E. du Perron
aan
G.H. 's-Gravesande

Bellevue, 15 april 1933

Bellevue, Zaterdag 15 April.

Beste 's Gravesande,

Dank voor je prompt antwoord. Van verkoeling tusschen jou en mij geen sprake, wat zou dàt voor een dwaasheid zijn?! Maar die directeur2666 van jullie is héél raar; eigenlijk een personage voor een roman, maar vervelend in het gebruik, als men met hem samen moèt werken. En Schilt mag een brave man zijn, maar hij lijkt mij flink karakterloos. Enfin, misschien ook al uit noodzaak. Ik heb het gevoel dat ik de rest van mijn leven zal doorbrengen met het ontmoeten van schavuiten zonder éénige allure of van brave lieden die ‘om den broode’ karakterloos zijn. De vraag is alleen nog maar voor mij: wanneer ik er zelf toe zal gaan behooren (tot categorie 1 òf 2, of de twee tegelijk misschien). -

Maar deze keer ontgaan we het dan nog. Mijn vrouw heeft Schilt geschreven in den zin dien jij zelf aangaf; het zou haar après tout ook spijten. Maar hoe dan ook, voor minder dan fl. 10. per brief (van gemiddeld meer dan een kolom) is het niet te doen voor ons. Schilt vindt allicht 5, 6 anderen die het voor minder doen willen en zich vereerd voelen bovendien. Jammer dat wij er niet zoo over kunnen denken. Wij wachten met gematigde belangstelling het antwoord af; tè gematigder naarmate we weten dat we in laatste instantie dus toch niet met Schilt maar met dien directeur te doen hebben. Het is jammer (dit nu echt) dat je mededeelingen tot de ‘redactiegeheimen’ behooren, anders zou ik graag tot afscheid eenige woordjes aan dien directeur willen schrijven. Kan je den man niet wat rattekruid toedienen, ook in je eigen belang en in dat van Schilt? Wat is het eigenlijk voor een pallurk?

Ik houd er hier mee op, omdat wij nu maar weer met frissche kracht onze lectuur gaan verorberen, die omgezet kan worden in copy voor andere afzetters (dit woord is volkomen correct en niet als argot bedoeld, het komt nl. van ‘afzetgebied’). Mijn vrouw zendt je haar vriendelijkste groeten; een hand van je

EduP.

P.S. Wanneer komt toch die bloemlezing2667 uit van Greshoff met bibliographie van jou achterin? Ik snak naar dat precies honderdvoudige en bonte spektakel!

Is het niet mogelijk om dat portret van Vestdijk en mij2668 weg te laten - of althans mij op dat portret? Het is niet om het een of ander, maar ik heb werkelijk te véél met mijn smoel in Den Gulden Winckel gestaan. Vestdijk kan trouwens wel een beter portret van hemzelf voor de gelegenheid insturen, vind ik, en dat versje (dat niet zoo bizonder is) heeft nu nèt gestaan in Helikon. - De Uren met Coster zullen je worden gestuurd zoodra het boek officieel uit is, wschl. begin Mei. Ik gaf je Kijkduinsche adres op, dat vond jijzelf toch ook beter?

2666E.A.L. de Lang.
2667Kent uw dichters! Honderd gedichten van honderd dichters, Een poëtisch stalenboek. Met een inl. van J. Greshoff en een bibliografie van G.H. 's-Gravesande. Amsterdam 1933.
2668Bij ‘Een onderhoud met S. Vestdijk’ van 's-Gravesande in DGW 32 (1933) 376 (april), p. 63-66 was een foto van Vestdijk en DP afgedrukt, en het gedicht ‘De twee vrienden’ dat Vestdijk bij dit portret had gemaakt (eerder verschenen in Helikon 3 (1933) 3 (maart), p. 33. Zie voor de foto E. du Perron (Schrijversprentenboek 13). Amsterdam 1969, p. 32.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie