De jaarboeken

De tijd van de inventarisatie nadert. Binnenkort worden de boeken afgesloten en men gaat de voorraden tellen. De uitgevers zijn goede zakenlui en met hun inventaris zijn ze de kalender vooruit. Reeds twee maanden voor het afloopen van het jaar bieden zij hun inventarislijst aan - een lange lijst - een beangstigend lange lijst: Het Nederlandsche Boek 1930.

Wanneer men Deel 1, den catalogus van uitgaven in 1930 verschenen doorbladert, wordt men ietwat duizelig. Is dat allemaal verschenen? vraagt men verlegen. Moet dat allemaal verkocht worden? Het ergste: en moet men het lezen ook? En dat nog wel in een land, waarvan men boosaardig wil beweren, dat de inwoners geen boeken koopen. Waar blijft de boel dan?

Ook dit Jaarboek getuigt weer van den moed en ondernemingsgeest van de Nederlandsche uitgevers. Men zou geneigd zijn te spreken van overmoed en roekeloosheid. Is 't waarlijk noodig, dat dat allemaal gedrukt wordt? Zal men niet als bij de rubber en de suiker tot een restrictie moeten komen, opdat niet door overproductie het weinige goede door het vele slechte wordt geschaad?

Doch deze beschouwingen mogen niet de bewondering beïnvloeden voor de voortreffelijke, overzichtelijke uitgave, die dit Jaarboek is. De stelselmatige indeeling maakt het tot een niet genoeg te waardeeren bezit voor ieder, die met boeken omgaat en er zijn hart aan verloren heeft.

De als steeds door den uitgeversbond uitstekend verzorgde uitgave opent ditmaal met een historisch overzicht van het bestaan van dien bond ter gelegenheid van zijn gouden jubileum.

Het Boek in Vlaanderen, jaarboek van de vereeniging van Vlaamsche letterkundigen en van de vereeniging ter bevordering van het Vlaamsche boekwezen is een niet minder te waardeeren aanvulling op dien Nederlandschen Gids. Voor de kennis der letteren in Vlaanderen even onmisbaar.

Dit Jaarboek wordt geopend door een lijst van de leden van de vereeniging van letterkundigen met geboortedatum, adres en opgave van hun boeken sinds 1925 verschenen. Dan volgen eenige aardige bijdragen van Streuvels, Walschap, Toussaint van Boelaere, Buckinx, mevr. Claes-Vetter, Baekelmans, Zielens, Kenis, Timmermans, Sabbe, e.a. vervolgens een lijst der verschenen werken naar de uitgevers gerangschikt. Een naamregister der schrijvers vergemakkelijkt het raadplegen van deze uitgave, die een prachtige propaganda beteekent voor het Vlaamsche boek.

Das Buch des Jahres 1930 getuigt natuurlijk van een niet geringere boekenproductie als hier te lande. Hermann Hesse opent deze uitgave van de ‘Vereinigten Verlegergruppe’ met een beschouwing over de ‘Magie des Buches’. Ook dit Jaarboek bevat, zooals iedere degelijke Duitsche uitgave, een systematische inhoudsopgave.

Ongetwijfeld zou het voor de propaganda voor Fransche en Engelsche boeken bevorderlijk zijn, als de uitgevers in die landen zich aan dit Duitsche voorbeeld spiegelden en op even ruime schaal door den boekhandel een systematisch gerangschikt Jaarboek lieten verschijnen - al zou misschien wat Frankrijk betreft met zijn overweldigende productie, dat boek een niet te hanteeren foliant worden.

Nu maar gauw de voorraad van '30 aflezen, opdat men ‘klaar’ is, wanneer de lawine van '31 los komt.

 

W.S.