Voetballerswijsheid

De heer Ritman en ik hebben in het Bat. Nieuwsblad allebei ongelijk gehad toen wij een lans braken voor prof. J. Romein. Een anonymus in het Soer. Handelsblad althans - zou het mr C.J.J. Versteeg kùnnen zijn? - roept ons daarvoor onbarmhartig ter verantwoording. Aldus wat de wijsheid alweer betreft: ‘En wanneer dan ook het Bat. Nieuwsblad (dat was in dit geval de heer Ritman) met voorbijgaan van iedere subtieler onderscheiding verklaart dat het mogelijk is “wetenschappelijk, vaderlandslievend en fatsoenlijk te zijn en nochtans een aanhanger van de historisch-materialistische methode van maatschappijverklaring”, dan mogen wij wel even simplistisch en even autoritair verklaren: Op een Nederlandschen leerstoel in de vaderlandsche geschiedenis hóórt geen bolsjeviek! Uit!’

En houzee! En een kei van een schop, en huup, Holland! - De doodeenvoudige waarheid, door de heer Ritman geschreven, was dus nog wel èrg subtiel, gezien dit autoritair voetballerswederwoord. Te subtiel om ook maar even te worden gevat door dit voetballersverstand, kortom, een schot ver bóven dit verstand, wanneer men dit verstand, voor de goede orde, vergelijkt met de goal.

Laat ons even in deze taal doorgaan, uit vrees te worden misverstaan. Natúúrlijk: een bolsjeviek hoort geen vaderlandse geschiedenis te doceren in Holland. Die zou uitsluitend geschiedenis van de russische revolutie moeten doceren, volgens standpunt Kerensky, standpunt Trotsky en standpunt Stalin, en de drie gecombineerd. Jammer genoeg heeft zelfs

[p. 118]

Wijnkoop de nodige ‘stoel’ daarvoor nog niet in een hollandse universiteit gezet. De vaderlandse stoel leek dan ook niet zozeer geschikt voor een bolsjeviek als voor de schrijver van De Lage Landen bij de Zee en de Geschiedenis van de Noord-Nederlandsche Geschiedschrijving, om van de Erflaters van onze Beschaving nog te zwijgen.

Nog te zwijgen? Neen, laat ons het daarover nu juist hebben! zegt onze geleerde voetballer. En allereerst: ‘waarom in 's hemels naam altijd dat aanstellerige Jan Romein?’

Dat zal ik u zeggen, als uw toorn het toestaat, o geleerde voetballer. Dat is vanwege de vaderlandsliefde, ziet u: krek naar het goede voorbeeld van Toontje Poland.

Maar, moppert de geleerde voetballer verder: ‘in de kunstrubriek bestaat du Perron het om het werk van dezen “popularisator der geschiedkunde” te stellen naast “Het land van Rembrand” van een Busken Huet!’

Ja, als de geleerde voetballer gaat praten van een Busken Huet, dan juicht natuurlijk het hele veld. Een Busken Huet, dat begrijpt iedereen, dat dàt een veel knapper man moet zijn dan die ‘popularisator der geschiedkunde’. Geen van de verzamelde voetballers die dit wonder van een Busken Huet misschien persoonlijk heeft ingekeken, maar op de boekenplank van vader, stond daar niet een lange rij met door die man geschreven geleerde werken? Houzee voor een Busken Huet!

Maar de geleerde voetballer is nog niet uitgepraat.

‘Dat is van die litteraire nieuwlichterij waar - wij bekennen het gaarne ronduit - onze smaak, ons gevoel en ons verstand niet bij kunnen en nooit zullen kunnen, al worden we honderd jaar!’

Nieuwlichterij? Dit? Ach, die Du Perron, die het bestaat om de Erflaters van Romein met dat boek over Rembrandt van een Busken Huet te vergelijken, heeft zijn best gedaan om de lezers wat in de goede richting te helpen, maar verstaat blijkbaar zijn vak niet. De geleerde voetballer althans heeft hij niet duidelijk kunnen maken dat die Rembrand van die Busken Huet nu juist jarenlang door voetballers èn vakhistorici

[p. 119]

is uitgekreten voor het prul van een ‘popularisator der geschiedkunde’. Die Du Perron heeft ook proberen uit te leggen dat de geleerde voetballers van een volgende generatie de een of andere ‘popularisator der geschiedkunde’ nog eens zullen omverschoppen met het meesterwerk van een Jan Romein! En dit alles heeft de geleerde voetballer goddank met al zijn smaak, gevoel èn verstand ronduit - en gáárne ronduit - toegegeven, toen hij erbij zei, dat hij het over honderd jaar nòg niet leren zou.

Honderd jaar is nl. niet eens nodig geweest voor het ras der beschoppers van Busken Huet om van hun dwaling terug te keren, gezien wat de geleerde voetballer van nu zelf zegt. Maar als hij voor dit speciale geval van de bolsjeviek Romein misschien een honderdjarenplan aankondigt van botheid, dan: heil!