E. du Perron
aan
A.A.M. Stols

Parijs, 1 juli 1934

Parijs, Zondag.

Beste Sander,

De proeven van Fleurs de Marécage zal je allang gekregen hebben; misschien zijn ze al aan het afdrukken? Stuur je mij dus 1 ex. en 1 ex. aan Pia, of 2 aan mij, als dat gemakkelijker voor je is? Veel dank vooruit. Krijg ik dan ook nog 1 ex. van Yoeng Poe Tsjoeng van je? (nièt van Het Lente-eiland, zooals ik schreef, dat was een vergissing).

Het is hier onmenschelijk warm; ik kom tot niets en heb iederen dag hoofdpijn. En de kranten kondigen iederen dag een toegevoegde portie aan van ‘Phebus' vyer’. Che calamitá!

Het beste met je klaverblad-nering, hartelijke groeten + een hand van

je E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie