E. du Perron
aan
G. Burssens

Gistoux, 3 mei 1930

Gistoux, Zaterdagavond.

Beste Burssens,

Vanmorgen ontving ik De Monnik waarvoor veel dank - d.w.z. voor de goede zorgen door jou eraan besteed, want over het boek - al las ik er pas een hfdst. of vijf, zes van - hoeven we het niet lang te hebben. Het is kostelik als amusements-literatuur; ik weet alleen nog niet wat men er het meeste in bewonderen moet: de drasties naïveteit van konceptie of het méér dan pittoreske negertaaltje. Naast een boek als dit, begrijpt men eerst recht iemand als Timmermans, die een zo aangeboren pittoreskheid tenminste nog voor een deugd weet te doen doorgaan.

Heeft die brave Brunclair zijn roman bedoeld als moderne literatuur, als literatuur tout court, of als bijdrage tot de geestelike uitspanningen van Jan Rap alias Jan Stinkgraag alias Jan Tenekaas Boven? Demokraties is het zeker genoeg. Wil je het eens inkijken? Je mag het zelfs van me hebben; ik denk niet dat ik er nog één hoofd-stuk verder in kom, de titels van de volgende hfdstukken mogen volstaan. Zo'n boek als dit is werkelijk vernietigend voor de mentaliteit van degeen die het 9 maanden in zich omdroeg: ik noch jij hadden tot dusver kunnen weten dat de heer Brunclair zó'n doorgefourneerde platvoet is, als hij hiermee blijkt te zijn. Heus, daar is een Dekobra geniaal en verfijnd naast en Teirlinck gewoonweg een instituut van klassieke schoonheid.

Van Mme Salti kreeg ik een brief in antwoord op het schrijven dat ik haar van hier zond, vnl. om mij nog te exkuseren over dat onhebbelik korte bezoek. Als wij in Brussel wonen hoop ik haar terug te zien; hier zit ik gewoonweg in een soort verbanningsoord (met komfort).

Willink zal je wel teruggezien hebben? Hij vertrok gisteren (Vrijdag) om ± 2 uur uit Brussel en zal nu wel weer aan de oevers van zijn Keizersgracht zijn teruggekeerd.

In aansluiting op ons gesprek over de surrealisten, kan ik je aanraden te lezen de bundel Corps et Biens van Robert Desnos, waarin een hoop vrij stupide calembours en grapjes voorkomen (genre Péret en Aragon-op-z'n-slechtst) maar ook enige verzen van een grote lyriese kracht: Le Fards des Argonautes en vooral L'Aveugle. Verder een hele partij luchtige strofen, zo'n beetje overal tussen. Het boek is, meen ik, officieel nog niet uit (ik kreeg dit S.P.-ex. van iemand die bij de N.R.F. werkt), maar koop het als het uitkomt; ik veronderstel dat jij er veel plezier aan zult beleven.1114

Van hier als gewoonlik geen nieuws. Tot werken kom ik niet. Zie je geen kans om De Bende van de Stronk van P.v.O. uitgegeven te krijgen, apart? en in een behoorlike uitgave? Ik wil er Stols wel eens over spreken, maar die staat er zelf niet al te schitterend voor en het verhaal is niet zo klein. Wil de Bock het niet voor zijn rekening nemen, b.v. ook met een titelplaat van Floris Jespers? Doe deze mijn groeten en geloof me zelf, als steeds, hartelik je

EdP.

Origineel: Letterenhuis, Antwerpen

1114Vgl. Vw 2, p. 115-116.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie