E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Parijs, 28 mei 1935
Parijs, Dinsdagavond.
Beste Freddy,
Ik kan je schrijftempo alweer niet bijhouden. Dus kort antwoord.
Dank Wim v.R. voor zijn brief, en zeg hem dat ik later nog eens schrijven zal. In elk geval is deze lezing - hoe ‘gewaagd’ ook - waarschijnlijk; oneindig meer dan die van ‘Betty’. Maar tenslotte is àlles best (dood is dood!)
Misschien heb je gelijk wat dat ‘toeval’ betreft; althans voor zoover het de vrienden betreft, heb ik inderdaad geen klagen. Maar... er zijn natuurlijk ook honderden menschen die Heverlé en Wijdenes ontmoet hebben, zonder dat het tot vriendschap kwam; en bovendien was bij Wijdenes het toeval al niet zóó toevallig meer. Kortom, ik mag hier zeker niet klagen; maar jij beschikt niet over alle gegevens... - Nu voor Rudie, al zijn deze namen van geen belang: Junius = Jordaan; Odinga's = Tissings inderdaad; Rudie van Geen = Ferdy de Grave (op dit oogenblik in Holland).
Ik denk er niet over mijn foto in zoo groote overvloed over Holland uit te storten! Dus, met of zonder rijkdom, met of zonder kroepoek, enz., er wordt niet nabesteld, niet gehandteekend over revers, enz.; en de 2 afdrukjes die Rudie en jij bezitten blijven in hun - overigens zeer relatieve - waarde gehandhaafd. - Ik woon overigens niet met die fotograaf op één atelier, maar op de 4e verdieping van een huis, waar ook, op de eerste, een fotograaf woont. Dàt is het ‘raadsel’, eenvoudig genoeg.
De 2 beloofde kiekjes kan ik intusschen niet vinden. Ze zijn bij het verhuizen wschl. zoo goed opgeborgen dat ik er niet achter kan komen waar ze zijn. Maar ik vind ze natuurlijk nog wel.
Die ‘eerste uitgave’ van de prospecti werd door een vergissing van Q. gemaakt en is belachelijk. Ik spreek daarin over mijzelf als ‘du Perron’, en er staan fouten in*; de kwestie is dat hij een tekst noodig had en dat ik die in Bretagne inderhaast voor hem gemaakt had, met het verzoek mij nog een proef ervan te zenden. Inplaats daarvan liet hij - zònder mij dus een proef te zenden - de boel afdrukken, waarna ik mocht constateeren dat hij mij sprekend had opgevoerd! Als hij mij dat gezegd had, zou ik een héél andere tekst geleverd hebben; nu heb ik erop gestaan deze tekst te corrigeeren, maar de afspraak was dat hier niets van gebruikt zou worden. Doe mij dus het plezier die 25 exx. niet te gebruiken en Q om 25 goede prospecti te vragen; zoo kort mogelijk en zeggend dat ik mij ertegen verzet heb. (Je mag er ook bij zetten dat mij immers gezegd was dat hiervan niets verspreid zou worden, maar maak er geen lange brief van!)
Later meer. Ik kom zoo van de ital. tentoonstelling en moet nog andere brieven schrijven.
Met hartelijke groeten, ook aan Rudie,
je EduP.