E. du Perron
aan
P. van Ostaijen

Brussel, 26 november 1927

Brussel, Zaterdag.

2611.27.

Beste Van Ostaijen,

Het beste is, dunkt mij, het idee van het bedrukte omslag te laten varen. Je hebt gelijk, als de brief of anti-kritiek erg aardig is kunnen we hem een goed plaatsje geven, anders niet. Overmorgen staan er stukjes als van De Dood229 in ons blad. - Goed, ik maak dus deel uit van de redaktie. Trouwens, zoals je je lijstje opstelde behoeft er niet eens bij te staan wie voor Holland en wie voor Vlaanderen, de vijf namen en dan: adres voor Holland: Dinger; adres voor Vlaanderen: jij? Stel nu gauw de cirkulaire op en sluit ze in je antwoord aan Dinger! - ‘Zangzaad’ was overheerlik!230 - Schrijf D. dat je akkoord gaat met AVONTUUR. Ik schrijf Blijstra vandaag over die naam, hij gaat wschl. ook akkoord. Ik heb Dinger gisteren geschreven: dat jij en ik voor een 2 mndl. tijdschrift waren - met het oog op verzending, port, administratie, verkoop zelfs, en niet het minst: vorm - dat het 1e nr. ‘bezet’ was of nagenoeg, dat we voor verdere medewerkers alias deelnemers later nog altijd konden zien, en dat hij mij eens moest opgeven wie van de door hem genodigden reeds ja hadden gezegd. - Neen, alsjeblieft geen Bonset231 - hoe kòmt Dinger daarbij? als het een beetje wil bedoelt hij er een vriendelikheid mee tegenover jou! - wat van den Aker betreft, dat moet jij uitmaken; Brunclair eveneens. Van mij: een blanco papiertje in deze. Maar ik heb wèl lust om Minne, Roelants en Herreman te vragen; niet direkt misschien, maar later. (Bij Roelants denk ik aan proza.) De vraag is of die heren, die in De Gids verschijnen, willen. - Het voornaamste is: het systeem van lezen: als we dat met ons vijven moeten doen, kan dat geld kosten. Maar zoiets zal het toch moeten worden. Bespreek dit met Dinger. Het zuiverst is, dunkt me, ieder ontvangen stuk doet de ronde en ieder van ons vijven legt er een papiertje bij: vóór, blanco of tegen. Als ieder nu maar geen 14 dagen over het lezen doet zou het best gaan. - Stevenson heb ik niet speciaal voor jou bij Henriquez gehaald: het wàs gekocht en uitgeleend; ik heb het alleen van daaruit laten verzenden. Zo komt er misschien nog wel meer. Nu, tot nader. Hartelike groeten, je

EdP.

P.S. - Als je eerstdaags 2 detective-verhalen van Gaboriau ontvangt, schrik dan niet: Le Crime d'Orcival is uitstekend, en het 1e deel van Monsieur Lecoq een meesterwerk. Cocteau vindt die dingen heerlik en zegt dat, om een gelijk plezier te ondervinden, men bij Stendhal moet gaan reeds of Balzac. Er is veel van aan. Het is slechter nog geschreven, maar Gaboriau was verre van een stommeling. Probeer maar. Er is géén overeenkomst tussen Gaboriau en de Ivans of andere Holl. detectief-verhalen! Déze zijn trouwens v/h Twede Keizerrijk, en geschreven vóór Conan Doyle (Sherlock Holmes).232

229C. de Dood, journalist van Het volk en schrijver.
230Dinger had Van O voorgesteld een rubriek met de titel ‘Zangzaad’ op te nemen, een naam waarmee Van O de spot dreef.
231I.K. Bonset, schrijversnaam van Theo van Doesburg.
232Zie ook Vw 2 p. 127-129, waar DP iets dieper op deze en andere detectives ingaat.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie