4281 (3096a). Aan R. Nieuwenhuys: Tjitjoeroeg, 24 december 1936
Tjitjoeroeg, 24 Dec. '36.
Zeer geachte Heer,
Dank voor uw vriendelijk schrijven. Maar werkelijk, laat u zich in niets door mijn plannen weerhouden.672 Voorloopig heb ik zeker geen tijd mij met die studie van Daum bezig te houden, en ook in de toekomst is het voornemen vaag. Mocht u er iets voor voelen om zelf een degelijke studie over ‘Maurits’ te schrijven, doet u dit dan, en wees overtuigd dat u in dat geval alleen met mijn belangstelling en niet met concurrentie mijnerzijds zult hebben te rekenen.
In de bibliotheek van het Genootschap ontbreekt maar één boek van Daum: Hoe hij Raad van Indië werd. Vindt u niet dat het de plicht is van ons, Daum-apprecieerders, om een ex. van dit boek te vinden en dat het Gen. aan te bieden?673 Volgens prof. Brom (Java in onze Kunst, Brusse, blz. 115, voetnoot) bezit alleen de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag een complete Maurits. Maar op het Bat. Gen. zag ik dat men daar, al is het op een wat grillige manier, er toch bijna ook is; met de grilligheid bedoel ik dat de cyclus In en uit 's Lands Dienst (4 dln.) er wel compleet is, maar vmdl. in verschillende uitgaven. (Ik had geen tijd de exx. in te zien, maar de jaartallen waren vreemd, zoodat ik vermoed dat sommige exx. overdrukken zijn uit het Bat. Nwsblad (?) en andere herdrukken direct-in-boekvorm. Voor de juiste volgorde verwijs ik u weer naar Brom.)674
U zult binnenkort over dit alles heel wat meer weten dan ik. Misschien wilt u er dan wel eens met mij over praten? Geloof mij, met nogmaals dank voor uw welwillend schrijven en vriendelijke groeten, hoogachtend,
EduPerron