E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Gistoux, 27 juni 1931
B.F. Gelijk hiermee gaan de Schimmen van Schoonheid terug. Er is voor mij maar één verhaal in dat iets beteekent; het vrij lange De Naumachie. Al die andere brokjes navertelde mémoires en geschiedenis kunnen me gestolen worden. Franciscus van Assisi en Messer Donato zijn daarvan misschien weer de beste, maar ik zou ze toch niet opnemen.
Zend me nu Antieke Verhalen, Van Blanke Steden of de eerste deeltjes van Van en over alles en iedereen. De volgorde doet er voor mij nu niet meer zoo erg toe, ik ben nu wat je noemt ‘wegwijs’ geraakt. En ook wel weer leeslustig.
Annie blijft op verzoek van mijn moeder nog wat hier, om te helpen en gezelschap te houden.
Beste groeten van
EduP.
Gistoux, Zaterdag.
II
Antieke Verhalen gelezen. In aanmerking komen, volgens mij, en om verschillende redenen: Martia (de beste ‘reconstructie’ van een historisch gegeven); Van twee liefdegodjes (een nogal charmant verhaal); en Een Morgen vol anecdoten (dat levendig en nogal grappig is). Als geheel vind ik deze bundel béter dan Schimmen van Schoonheid, ondanks de groteske Ary Prins-achtige omzettingen van de eerste proeven (Adonis vooral). Maar een verhaal als De Naumachie vind ik hier niet. Het beste is, geloof ik, om een of hoogstens twee verhalen hieruit te nemen, voor de variatie toch van C.'s kunnen (èn omdat de verhalen goed zijn). Maak jij maar uit welke.
Ik meen verder je opmerkzaam te moeten maken op zeker ‘gezwel tusschen de beenen’ van den keizer-gladiator Commodus, dat hem misschien ook voor Martia tot een gladiator maakte. Het is gek - ik merk dit ook bij Marsman - dat de beste Hollanders zoo verdomd weinig gevoel voor humor hebben, soms!
In haast.