E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Amsterdam, 12 en 13 januari 1930

Zondagavond.

Beste Wynand,

Met het oog op de spelling is bijgaand sonnet beter dan dat wat ik gisteren verzond.* Gooi dat dus weg en laat dit drukken (als het tot drukken komt).

Verder geen nieuws. Je

E.

- Daarnet kreeg ik je brief, waarvoor dank. Vanaf overmorgen huis ik inderdaad in de Vossiusstraat, no. 45 (vergis je niet in het nommer, zooals je het nu net deed). Ik stel mij voor D.G.W. ook veel voor van de medewerking van Houwink en Donker818, als zoodanig is het stuk van den tweede over den eerste - in het vorig nr. - bijwijze van presentatie - bijna een geniale zet! Van Mien Proost of over dezelve hoorde ik nog minder dan Uwé. Tot nader!

Amsterdam, Maandag.

*Ik bedoel eigenlijk: zooeven.
818Vanaf februari ging Donker de poëzie-en Houwink de prozakroniek verzorgen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie