E. du Perron
aan
J. Greshoff

Bellevue, 21 maart 1933

Bellevue, Dinsdag.

Beste Jan, Vandaag eerst gaan de 30 blzn. naar je toe, omdat ik gisteren geen tijd meer had voor het aanteekenen ervan. - Ik schreef een uitgebreide brief aan Van Kampen, dat ik hoopte dit boek in Juni uiterlijk klaar te hebben (± 350 blzn) en wat hij mij ervoor in voorschot dacht te kunnen geven; ik bood hem ook mijn bundel essays aan. Alles natuurlijk vrijblijvend, voor het geval de crisis erger werd. - Ik krijg vandaag een ontwijkend, lam briefje, van ‘we zullen u wel helpen’ en ‘wat denkt u van fl. 350.- voorschot’? Ik vind dit niet prettig en vrees dat Van K. ook niet de man voor mij is. Zeg of schrijf jij nu niets aan hem, alleen aan mij wat je ervan denkt. Ik ga eerstdaags die koloniale bloemlezing2596 aan Meulenhoff voorstellen, op raad van Arthur, die zegt dat Meulenhoff persoonlijk veel voor Indië voelt; - merk ik dat hij royaler in zijn optreden is dan Van K., dan blijf ik voor de rest ook maar bij hem. Henny had over royaalheid niet te klagen bij Querido, die hem ongezien de romans stevige voorschotten heeft uitbetaald. Van K. lijkt me wel erg ‘voorzichtig’. Enfin...

Schrijf gauw weer.

Je E.

Bep vraagt of je haar wat papier kan zenden met het hoofd van Groot-Nederland, om er recensie-exx. mee aan te vragen.

2596Pas gerealiseerd met De muze van Jan Companjie (1939).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie