E. du Perron
aan
C.J. Kelk
Gistoux, 27 november 1929
Waarde Heer Kelk,746
Hoe u te bereiken om te zeggen dat ik nòch Woensdag nòch Donderdag kan? Voor Woensdag is het zeker te laat: het is Woensdagmorgen, voor Donderdag komt deze brief misschien nog op tijd. Als ik Donderdag aankom, zal het over zessen zijn, misschien (dit hangt van iets anders af) kom ik pas Vrijdagmiddag aan (op hetzelfde uur). Laat ons dus afspreken voor Vrijdagavond. Schrijft u mij naar: Willink, Keizersgracht 538, waar ik u Vrijdagavond, na 8 uur b.v. treffen kan. Anders, waar Zaterdagmorgen. Zaterdagmiddag ben ik niet vrij.
Voilà. Mijn excuses als ik u voor niets in de Bodega heb laten zitten. Ik doe mijn best u zoo snel mogelijk te bereiken.
Uw EdP.
Gistoux, Woensdagochtend.
746DP's kennismaking met de auteur C.J. Kelk (1901-1981) vond bijna een jaar voor deze brief plaats, wanneer precies is moeilijk te achterhalen. Kelk zelf zegt hierover in zijn Leven van Slauerhoff(Amsterdam 1959, p. 157): ‘In de winter 1928/1929 gingen wij samen, Slau en ik, op een donkere namiddag naar de woning van de schilder A.C. Willink op de Keizersgracht te Amsterdam om daar voor het eerst Du Perron te ontmoeten’. Vermoedelijk hadden DP en Kelk reeds vóór deze brief schriftelijk contact met elkaar.