E. du Perron
aan
J. van Nijlen

Gistoux, 21 augustus 1929

Gistoux, Woensdag.

Beste Jan,

Veel dank voor den bundel, en voornl. de weidsche en sierlijke opdracht! Maar van het omslag ben ik zéér verschrokken. Ik heb onmiddellijk een brief aan Breuer geschreven met verzoek het andere, gekozen omslag te laten drukken. Wacht dus met verdere verzending tot je dat hebt. Dit is armzalig!

Mijn moeder is zeer in haar schik met haar exemplaar en laat je uitnoodigen tot een spoedige nieuwe verscherping van het heimwee. Zou je niet eens komen als de Greshoven hier zijn? d.i. vanaf morgen (Donderdag).* Slauerhoff gaat morgen of overmorgen weg: naar het Zuiden, i.c. Corsika (een ander schoon eiland).

Hij laat je hartelijk danken voor het hem toegedachte exemplaar. - In het mijne moet je bij gelegenheid de opdracht overschrijven. Die moet volgens mij n.l. achterin, en dan met je vulpen, met paarsen inkt geschreven worden, omdat ik je schrift altijd zóó voor me zie. Ik kom je wel eens in Br. ermee opzoeken (met het ex., niet met den vulpen), of anders, doe het hiér, kom het hièr doen, zoo spoedig mogelijk. De auto is voor minstens 8 dagen ter reparatie, de Gr. komen met den trein; maar als je dat ervoor over hebt...

Nu, oude Jan, tot spoedig en nogmaals dank!

Steeds je

Eddy

Zend mij nog één gewoon exemplaar.

*tot Zondag, meen ik.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie