25. (2328) E. du Perron aan J. Gans: Le Roselier-en-Plérin, 9 december 1934

Le Roselier, 9 Dec.

 

Beste Gans,

Ik begrijp dat er iets stuk in je is; hoogstwschl. is het bijna uitsluitend door je politieke situatie. Misschien vind je weer steun als je serieus werk doet in de trotskistiesche lijn. Ook als je erin slaagde behoorlijke essays te schrijven zooals je je die voorstelde - maar desnoods ook zuiver politiek - kom je, denk ik, weer een heel eind op dreef. Deze tijd is rot voor ons allemaal.

Sinds ik hier ben werk ik als een razende; dat komt door het gevangenisleven! Ik heb alweer 60 blzn. klaar, en het gaat, het gaat... Op mijn beroerde physieke toestand, hoofdpijnen, hartkloppingen en zoo, let ik maar niet meer, - behalve als het te erg wordt. Slapen is een gewoonte, voorloopig kan ik die niet al te best terugkrijgen. Maar als mijn werk vlot, zooals nu, ben ik dieper-in toch tevreden, dat is altijd dat.

[p. 57]

Ik heb Van Vriesland nu geschreven dat hij Guilloux en Breton maar schrapt. Je hoeft ze dus niet meer te maken, als je het tot heden niet deed. Het is voor mij met-dat-al toch een wat zielig experiment geworden. Maar wschl. kan je er ook niets aan doen, dus basta. Als je later wat meer fit bent, stuur je misschien zelf wel eens wat. (Bv. dat artikel over de émigrés voor Bep?)112 Met beste groeten, je

EdP.

P.S. Grappig dat deze brief net geschreven was vóór ik je antwoord kreeg dat Bep mij doorzond. Onze gedachten hebben elkaar wel gekruist, want we schrijven bijna krek hetzelfde! Het beste met je activiteit.

112Du Perron bedoelt een van de artikelen die Gans schreef voor Het Vaderland: ‘Vaderlandslooze gezellen. Van Duitsche emigranten, hun bestuur en hun vermaak’. In: Het Vaderland, 21 augustus 1934. Zie ook noot 61.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie