E. du Perron
aan
P. van Ostaijen

Brussel, 16 december 1927

Vrijdag.

II

Beste van Ostaijen,

Ik stel voor met het ‘Avontuur’ een kleine storm te provoceren in letterlievend Nederland. Met nr. 2, als je wilt, openen wij onze enquête. Ieder ‘jongere’ mag er aan meedoen; wij brengen iedere keer de antwoorden van twee of drie mensen. Ingesloten een vragenlijst die je moet keuren. Ik geef er meteen mijn antwoorden bij.262 Als jij hetzelfde doet, dan Burssens en de twee anderen kan het een vermakelik spelletje worden. - Schrijf jij nu weer eens zo'n kwasi-serieus praatje als je voor de cirkulaire hebt gedaan, om er de enquête mee te verklaren. Spreek maar over zelfportretten door reflex of zoiets. Ik ben verdomme benieuwd jouw antwoorden te lezen! Wij drukken de vragen eerst: en dan de antwoorden van drie mensen; dat zou alles bij elkaar nog geen 5 blz. innemen, tenzij ieder antwoord een hele akte van geloof (of van berouw) inhield.

Voilà alweer, mijn beste. Tracht je tijd zo goed mogelik door te komen en als het je plezier kan doen, denk dat ik ook opgesloten zit.

Steeds je

EdP.

Als je akkoord gaat, zend de lijst dan maar door naar Burssens. (Ik heb er geen kopie van genomen.)

262DP's enquêtetekst is niet teruggevonden. De vragenlijst en DP's antwoorden veroorzaakten een controverse tussen hem en Van O, die tot een principiële standpuntbepaling geleid heeft.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie