E. du Perron
aan
H. Marsman

Gistoux, 19 april 1932

Beste Henny,

Ik ga de 26e van hier weg, blijf dien avond òf in Den Haag òf in Amsterdam - Bep verkeert in een zône van ongezonde ‘belangstelling’, die elke toenadering gevaarlijk maakt - en ben de 27e bij Jany in Bergen, waar ik tot den 30en blijf. Daarna kom ik, als je wil, ook nog wat bij jou logeeren, bv. in de eerste week van Mei.

Moet je mijn paspoort nog hebben? Zoo ja, schrijf me dat omgaand, dan stuur ik je het moois aangeteekend, want ik heb nog een ‘kaart van eenzelvigheid’ om mee te reizen.

En stuur me, please, de vertaling2120 vóór den 26en terug, als het kan. Tot spoedig ziens, hoop ik. Met veel hartelijks, ook voor Rien, steeds je

Ed.

Coster vraagt via Van Loghem en Stols mijn Harde Dood voor de 4e druk van zijn Nieuwe Geluiden. Doen??2121 - Ik ‘haat’ hem niet meer! And yet...

Gistoux, Dinsdag.

2120Wschl. een vertaling van op de echtscheiding tussen DP en Simone Sechez betrekking hebbende stukken.
2121‘Gebed bij de harde dood’ werd in de vierde druk van Nieuwe geluiden (Arnhem 1932) gepubliceerd.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie