E. du Perron
aan
J. Greshoff

Brussel, 30 augustus 1930

Brussel, Zaterdag.

Beste Jan,

Jammer! maar ‘affijn’. Tot Woensdag dan maar. Ik was 2 dagen op Gistoux, van waaruit ik je vanmorgen een imprimé zond, bevattende een art. van Vic Vr. over Binnendijk, of beter, over de groep van de Vr. Bladen.1221 Echt soliede kritiek; Vic moest zijn artikelen bundelen. Over den Uyl,1222 basta: Het is wel een héél zielig personage! Pia laat je vragen wat het ook weer voor een boek was dat hij je bezorgen moest, en of hij het voor je moet koopen of alleen je den prijs opgeven.* Breuer is nog steeds niet klaar met ons eerste vel. Bouws komt straks. Verder geen nieuws.

Hieronder eenige verzen van Pia voor mij, naar aanleiding van het verhaal der clairvoyante dat ik hem deed (ik ben het, die sprekend word opgevoerd).

 
De Gistoux si j'étais le maître,
 
J'entretiendrais vingt compagnons:
 
On regarderait les veaux paître,
 
On chercherait des champignons,
 
On entendrait des philosophes;
 
Puis quelques dames théosophes
 
Embelliraient notre soupé.
 
J'Aurais, de papa, l'ectoplasme
 
Déposé comme un cataplasme
 
Sur le rebord du canapé.
 
 
Les armoires seraient hantées,
 
Le parquet craquerait souvent,
 
Les dames seraient éhontées;
 
Les philosophes, décevant
 
Les espoirs universitaires,
 
Tiendraient, dans leurs barbes austères,
 
Des propos, de sens dépourvus.
 
On parlerait de fouterie,
 
De nèfles, de menuiserie;
 
On se noierait dans l'imprévu.
 
 
Des discours bannissant l'emphase,
 
Pour ne point sentir l'avocat,
 
On composerait mal ses phrases,
 
On avalerait l'advocat
 
En même temps que ses syllabes.
 
On aurait des chevaux arabes
 
Et des juments de percherons
 
Qu'on prendrait en photographie
 
Après leur avoir lu Sophie
 
Arnould et le Décameron.

‘Vous pouvez continuer le tableau’, volgt daarop...

Ik laat het hierbij; ik ben erg suf, hebbende weer 2 nachten allerberoerdst geslapen. Ik kreeg ook nog een brief van Jany, met een vrij misselijke opmerking erin, waarop ik per keerende post uitgebreid ben ingegaan1224. (Over Gids en roman van mevr. Nijhoff) Als hij boos wordt, tant pis, maar ik denk toch wel van niet; het zou tè bête zijn! Dat is het zelfs nu al.

Het ‘zelfvertrouwen’ komt al werkende. Ga voort! Ik kreeg van Bijleveld de drukproef van Petrus & Paulus en Bouws komt met deel I van mijn roman; ik ga ook weer eens er aan beginnen! Het beste, en tot Woensdag.

Je Ed.

1225 Dat pakje zal B. wel meenemen natuurlijk.

1221In de NRC van 26 augustus 1930 besprak Van Vriesland de verzenbundel Het andere land van D.A.M. Binenndijk, waaraan hij een karakteriserende terugblik verbond op de groep dichters die zich op de duur groepeerden rondom DVB.
1222Maurits Uyldert.
*Hij laat je ook zeer danken voor het artikel in de Groene,1223 dat ik hem nog sturen moet.
1223Greshoff had voor dit weekblad in een artikel ‘Boeken over Kunst’ de in 1930 verschenen biografische boekjes André Masson en Manolo van Pascal Pia besproken, welke recensie eerst in het nummer van 22 november 1930 werd afgedrukt.
1224Niet teruggevonden (vermoedelijk niet brief 571).
1225Links boven de aanhef.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie