f 7.50 van K. en Kult., maar waarvoor? Voor 't art. of voor de teekeningen? Ik zond nl. ook nog 2 teekeningen voor een nr. van ‘auteurs-teekenaars’.
4905In de rubriek ‘Bibliografie’. In De groene Amsterdammer van 11 september 1937 (niet in Vw). Over A.J.P. Tuinzing, De moeilijke weg naar het goede einde, Bataviasche roman. Amsterdam 1937.