Linksboven: vermoedelijk Carel Willink en Mies van der Meulen Linksonder: E. du Perron (links) en Wilhelmine gravin du Monceau de Bergendal, (op de achterzijde: Beste Duco,/ Ik ben mezelf nog al meegeval-/ len. Vertel vooral niet: “Ze was in/ werkelijkheid niet zoo aardig.”/ Ik ben immers een vrouw// je Winny) Rechts: Wilhelmine gravin du Monceau de Bergendal (op achterzijde foto rechtsboven in haar handschrift: De opiumkit). Vgl. E. du Perron, Vw I, p. 360 (‘Zittingen voor een damesportret’): |
||