E. du Perron
aan
G.O. Tissing
Tjitjoeroeg 29 januari 1937
Tjitoeroeg, 29 Jan. '37.
Beste Adé,
Ik ben terug uit Lebak - d.w.z. uit Rangkasbetoeng, waar de Havelaar zich vnl. heeft afgespeeld. Je bent een rotvent dat je niet schrijft. Ik heb al een heel stuk over Multatuli gepend, hoopen dingen doorgewerkt, etc, maar een briefje van jou, homaar! Ik ga op deze manier gelooven dat onze correspondentie ook door allerlei sbyrren4450 wordt geremd!
In ieder geval, voici. Ik ga den 31en naar Bandoeng en ben dan bij Douwes Dekker, d.w.z. Lembang,4451 paal 4½. D.w.z. 1 KM. van de gemeentegrens, en het huis staat rechts als je van Bandoeng komt, 70m. roodebladen-pagger achter wit hekwerk. Zegt het je iets? Mòcht je dien zondag vrij zijn en mij willen zien, scharrel me daar dan op. Maandag 1 Februari ben ik 's morgens vrij; ik ga dan wschl. naar Nix4452 en naar Dolf de Grave4453 (Riouwstraat 213) en 's middags eerst naar Erna (Dagoweg 62). 's Avonds is dat diner in Preanger Hotel. Den volgenden dag (Dinsdag) de trouwerij,4454 dus dan ben ik totaal ‘bezet’, en onmiddellijk daarna gaan wij terug. Maar mocht je me alleen Dinsdag kunnen zien, probeer het dan tusschen 12 en 1 bij Erna, dan is het eigenlijke gedoe afgeloopen en wschl. zitten wij daar dan nog.
Kom anders zoo spoedig mogelijk hierheen. Maar geef eerst tee-ken van leven! Ik heb hier Graffiti voor je (van mijzelf), maar heb dat ook maar bij de andere boeken gelegd. Het is al een enorm pak! Tot ziens, of wat?
Hartelijk je
E.
Heb je mijn stok?