E. du Perron
aan
Menno ter Braak

[27 april 1934]

Vrijdag.

Beste Menno,

Hierbij een vreemd document. Ik geef er geen verder commentaar op; beschouw het als een grap, tot ‘onverhoopt’ het tegendeel realiteit wordt. Let op den datum. Dat ik die schrijverij van mij niet uitgegeven wil hebben als een ‘laatste beeld van mijzelf’ is logisch; je geeft alleen uit met het vooruitzicht jezelf in een volgend getuigenis te kunnen inhalen en herzien.

Het is een grap, maar mijn bedoeling is heilige ernst. Schrijf er mij ook maar niet over.

Ik las zeer geboeid je Politicus, in al mijn vrije momenten. (De vertaling nadert haar einde!) Het hfdst. Een Zonde tegen den H. Geest vind ik ook bij herlezing minder goed dan de vorige; daarentegen trof me nu de bescheidenheid van je Geschiedenis eener Intelligentie: je bent bescheiden onder een uiterlijke arrogantie, precies zooals allerlei anderen bulkend arrogant zijn onder hun bescheiden phraseologie. Maar in Een Zonde word je m.i. tè koppig, tè opruimend, tè apodictisch en aprioristisch ‘zonder hoogte’. Het betoog wordt monotoon, ondanks voortreffelijke passages. Over het laatste hfdst. schrijf ik nader; dat lees ik morgen.

Ik at en sprak met Klaus Mann. Niet ongeschikt, inderdaad, een beetje ‘vlotte jonkman’ - althans in Parijs en Fransch sprekend. Hij heeft zijn manier van optreden blijkbaar geleerd in het milieu Cocteau; bewondert zeer La Machine Infernale. Het was toch wel gezellig, we hebben ook over Holland en Amsterdam, over jou en Defresne gepraat. Ik heb hem de Politicus warm aanbevolen; van elders (een heer Cordan?) had hij gehoord dat Waarom niet gewoon geniaal was: een van de 2 of 3(?) boeken van Europa. Ça n'est pa-a-as sérieux!

Ik heb nu lust gekregen om Kind dieser Zeit te lezen, dat jij o.a. gunstig besprak. Ik wil een boek voor je zien te krijgen (misschien is het niet uitverkocht) van Papini, Un Uomo Finito in Fransche vertaling. Mutatis mutandis zijn Politicus; zijn afrekening met alle ‘dingen des Geestes’, après en être revenu. Absoluut anders, maar toch kan het je interesseeren. Het heeft met je gemeen dat het ook geestelijke mémoires zijn, veel meer dan mémoires in den gewonen zin.

Krijg ik niet nog antwoord op allerlei vragen? Ik wacht even met verzenden - er komt nog 2 × post.

- Maar die bracht niets van je - wel een zeer mooi stukje over de Plasschaert-klucht, door Fredje Batten gestuurd, uit onze eigen krant. Kan je ons niet een gratis abonnement bezorgen? er staat altijd zooveel moois in. Laatste paradox van Plasschaert (tevens literaire geloofsbelijdenis, en niet literair alleen): ‘Het Potsierlijke is het Sierlijke’.

Hart. groeten van je

E.

Hein schrijft me dat hij erg blij is met het opnemen van zijn novelle in Forum; maar hij zou zoo graag zien dat het in Juni geplaatst werd en durft daar niet om vragen - tenzij dan langs dezen omweg... Het is misschien niet alleen om de eer, maar omdat hij geld noodig heeft.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie