E. du Perron
aan
G.O. Tissing
Parijs, 3 juli 1936
Parijs, 3 Juli.
Beste Adé,
Het is hier ‘leeg’ sinds je vertrek,4255 en ik maak er dan maar gauw gebruik van om weer van allerlei op te krabbelen. Gelijk hiermee zend ik je het ontbrekende deel Couperus. Verder schreef ik aan 3 uitgevers om je al mijn boekjes te zenden; je krijgt nu (als ze allemaal hun plicht doen):
Van Stols:
Een Voorbereiding (2e druk, die van jou is uiterst zeldzaam geworden, er zijn er misschien maar 70 exx. van in omloop, want ik heb de grootste hoop ‘gedoeroekt’)4256;
3 dln. Cahiers van een Lezer (zijnde: 1. Voor kleine Parochie; 2. Vriend of Vijand; 3. Tegenonderzoek);
Bij Gebrek aan Ernst (definitieve druk: hierin staat nl. géén poëzie, en de verhalen zijn met 2 of 3 vermeerderd);
Mikrochaos (dit is mijn volledige poëzie tot dusver gebundeld - er is nog wel een klein bundeltje hierna, maar dat is nog niet uit. Hierin staat ook heel Parlando, en zelfs verbeterd).
Van Van Kampen4257:
Nutteloos Verzet (2e druk, vermeerderd met één verhaal);
Uren met Dirk Coster.
Van Querido3:
De Smalle Mens.
Ga maar niet de heeleboel achter elkaar lezen, want dan krijg je misschien een indigestie van me en lust om niet meer in Parijs te komen.
Laat wat hooren. Heel hartelijke groeten van Bep en een hand van je
E.