E. du Perron
aan
G. ter Braak

Gistoux, 20 december 1931

Gistoux, Zondag.

Lieve Truida,

Ik ben nu 3 dagen in Gistoux terug en ben gisteren toch naar die rechtszitting gegaan, omdat de zaak anders ruïneus voor mijn moeder dreigde te worden. Een oervervelende historie, die bovendien lang duurde, en een pak leugens om er kromme knieën van te krijgen. Het leek weinig op Sawinkov. Ik ben er af gekomen met een boete + schadevergoeding van, alles bij elkaar, 3000 frs. ongeveer. Maar het had 14 dagen of een maand gevangenisstraf kunnen zijn.

Morgen ga ik van hier weg en in een pension in Brussel, dat ik nog zoeken moet. Daar blijf ik dan tot na Nieuwjaar. En dan ga ik naar het Zuiden, of naar Holland terug - misschien wel naar Utrecht - God knows! Zoodra ik weet hoe mijn adres is, zal ik het Menno en Bouws schrijven, met het oog op Forum en de drukproeven.

In Amsterdam ben ik nog even slaags geraakt - op de kinderachtigste manier - met een aangeschoten Nijhoff. Heeft Menno dit fraais nog niet vernomen?

Ik schrijf later wel meer, op het oogenblik ben ik er totaal ongeschikt voor - zooals trouwens meer en meer. Het beste; dank voor je brief, een ferme hand van je

E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie