4130 (269a). Briefkaart aan G. Prampolini: Brussel, 19 maart 1929

Bruss. 19.3.29.

Waarde heer,

Stols stuurt u misschien de 1e bundel van Den Doolaart, die hij heeft uitgegeven: De Verliefde Betonwerker. Ik stuur u heden zijn

[p. 282]
tweede, De Wilde Vaart. Hij is een van de jongeren met wie men in Holland nogal wegloopt, maar hij werkt mij nogal op mijn zenuwen. Ik houd van zijn ‘Ballade van de Dry-Gin-Drinkers’ en van een stuk of wat andere gedichten, meer niet; het jongmens heeft een Hyperion-kant, waarbij me alleen maar het zweet uitbreekt. Voor mij is het al te mooi! - Mag ik u verzoeken het ex. van de Vier Balladen terug te sturen, aangezien die vier balladen herdrukt zijn in de bundel die ik u heden toestuur? Bij voorbaat dank. - Heeft Stols, naar ik hoop, eindelijk het pakket gestuurd, dat Greshoff hem volgens zijn zeggen al lang geleden heeft gebracht? Mijn beleefde groeten aan de uwen en geloof mij gaarne uw

EduPerron

Anoulstraat 13

Elsene-Brussel

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie