E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 3 december 1934
Parijs, Maandag.
Beste Jan,
Ik ga straks ‘op’ de trein. Mijn adres in Bretagne is: Hôtel du Manoir, Le Roselier-en-Plérin, près Saint-Brieuc, (Côtes-du-Nord).
Ik wou je vragen of je mij dat boekje niet bezorgen kunt over Paul van Ostaijen dat door Burssens geschreven zou worden,3471 als dat tenminste uitgekomen is. Als je dat niet weet, zou je er navraag naar willen doen? (Uitgeverij ‘Avontuur’, of zooiets, Wilryck-Antwerpen; - ik ben met Burssens gebrouilleerd.) Ik heb ook nooit dat boekje gekregen, dat jij wel bezat, meen ik, met allerlei kleinere kritieken en ander proza erin; Self-Defense, Diergaarde, Kluwen van Ariadne, enz. Kan je me dat in ieder geval bezorgen? Misschien ben je niet eens meer gesteld op je eigen exemplaar; zoo ja, kan je het dan niet voor me koopen, dat lijkt me nog het makkelijkste. Kan je ook informeeren of ze nog andere dingen van P.v.O. hebben uitgegeven? Ik wil er ook best over schrijven, in Gr. Ned. of Forum. Doe dus je best om mij over dit alles zoo compleet mogelijk in te lichten; als je het adres van Burssens kunt krijgen kan je hem zelf schrijven misschien.
Dank voor al de moeite. Stuur me brieven en boekje(s) naar Bretagne.
Veel hartelijke groeten, ook aan Atie en van mijn gade, een hand van je
E.
Schrijf me toch eens of jij Awater ook zoo ‘obsedeerend, gespannen’, enz. vindt als Jany. Ik ben wschl. idioot, maar ik vind het voor 50% goed, voor 25% aanstellerij en voor de andere 25% flauwekul.