2462. Aan J. Greshoff: Parijs, 9 april 1935

Parijs, 9 April.

Beste Jan,

Ik schreef je gisteren een briefkaart. Vandaag moet ik mijn zoontje aangeven, enz., en wordt het ook een drukke dag, maar toch wil ik even antwoorden op je kaart. Ik kreeg een kort briefje van je: ± 10 regels, niet uit Den Haag, voor zoover ik weet, en al vrij lang geleden. Het begon met: ‘Verwonder je niet als je niet veel van mij hoort, ik ben bezig met Van Rantwijk op te kweeken’600 of zoo. Dat is alles. Bedoel je dat? Ik denk het niet, want je spreekt van ‘uitvoerig’. Heb je wel het nieuwe adres gezet?

Het zoontje is een klein mormeltje, dat op het oogenblik het meest van alles op Goebbels lijkt; hij heeft ook al haar op zijn kop. Het gebeuren zelf is heel goed gegaan, vooral voor een eerste keer. Crimineel pijnlijk is zooiets nu eenmaal 99 op de 100 keer, maar het was betrekkelijk gauw afgeloopen (daar troost de heele kliniek je dan ook mee, al heb je 4 uur op de folterbank gelegen!) Ik heb het

[p. 279]

een uur bijgewoond, nogal aangrijpend, vooral door je volslagen onmacht. Maar gisteravond maakte Bep het alweer best en deed haar eerste pogingen om aan het mormel te wennen. (Hij heeft nogal een forsch stemgeluid.)

Ik dacht eigenlijk dat je in Genua zat! Hoe gaat het met die plannen? Waarom zit je nog in Brussel?

Zendt Querido je ook de gedrukte vellen van Ducroo? En lees je ze al, of wacht je tot alles er is? Tot blz. 400 ben ik met de correctie heelemaal klaar. De rest volgt dus wel spoedig.

Noth zit hier erg in moeilijkheden. Ik beloofde hem toen een stuk van hem in een holl. blad te plaatsen, en hij maakte een artikel over Aragon's Cloches de Bâle, dat Bep vertaald heeft en dat ik naar Kramers zond. Het was niet prachtig, maar ook zeker even ‘goed’ als 99% van wat er in D.G.W. staat. Ik kreeg daarop van Kramers een volslagen idioot briefje, van dat het ‘gedaas’ was, niet genoeg verantwoord, enz. enz., en dat hij het volstrekt niet hebben wou. Voor fl. 1.25 per kolom, dus het heele stuk had misschien 3 pop opgebracht! Als hij denkt eersterangs-artikelen daarvoor te mogen eischen is hij gek; maar daar gaat het niet om; ik sta er altijd even van te kijken als je in een geval als dit niet eens snapt dat het gaat om een behoorlijk mensch te helpen; en gegeven de ‘beroemdheid’ van Noth, had ik gedacht dat daarom alleen D.G.W. al zeer gelukkig met het stuk had kunnen zijn. Ik heb nu lust om Kramers gewoon niet meer te schrijven; wat zou ik hem van allerlei gaan uitleggen? Maar zie jij kans het stuk elders onder te brengen? In Groot-Ned. misschien? Het is 4 blzn. ms. en kan in kleine letter. Als je denkt dat het gaat, zal ik het je opzenden; anders moet ik er misschien maar een ‘interview met Noth’ van maken voor Het Vaderland.601 (Liefst niet, vanwege de tijd die dat weer kost.) Geef even antwoord hierover, en ook over je reisplannen. Ben je tevreden over Van Rantwijk? Wat hapert eraan?

Het beste met alles, veel hartelijks van je

E.

 

P.S. - Het ontboezeminkje van Gijsen602 is heel mooi. Ik begrijp nu eigenlijk niet meer dat iedereen dien Coster ooit voor iets anders

[p. 280]

heeft aangezien dan voor een mislukte dominee van zeer gering verstand. Maar hij ruste in vrede!

Ingesloten een portret van Arthur Ducroo.603

600Zie 2391 n 3.
601‘Russen en Duitsers, Maatschappijen in de maatschappij, Een gesprek met den Duitschen schrijver Ernst Erich Noth.’ In Het vaderland van 8 mei 1935 (av.).
602Niet achterhaald.
603Foto van DP en profil, die dateert van het voorjaar van 1935. Zie E. du Perron. Den Haag 1969. Schrijversprentenboek 13, p. 34, nr. 96. Dit portret stuurde DP in die dagen aan pers en vrienden.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie