[p. 215]
koloniaal instituut
door jac van der ster
Men heeft de Schoonheid en het Werk geordend.
koel, achter glas, voorzien van etiket.
Men heeft de dromen van een volk gestolen,
en voor een kwartje hier te kijk gezet.
Miljoenen mensen hebben stom geleden;
hier ligt hun leed en hun vergetelheid.
maar niemand weet meer van de vele ogen,
die grote tranen hebben stil geschreid.
En niemand weet meer van de vele handen
die naarstig werkten, heel de lange dag;
en niemand kent meer hun verloren vreugde
en niemand weet van hun gedode lach.....
De statistieken leren: zóveel rubber
en zóveel rijst, en zóveel kajapoet....
maar aan de kurven heeft er een ontbroken,
één, die ons zeide: ziet, en zóveel bloed.....
Zacht spreken stemmen in de stille zalen:
een lang verhaal van haat en droefenis....
als het gezegd is, blijf ik bevend staren
naar 't glanzend lemmet van een gouden kris.
Gij onderdrukkers hebt doorheen de jaren
met eigen hand het lemmet scherp gewet,
wanneer de zweep op bruine ruggen daalde
of bij hun vrouwen in uw blanke bed.
Eens zullen handen naar dit wapen grijpen
en geld of god kan U geen redding zijn!
de stroom der vrijheid zal zijn loop hervatten......
het socialisme zal zijn bedding zijn.