E. du Perron
aan
A.C. Willink
Brussel, 1 december 1925
Brussel, 1 Dec. '25
Beste Willink,
Dank voor briefje en toezegging van illustraties. Ik blijf liever ‘consequent’. Dus géén letters.
Wat zou je ervan denken om binnenkort weer eenigen tijd in Br. te komen? Je zou je met V. Ostaijen (die belang stelt in je werk) in verbinding kunnen stellen, eenige stukken in zijn zaal - of vóórzaal!! - kunnen exposeeren. - Ik woon vanaf 3 Dec., behalve hier, met mijn zwangere vrouw in de rue Keyenveld, nr. 115. Je kunt me dus ook daarheen schrijven (het is op drie pas van den nieuwen drukker101).* Eenige huizen verder: in nr. 7 woont mijn vriend Tissing, alleen op een tweepersoonskamer. Je zou, waneer je er voor voelt, die kamer met hem kunnen deelen: hij is voor alle onverschilligheid vatbaar. Alleen voor eten zou je moeten zorgen, d.i. we eten allemaal buiten.
Maar wellicht schijnen deze plannen je luchtkasteelen, - of het besliste tegendeel.
Ik heb geen ex. meer van 1 t. 5; vraag aan Peeters. Ook ik heb met hem sedert lang geen kontakt. Ik ben zeer benieuwd △ 8-9 te zien. Waarom zend je niet iets op?
Van Windstilte en Voorde Famielje102 zend ik je binnenkort de drukproeven. Mijn tekst is bij den drukker.
De heer de Mets103 lijkt mij doorgeprikt.
Ik geloof dat ik hiermee op alle vraagpunten van je brief heb geantwoord. Tot nader dus.
Als steeds
je D.P.