Boekenschouw

Vertaalde werken

Hermann Löns. Helmond Hagenrieder. De roman van een Liefde. Vertaling van L. Warendorff. - Laren, A.G. Schoonderbeek. (214 blz.). Prijs f 2.90; geb. f 3.90

De geschiedenis van een liefde noemt de schrijver dezen roman, de geschiedenis van vele liefden, van vele verliefdheden zou het beter kunnen heeten. De hoofdpersoon Helmond Hagenrieder is een schilder, gelukkig getrouwd maar met een onleschbaren dorst naar nieuwe avonturen. Hij is een echte Duitscher: bij de laagste en platste gedachten heeft hij nog een voorraad idealisme en artistieke sentimentaliteit bij de hand om er zoodoende iets anders van te maken dan wat het is. Behalve van zijn vrouw houdt hij heel veel van zijn nichtje, Zwaantje, een bijzonder koel meisje, dat hem wel graag mag, maar niet verliefd op hem is. Helmonds vrouw Greta laat hem overigens genoeg vrijheid; vroeger heeft ze al eens tegen hem gezegd: ‘zeg, ik geloof dat het de meeste mannetjes moeilijk valt jullie vrouwtjes trouw te blijven. Wanneer het eens zoo met jou gaat en je richt verder geen onheil aan, doe dan wat je wilt, maar weten wil ik het niet!’ En wat later zegt Greta tegen Zwaantje: ‘Wat zou het mooi zijn als je altijd bij ons bleef. Helmond kan heel goed twee vrouwen gebruiken, en jij past eigenlijk beter bij hem

[p. 288]

dan ik. Denk hier eens goed over na, Zwaantje!’ Dan pas voelt Helmond hoe veel hij van Zwaantje houdt, maar zij merkt het niet en is zelfs schuw en bang voor hem. Helmond raakt totaal in de war door zijn hopelooze liefde, hij is anders niet de man om zich op dat gebied iets te ontzeggen, doch door Zwaantje voelt hij een wonderlijke verlegenheid; vroeger had hij haar nooit begeerd hoe mooi ze ook is, maar nu plotseling wenscht hij haar als vrouw. En hij belijdt haar zijn liefde. Doch Zwaantje blijkt schuw en teruggetrokken, ze vindt het verschrikkelijk dat ze Helmond niet kan helpen. Maar ze kan niet. En de ontwikkeling van deze liefde wordt ons dan in den roman verder verteld. Zwaantje wordt bang voor Helmond, die hierdoor heftig geprikkeld wordt en haar verwijt dat ze hem dood-martelt omdat ze te veel ‘dame’ is. ‘Ik kan zonder jou niet leven en jij niet zonder mij, en was jij niet zoo karakterloos, karaktervast, dan zou je tot mij komen en zeggen: “Hier”. Want dit zal je weten: iets van je afsmeeken dat doe ik niet en je overrompelen wil ik ook niet, want ik ben niet verliefd op je, ik hou alleen maar van je en ik wil dat je je van ganscher harte aan mij geeft’. Langzamerhand overwint Helmond zijn onvruchtbare liefde tenslotte, na veel andere avonturen en minnarijen beschouwt hij Zwaantje heel koel: ‘zij was nog net zoo mooi als vroeger maar hij had te lang verdriet om haar gehad om haar nu nog te kunnen bewonderen. Zij was niets meer voor hem, alleen het beeld van een mensch waar hij eens heel veel van had gehouden’. En dan wordt alles stiller in Hagenrieder, de altijd laaiende vlam van zijn hartstocht begint te dooven. En wanneer zijn laatste liefje, het boerenkind Anne, ook is gestorven, wordt hij zwaar ziek en sterft ook. En zijn laatste gedachte is: ‘Het is altijd hetzelfde, de hemel is blauw en de zon is geel. Het eene zoowel als het andere jaar bloeit de heide in den nazomer purper, daarna worden de berken geel, dan komt de sneeuw en zoo gaat het op dezelfde vervelende manier door. Dat zie ik nu al zoowat een vijftig jaar en ik heb er genoeg van. En met liefde en haat gaat het al net zoo: eerst rood, dan geel, dan bruin, tenslotte wit, altijd op dezelfde eentonige manier; het kan mij niets meer schelen’. Helaas zullen veel lezers wanneer zij op dit punt van het boek zijn gekomen ook wel denken: ‘het kan mij niets meer schelen’. Helmond Hagenrieder staat in zijn zinnelijke sentimentaliteit, zijn opgeschroefde levenskunst en zijn fantastische minnarijen te ver van ieder gewoon mensch af dan dat we met hem kunnen meeleven. Goede beschrijvingen, gevoelige opmerkingen ontbreken niet en de gejaagde, verwarde en vaak zwoele atmosfeer is hier en daar niet onverdienstelijk gegeven. - De vertaling wemelt van germanismen.

L.M. Montgomery. Valencias droomslot. Uit het Engelsch door A.E. de Vries. - H.D. Tjeenk Willink en Zoon. 1927. (312 blz.) geb. f 2.90

Dit is een alleraardigst boek, dat ook uitstekend geschikt is voor jonge meisjes. De schrijfster Montgomery heeft er bijzonder goed slag van om een eenvoudig geschiedenisje smakelijk en boeiend te vertellen. Valencia is een meisje van negen en twintig jaar, ongetrouwd, ‘te midden van een kring van bloedverwanten waar de ongetrouwden eenvoudig beschouwd worden als personen die geen man hebben kunnen krijgen’. Ze heeft een allerakeligst leven, zit totaal onder de plak van haar moeder, tante en ooms en bezit voor geen cent eigen wil. Bovendien is ze nog erg zwak en niet goed gezond. Na een bezoek aan haar dokter schrijft deze haar een brief, waarin hij haar meedeelt dat ze nog maar een jaar te leven heeft daar ze een ernstige hartkwaal heeft. Valencia vertelt hiervan niets aan haar familie, alleen krijgt ze plotseling het gevoel dat alle ontstemming of humeurigheid van haar bloedverwanten haar niets aangaan en besluit ze precies te doen wat ze zelf wil. Op een saai familiediner, waar alle uitgestreken ooms en tantes aanzitten, zegt Valencia de zotste dingen, trekt zich van verwijten of berispingen niets aan en voelt zich voor 't eerst van haar leven erg opgewekt. Haar familie denkt in ernst dat ze gek is geworden. Later gaat ze het huis uit om de dochter van een ouden dronkaard te verplegen en in de huishouding te gaan helpen. Daar ontmoet ze een romantisch persoon, Barney Smith, die op een afgelegen plek in de bosschen woont en een knap natuuronderzoeker is. Hij wordt haar man en ze hebben een idyllisch leven ver van alle menschen, in de vrije natuur. De kwaal van Valencia verbetert overigens hoe langer hoe meer, en wanneer ze nu ontdekt dat de dokter haar een verkeerden brief zond, en dat ze volstrekt niet dood zal gaan is ze ontzettend ontdaan. Zij vroeg Barney met haar te trouwen, hem zeggend dat ze heel gauw zou dood gaan, en nu heeft ze 't gevoel dat ze hem heeft bedrogen, door niet heusch dood te gaan. Natuurlijk komt alles op de beste manier in orde, na een paar verrassende ontknoopingen. De schrijfster heeft den stijven familiekring heel humoristisch geteekend en ook van Valencia een ‘echte snoes’ gemaakt.