Boekenschouw

Dr. Herman Wolf, Goethe's Wereldbeschouwing en Levenswijsheid. Een Bloemlezing uit zijn proza, brieven en gesprekken, verzameld. - Uitgave van de Wereldbibliotheek, Amsterdam.

Het jaar, dat we zijn ingetreden, zal in de toekomst genoemd worden het Jaar van de Ontwapeningsconferentie en van de Goethe-herdenking.

Wat de conferentie in Genève zal opleveren, moet afgewacht worden, maar wat we aan Goethe gehad hebben, dat weten we. De 22ste Maart is het zijn sterfdag. Dan zal het honderd jaren geleden zijn, dat hij van de aarde heenging en in de dagen daarvoor en daarna zal de aandacht van de gansche beschaafde menschheid gevraagd worden voor alles wat hij deed en dacht. Weimar ... de stad waar hij meer dan 50 jaren werkzaam was, waar hij werkte als minister, als geleerde en waar vooral hij schitterde als een dichterlijk genie van de eerste grootte, de stad waarvan hij zelf eens zong:

 
‘O Weimar, dir fiel ein besond'res Loos, -
 
Als Bethlehem Juda, klein und grosz!’
[p. 60]

Weimar zal hem in een plechtige vergadering van afgevaardigden uit alle volken gedenken met voordrachten over zijn beteekenis voor de wetenschap en de kunst, met concerten, waar zijn liederen ten gehoore zullen gebracht worden en met de opvoering van zijn stukken: Faust, Tasso, Iphigenia, die zijn naam onsterfelijk gemaakt hebben.

En alle plaatsen waar hij langer of korter tijd verblijf hield, Frankfort, Leipzig, Straatsburg, Wetzlar, Coblentz, Darmstadt, Stuttgart, Erfurt, Sesenheim, Carlstadt en Mariënbad en zoovele andere plaatsen meer waar hij droomde en dichtte, zullen vreugdevuren ontsteken.

Ook ons land zal den grooten doode eeren.

Al onze groote mannen hebben zich met Goethe bezig gehouden en zich aan zijn geest gesterkt. Een Opzoomer, een Allard Pierson, een Huet, een Byvanck, een Brill en Klaver, een Wijnaendts Francken en een de Meester, een Adema van Scheltema en een Nico van Suchtelen hebben studies aan hem gewijd en vertalingen van zijn werken gegeven.

En - de 22ste Maart zal ook in ons land een dag van herdenking zijn.

E. d'Oliveira gaf reeds eenige jaren geleden een volledige Levensbeschrijving, die velen tot Goethe's gedachtenwereld heeft ingeleid, maar dit werk zal in deze dagen aangevuld worden met vele studies en artikelen in bladen en tijdschriften.

Een schoone aanvulling van dezen arbeid vinden we in het boek van Herman Wolf, die alle historische bizonderheden voorbijgaat, om zich bijna uitsluitend tot Goethe's wereldbeschouwing en levenswijsheid te bepalen.

Goethe is geweest ‘De Wijze’ bij uitnemendheid. Als de bekende Duitsche philosoof en cultuurhistoricus Houston Stewart Chamberlain ons Goethe teekent, dan heeft hij één hoofdstuk gewijd aan ‘De Wijze’, en hij vat diens wijsheid in deze woorden samen: ‘Een onvoorwaardelijk zich verzinken in het ondoorgrondelijk Wezen Gods, een moedige blik hebben op het leven, zooals het komt en gaat op deze aarde, waar alles sterft en alles weder geboren wordt; Liefde zien als de macht, die aarde en hemel verbindt, de realiteit der dingen aanvaarden, doch om deze op te heffen tot een symbool van hooger leven ...’

In deze enkele woorden wordt de wijsheid van den grooten man samengevat. En nu is het de poging van Herman Wolf geweest, deze grondgedachte uit te werken en na te gaan in de vele geschriften, die zijn bewaard gebleven.

Het gaat niet aan hier in détails te treden.

Er wordt gesproken over alles, wat in een wereldbeschouwing ter sprake kan gebracht worden, - over het wezen van Goethe's wijsbegeerte, over den invloed, ondergaan van Spinoza, Leibnitz, Giordano Bruno, Kant en Swedenborg over de idee, - over de objectieve Platonische idee, over de subjectieve, regulatieve Kantiaansche idee, over de idee als oerphenomeen, dat ten grondslag ligt aan alle levensmonaden, over monisme en evolutie, pantheïsme en idealisme, over de leer der metamorphose bij planten en dieren, over de polariteit, die de spankracht van het wereldbewegen uitmaakt en het occulte, dat aan alle rationeele berekening zich onttrekt, over de persoonlijkheid, over dwang en vrijheid, over man en vrouw, over onsterfelijkheid en leven, over kunst en religie, over Evangelie en Jezus, en over zoovele andere vraagstukken meer.

Het is een heerlijk mooi boek, dat als een groote aanwinst beschouwd moet worden en dat menigeen in deze dagen van scepticisme en negatie weer vasten grond onder de voeten zal geven.

Het is de fijn-uitgesponnen uitwerking van Goethe's eigen woord: ‘Uns zu verewigen sind wir, ja, da!’ ...

Het moge in veler handen komen.

G. HULSMAN

 

Prof. Dr. E. Zellweker, Goethe. Sein Leben und Wirken in Bildern und Urkunden. - Amsterdam, J.M. Meulenhoff.

 

In een aardig bandje zijn hier een reeks portretten, brief- en dagboekfragmenten bijeengebracht, die naast de korte biographische notities een vogelvlucht, sneller dan eenig vogelbenaamd vliegtuig op Indië, bieden door Goethe's leven. Tal van aardige en goed typeerende fragmenten zijn door kundige hand gekozen, zoodat men met het meeste genoegen in dit boekje bladert en een blik vol afwisseling krijgt op de dit jaar bejubelde figuur.

O.v.B.