E. du Perron
aan
J. van Nijlen

Bellevue, 10 juni 1933

Bellevue, Zaterdagmiddag.

Beste Jan,

De bezigheden met Pia zijn Donderdag begonnen en vandaag in vollen gang. Wij verzenden prospectussen die zoowat in alle postkantoren van Parijs moeten worden neergelaten: 12 pakken per dag. Maandag kunnen de eerste bestellingen binnen komen, en dan komt nog het verpakken van de boeken zelf, en het aangeteekend verzenden daarvan, bij de rest. Het wordt voor Bep en mij dus een kwestie van wennen; ik moet alles hierop instellen, de eerste maanden zeker. Tijd noch lust voor lezen en schrijven, vooreerst; als we 's avonds thuis komen, vooral met die dagelijksche treinreis Bellevue-Parijs en retour, zijn we ‘rijp’, of liever ‘gaar’ voor het bed.

Later zal het zich wel schikken, denk ik.

Ingesloten een prospectus. Als er een ex. overschiet, zend ik het je. Anders moet je het mij maar niet kwalijk nemen. Pia lijkt me ditmaal nogal zuinig, en il y a de quoi. Ook zijn laatste geld is in deze onderneming gegaan. Als het mislukt, zijn we ‘geklut’, zooals jullie zeggen.

Ik zend je tegelijk hiermee Golovleff maar, + een boek van de N.R.F. dat je houden mag, en dat je misschien bespreken kunt. - Ik heb met Golovleff niet de minste haast; zend het me terug tegelijk met Maulnier en Goena-Goena, als je alles op je dooie gemak gelezen hebt. Ik kom er vooreerst toch niet toe, deze dingen in te kijken.

En nu nog iets. Ik had je portret met baard in een enveloppe gedaan met een brief voor Menno, aan wien ik dat mooie portret wou laten zien; ik schreef hem in den brief dat hij dat portret vooral omgaand terug moest sturen. Nu antwoordt hij dat het niet in den brief zat, en hier is het ook nergens te vinden. Ik bedenk nu dat ik den brief in een andere enveloppe heb overgebracht, omdat ik er nog iets bij moest schrijven; wschl. heb ik dus niet gezien dat het portret in de eerste enveloppe is blijven steken, en heb ik het met die enveloppe mee verscheurd! Het is erg stom, maar nu kom ik je toch vragen om het mij te vergeven en mij een nieuw ex. van het portret te zenden, zonder hetwelk ik niet meer kan leven. En laat het er dan precies zoo uitzien als dit, d.w.z. lichtelijk vergroot, zwart en mat. Bij voorbaat veel dank en nogmaals excuus.

Hartelijke groeten, ook van Bep,

je Eddy

Inderdaad, het verhaal van Slau2765 is veel minder dan de goede verhalen uit Schuim en Asch. Hij schreef nog een ander verhaal, dat nòg veel zwakker was. Tant pis. Het is minder erg dan de briefjes die hij óók schrijft aan den drol Borel.

Annie en Arthur zijn weg - zéér tot ons verdriet.

2765‘De dood van Dutrou Bornier’. In Forum 2 (1933) 6 (juni), p. 417-428.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie