2556. Aan J. Gans: Parijs, 10 juni 1935

Parijs, Maandag.

Beste Gans,

Ik schrijf je weer kort. Weliswaar ben ik er nu met Bep een weekje uit geweest - naar St. Germain-en-Laye - maar ik voel me nog altijd verre van goed, en Fermina geeft me nu weer het gevoel dat ik nooit uit de inkt kom! Over Ducroo schrijf ik maar niet. Dit boek is bovendien DE gelegenheid voor de kritiek tot persoonlijke wraakneming, en Ter Braak zond mij een stuk van Van Duinkerken, in De Tijd, dat héél fraai was in deze lijn.735 Ik heb het vooruit geweten, en ik zou ook niet anders willen (d.w.z. dat een lof van V.D. mij bepaald uit mijn doen zou brengen), maar ik heb toch ook het gevoel: ‘Voor welke runderen schrijf je, in dat land?’ Nu nog Donker + eenige anderen; en de stukken van mijn vrienden - die in hun brieven enthousiast zijn en het er ongeveer allen over eens zijn dat dit het ‘rijkste’ boek is van heel onze generatie - doen erg bleek in de krant.736

[p. 349]

Wat je kritieken over boeken van de N.R.F. betreft, doe het volgende. Vraag Kramers álle nrs. van D.G.W. waarin ze voorkomen - die kan hij je toch wel gratis bezorgen - en stuur mij die. Ik ga er dan mee naar de N.R.F. en zal probeeren je als vast recensent te laten inschrijven. Je krijgt dan misschien alles gestuurd, maar zeker krijg je dan de boeken die je aanvraagt. Die briefjes (die heel kort kunnen zijn)* richt je dan tot Louis Chevasson.

Maar stuur mij eerst die nummers; geen uitknipsels, maar alles.

Fermina loopt nu naar haar eind, en het is beter dat ik alles maar zelf doe; maar daarom toch bedankt voor je aanbod. Wat dat geld betreft, denk daar maar niet aan.

Je stuk over Guéhenno sluit ik hier weer bij in. Of wil je dat ik het hèm geef? Stuur het mij dan terug.

Poulaille is bij stukken na niet zoo goed als Gr. het in de krant gezegd heeft. (Dit volgens Gr. zelf!) Maar als je het lezen wilt, het is bij Grasset verschenen, meen ik.

Hartelijke groeten van je

EdP.

 

Ik las het eerste deel van Klim Samguine - hèt epos van Gorki - en bevond het stompzinnig vervelend.737 Wat zijn al die russische auteurs als ‘revolutionaire’ kost toch onverteerbaar naast het werk van Guzman! De nieuwe Ehrenburg zal ik toch ook weer probeeren, ik idioot.

735Anton van Duinkerken besprak Het land van herkomst in de rubriek ‘Het Boek van de Week’ in De tijd van 6 juni 1935 (av.).
736Marsman noemde in zijn bespreking (zie 2534 n 3) Het land van herkomst ‘de compleetste uiting van onze generatie. Om de intelligentie, den menschelijken rijkdom, den hartstocht en het schrijverschap ervan - om het streven naar menschelijke waardigheid.’
*Ik zal wel zoo'n modelbriefje voor je maken.
737Zie Vw 5, p. 55-56.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie