[p. 523]

Bibliografie
door F.E.A. Batten

[p. 524]

Onder ‘Aantekening van de auteur’ zijn de geschreven notities opgenomen die Du Perron heeft gemaakt in boeken die hij aan A.A.M. Stols heeft geschonken en die thans in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage berusten.

Alle met* gemerkte titels betreffen gedichten, verhalen, artikelen of uitgaven, die niet opgenomen zijn in de dundruk-editie van het Verzameld Werk (1954-60).

[p. 525]

Dichtwerk

1923

1. Manuscrit trouvé dans une poche. Chronique de la Conversion de Bodor Guíla, Étranger. Publié tel quel par Eddy du Perron. Avec un Portrait du Converti par Creixams; et un Certificat Médical du Dr L. Grattefesces. s.l. s.d. [Brussel, 1923].*

48 blz. 13.5 × 20.5 cm. Oranjegeel omslag in rood bedrukt, zonder naam van uitgever of drukker. Portret in autotypie; het ‘Certificat Médical’, gedateerd ‘17 août 1922’, als facsimile in lijncliché.

Ann. De bundel bevat in het Frans geschreven proza en poëzie, z.g. gevonden door Dr Lucien Grattefesces, directeur van het ‘Sanatorium pour affections mentales, Nerentendus, te Point-à-l'Oeyl (Quirand)’, in de zak van zijn overleden patiënt.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Mei-Juni 1922 in Montmartre, gedrukt Januari 1923 Brussel’.

1924

2. Duco Perkens: Kwartier per Dag. Reis-journaal/Bruxelles/Luxemburg/Luzern/Bellinzona/Milano/Firenze/Venezia/Gardone/Stresa/Antwerpen 15.3.24-15.6.24.

44 blz. 17 × 21 cm. Wit omslag in zwart, blauw en grijs bedrukt met dezelfde tekst als op titelpagina, doch in andere typografische rangschikking en met inhoudsopgave naar de steden, waar de gedichten geschreven zijn. Tegenover titelpagina: ‘Ter perse in Juli 1924. Uitgave De Driehoek’; op blz. 4: ‘Typografiese schikking en verluchting van Jozef Peeters’; op blz. 44: ‘Dit boek gedrukt in 250 exemplaren draagt het nummer...’; op blz. 3 van het omslag: ‘Gedrukt ter drukkerij Alph. Breuer, Elsenesteenweg, 313, Brussel’; op blz. 4 van het omslag: ‘Prijs: 6 Frank. Uitgeverij De Driehoek, Statiekaai 7, Antwerpen’.

Inhoud: Crime Passionnel (Roman)*; Restjes van de Dag (Brussel, 16 Maart '24); Dyn Willighe Dienaer* (Brussel, Maart); Luxemburg Hoofstad [sic] (25 April); Aan een Dichteres (28 April '24); Portier Grand-Hôtel* (Luzern, 29 April); Een Ouwedame (Aan C.A. Willink. Tussen Brunnen en Bellinzona, 30.IV.'24); Dialogue Intérieur* (3 Mei); Steeds met Ikke (Milaan, 5 Mei); Oefenplaats (Voor Maxime Claremoris esteet, gepassionneerd pelgrim. Place Victor-Emmanuel Florence 9.V.'24); De Paladijnen. Reminiscentie (12 Mei); De levende Dode

[p. 526]

(Bacino di San Marco 17.V); Ik zèg U* (Gardone, 21 Mei); Vita Nuova (24 Mei '24); Punt* (Antwerpen 16 Juni '24).

Ann. De auteursnaam ‘Duco Perkens’ is het ps. van de schrijver geweest omstreeks 1924-1926.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Maart-Mei '24, verschenen Nov. '24’.

1925

3. Agath. Een Sonnettenkrans door W.C. Kloot van Neukema [Motto van Baudelaire] Met konterfeitsel van Agath door een intimus van den dichter. Gedrukt in vijftien exemplaren tot opwekking van den Bond van Slaphangers ter secrete Drukkerij ‘Flep-met-Zuchten’ te Geyloord. A.D. MCMIV [sic voor MCMXXV] s.l. [Brussel].*

20 blz. + II blz. voor de ets van P. Creixams. 16.25 × 25 cm. Gedrukt op Hollands papier van Van Gelder Zonen. Initialen van elk der 16 sonnetten in rood gedrukt. Roodpaars omslag met de titel ‘Agath’ in rood en de overige regels in zwart. De exemplaren zijn door de dichter op blz. 2 met rode inkt genummerd.

Ann. Er bestaan ongedrukte, herziene versies van deze sonnettenkrans met De Koning en zijn Min en andere erotica verenigd, onder de titel Kloof tegen Cylinder en het pseudoniem: Cesar Bombay.

Aantekening van de auteur: ‘Hierover zal wel niet worden gesproken? Het werd geschreven in Oct.-Nov. 1924 en gedrukt in Febr. 1925.’

1925

4. De Behouden Prullemand. Snotneus-Vaerzen van Duco Perkens. Zorgvuldig gerangschikt en gedrukt, ter vermeiïng van enkele vrienden en magen, in twaalf exemplaren, met portret door Creixams. s.l. s.d. [Brussel, 1925].

68 blz. 15 × 19.5 cm. Gedrukt op geschept papier. Rosekleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina, in dubbele rand geplaatst. Op blz. 4 van het omslag zijn de exemplaren door de dichter genummerd en gemerkt met de initialen ‘D.P.’.

Inhoud: Prilste Bellen: Na den Slag.* (Voor Grootma - zooals afgesproken. Aller-eerste gepoëtiseer, Bandoeng 1915); De Lijder* (Toch voor Mama, Garoet 1916); Rondeel* (Voor Suze. Tjitjalengka 1917); Voor Zussy* (Bandoeng, 18 April 1919); Voor de dame in kwestie* (Brussel, 25 Oct. 1921). De Knaap met het Gele Haar. Verhaaltje (Voor mijn niet zoo oude cousine Jeanne die mij den 19en November 1921 op mijn plaats heeft gezet omdat ik mij niet verzoenen wilde met den dikken buik van den acteur Le Bargy.) Pootigheidjes: Sonnet: Een mozaïek van goedgeschreven stukken...* (Voor mijzelf omdat ik er ernstig over gedacht heb de hier gelaakte methode in toepassing te brengen. Brussel, Nov. '21); Sonnet: Ik heb de pest aan die zoo erg mo-

[p. 527]

derne schaar...* (Voor Anton K. die het volgende sonnet eerst gestolen maar daarna verbeterd heeft-of andersom. Brugge, Jan. '22); Het Water van de Tempelbron* (Voor Papa); Rapport* (Voor tante Toetie. Brussel, 1921, en later); Afgunst* (Voor Marcel Angenot. In den trein bij Ambérieu, Juni '22); Een lelie op een beddelaken...* (Voor Adé Tissing. Den Haag, bij nicht Jeanne, Juli '22); Proeve van Opdracht (Nice, Hotel Atlantis, Febr. '22. Voor wie't gelooven wil); Redeneering* (Voor mijn neef Noer-ed-Din. Brussel, zonder datum); Het Venster [proza]* (Voor Ferdy de Grave, eens mede-gespleende. Brussel, 8 Jan. '22.). De Schoone Mirette voor wie mijn Hart van Liefde werd vervuld en berstte: Sonnet: Vaak, in mijn opgezweepten eigenwaan...* (Brussel, rue van der Kindere, Dec. 1921. Voor Mirette die toen Mademoiselle was.); Ik hield van u m'n liefste...* (Brussel, Dec. '21. Voor Mirette omdat ze geloofde dat ik mij graag wentelde in mijn smart.); Het is zoo maklijk niet om heerlijk groot te zijn...* (Brussel, Dec. '21. Voor Mirette omdat dit poëem haar een beetje pijn heeft gedaan.); Het licht valt op mijn wit papier...* (Brussel, Dec. '21. Voor Mirette omdat ze met me naar het Museum is geweest.); Adrienne de Buuck. Portret door Pieter Poerbus de Oude (Stedelijk Museum, Brugge) (Brugge, Jan. '22. Voor Mirette omdat ze zich als Florentijnsche edelvrouw heeft verkleed en mij José-Maria de Hérédia heeft doen lezen.); Sonnet: Ik zat in heel een sfeer van vroom geloven...* (Brussel, Jan. '22. Voor Mirette omdat ze heimelijk godsdienstig was en Kloos niet heeft gelezen.); Sonnet: Ik zou wel duizend malen willen liegen...* (Brugge, Jan. '22. Voor Mirette omdat ze Kloos niet kent en soms verlegen kon kijken.); Rondeel: Wanneer de englen op u lijken...* (Brugge, Jan. '22. Voor Mirette, engel of geen engel.); De sneeuw valt staag, en suf, en sloome...* (Parijs, Febr. '22. Voor Mirette die mij aan een dichter heeft voorgesteld.); Sonnet: Daar gaat langs ons, in deftig deugd-ornaat...* (Brussel, Maart '22. Voor Mirette die toen nog niet zoo'n bezwaar had tegen de vuile straat.); Monologue de Bohème* (Montmartre, rue Burq, Maart '22. Niet voor Mirette, omdat er een leelijk woord in staat; daarom voor Charles Maury dien ik onbeschaamd heb uitgebuit.); Ik had u lief - en 'k hèb u lief -...* (Montmartre, Maart '22. Voor Mirette, de schoonste en wijste koningin herself.); Florence is rijk, Florence is schoon...* (Florence, April '22. Voor Mirette die van den coiffeur kwam.); Mirette, ik wil uw schoonheid niet...* (Florence, April '22. Voor Mirette omdàt.); De golfjes van de Arno breken...* (Pisa, April '22. Voor de Mama van Mirette die mij schrikkelijk jong vond.); Sonnet: 'k Ben moe, - ik doe mijn zoo moede oogen toe... (Parijs, Hotel Montreal, Mei '22. Voor Mirette omdat ze bijna mijn portret heeft geschilderd.); Mijn lief zat voor het open raam... (Parijs, Mei '22. Voor Mirette omdat ze mij haar photo's heeft laten houden.); De zee is stil, - en strak...* (Trein naar Florence, Juni '22. Voor Mirette omdat ze mij

[p. 528]

ook haar brieven heeft laten houden.); Dialoog [proza]* (Brussel, Café-Hôtel du Cercle, Juli '22. Voor Mirette die wel wat teveel op kousen en dassen lette.); Sonnet: Ook als 'k je mond niet zie meer, slechts voel wijken... (Brussel, Pension Melrose, Aug. '22. Voor Mirette die mij tot broer wilde hebben.); Sonnet: Ik mocht haar handen zoenen, sprakeloos... (Brussel, Pension Melrose, Aug. '22. Voor Mirette die eens de lamp deed uitgaan.); Ik wil, omdat ik altijd weer moet spreken van mijn liefde...* (Brussel, rue de Facqz, Sept. '22. Voor Mirette die met geen mogelijkheid kon trouwen.); Sonnet: Je ouwe houten deur bleef stram en stom gesloten...* (Brussel, rue Lesbroussart, Oct. '22. Voor Mirette die getrouwd is.); De stille Straat (Epiloog) (Haag, Juli '22. Voor Mirette voor wie ik onvertroost wilde wezen.)

Ann. Op blz. 4 van de tekst vermeldt de auteur: ‘Zonder het getuigenis van Creixams, die mij - in Juli '22 - ongeveer gezien moet hebben zooals ik was, zou ik het misschien niet gewaagd hebben deze vaerzen, zij 't slechts in twaalf exemplaren, te doen drukken. Het portret kan ruimschoots tot inleiding dienen.’ Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven 1915-1922, dus eig. vóór alles. Gedrukt in April 1925 in 12 exx.’.

1925

5. Filter. Negen-en-veertig kwatrijnen van Duco Perkens. Met portret van de schrijver door Max Jacob. Te Brussel bij Raoul Simonson, 2, Rue du Bois Sauvage, MCMXXV.

56 blz. 11 × 17 cm. Paars omslag, bedrukt met dezelfde tekst als de titelpagina. Op blz. 2 tegenover de titelpagina is het portret, naar een autotypie op kunstdrukpapier gedrukt, geplakt.

Opdracht: ‘Affectueusement à Pascal Pia (qui pourtant connaît mieux le jargon des coquillards que la langue de mes polders).’

Colophon: ‘Van deze brochure werden gedrukt, ter drukkerij A. Breuer te Brussel, niet meer dan vijf-en-zeventig exemplaren, genummerd 1-75; en waarvan 1-15 niet in de handel werden gebracht. Dit is no...’.

Ann. De kwatrijnen werden geschreven van 28 januari tot en met 17 maart 1925, dus iedere dag een kwatrijn. In volgende uitgaven zijn slechts 39 van de 49 kwatrijnen herdrukt. Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2.

1926

6. Bij Gebrek aan Ernst/zijnde de volledige werken van Duco Perkens/uitgegeven door E. du Perron. Omslagtekening en frontispieces van C.A. Willink. Te Brussel bij R. Simonson. 2, Rue du Bois Sauvage. MCMXXVI.

[p. 529]

184 blz. 13 × 19.5 cm. Crèmekleurig omslag, bedrukt in donkerbruin met tekening van A.C. Willink.

Opdrachten resp.: ‘Aan Oscar Duboux’, ‘Aan Jozef Peeters’, ‘Aan Julia-Eugénie-Eucharis-Pensierosa’, ‘Aan Noer-ed-Din ibn Suleyman, mijn neef’, ‘Aan Pascal Pia’, ‘Aan C.A. Willink’, ‘Aan de Dame’, ‘Aan Mejuffrouw Trijntje de Vos’ en ‘Aan Raoul Simonson’.

Op blz. 181: ‘Bibliografie’ van Het Roerend Bezit (1ste en 2de druk), Kwartier per Dag, Claudia, Filter en Een tussen Vijf, gevolgd door een nawoord: ‘Enige der aan Filter voorafgaande strofen verschenen in de eerste uitgaaf van Kwartier per Dag, enkele stukjes van Voor de Famielje in het maandblad De Driehoek. Zittingen voor een Damesportret, Een Bloempje aan 't Eind en Windstilte verschijnen hier voor het eerst.’

Inhoud: Het Roerend Bezit [proza], Kwartier per Dag (Reis-Journaal) [poëzie], Claudia [proza], Een tussen Vijf [proza], Filter (voorafgegaan door andere strofen) [poëzie], Voor de Famielje [prozagedichten], Zittingen voor een Damesportret [proza], Een Bloempje aan 't Eind [proza], Windstilte [poëzie]. Noot van de Uitgever [E. du Perron].

Colophon: ‘Bij Gebrek aan Ernst werd gedrukt bij Brian Hill, rue de l'Arbre Bénit 106b, te Brussel, in vijfhonderd exemplaren, genummerd 1 tot 500; waarvan de eerste dertig, voorzien van een portret van Duco Perkens door Willink, niet in de handel.’

Ann. Deze 30 exemplaren op papier van Van Gelder Zonen zijn door de auteur met de hand genummerd. Het portret van Duco Perkens is een los, in de eerste 30 exemplaren gelegde foto op crèmekleurig karton, naar een schilderij van E. du Perron in 1925 door A.C. Willink. Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2. ‘Voor de Famielje’ is niet geheel herdrukt.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Maart '23-Dec. '25, gedrukt Febr. 1926’

1926

7. Het Boozige Boekje. Voor den drukker en eenige Amateurs. s.l. s.d. [Maastricht, 1926].

32 blz. (8 blz. blanco) 14.5 × 17.5 cm. Rosekleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina, geplaatst in een rand van fleurons.

Colophon: ‘Het Boozige Boekje werd geschreven tusschen 22 en 26 Februari 1926, en gedrukt, op kosten van den schrijver (Ik heb geschreven, ben ik dan geen schrijver?), op de persen van Boosten & Stols, te Maastricht, onder toezicht van A.A.M. Stols, in de maand April van hetzelfde jaar (natuurlijk heeft dit allemaal niet het minste belang maar wij amateurs vinden het aardig zoo achterin een boekje), in 50 exemplaren, buiten den handel. Dit exemplaar is genummerd... en geteekend:...’. De exemplaren zijn getekend door E. du Perron en A.A.M. Stols.

[p. 530]

1926

8. De Koning en zijn Min. Eroties Gedicht in Veertien Zangen uit een vreemde taal getrouwelik in de Nederlandse overgezet en gedrukt voor de Vertaler in elf exemplaren. s.l. s.d. [Brussel, 1926].*

64 blz. 11.5 × 17.5 cm. Gedrukt op espartopapier met drie loodrecht op de pagina geplaatste kwatrijnen op elke pagina. Bruinkleurig omslag in zwart, bedrukt met de in een rand geplaatste tekst der titelpagina.

Ann. Deze anonieme uitgave is, hoewel zij in het voorwoord een ‘gebrekkelike overzetting van een in het oorspronkelik zeer savoereus en zeer schoon poëem’ genoemd wordt, een oorspronkelijk, niet herdrukt gedicht, waarvan, verenigd met Agath (zie no. 3) en andere erotica, enkele herziene, ongedrukte versies bestaan onder de titel Kloof tegen Cylinder en het pseudoniem Cesar Bombay.

Aantekening van de auteur: ‘Hierover wordt wsch. ook gezwegen. Het werd geschreven in Oct. '26 en gedrukt in dezelfde maand.’

1927

9. De Behouden Prullemand. Met een portret van Creixams. Niet in de handel, s.l. s.d. [Brussel, 1927].

44 blz. 15 × 19.5 cm. Gedrukt op espartopapier. Omslag van groen papier, bedrukt met de tekst der titelpagina.

Opdracht: ‘Aan de nagedachtenis der Schone Mirette voor Wie mijn Hart van Liefde werd vervuld en berstte.’

Inhoud: Sonnet vooraf, Dromerij* (April 1918), De Knaap met het Gele Haar (Brussel Nov. 1921), Liedje* (Brussel, Dec. '21), Alléén* (Brussel, Dec. '21), Kultus* (Brugge, Jan. '22), Vous êtes belle* (Brugge, Jan. '22), Rondeel* (Brugge, Jan. '22), Sneeuwlandschap* (Parijs, Febr. '22), Wens* (Brussel, Maart '22), Getuigenis* (Brussel, Maart '22), De schoonste en wijste Koningin* (Parijs, April '22), Voor Mirette* (April '22), Bij de Arno* (Pisa, April '22), Ogen* (Parijs, Mei '22), Een laatste straal (Parijs, Mei '22), De kalme Zee* (Bij Bologna Juni '22), Je Ziel (Brussel, Aug. '22), Een Frase (Brussel, Aug. '22), Redenering* (Brussel, Okt. '22), De stille Straat (1922).

Colophon: ‘De Behouden Prullemand werd gedrukt voor de Schrijver, bij A. Breuer te Brussel, in niet meer dan twintig exemplaren.’

Aantekening van de auteur: ‘Keus uit de oudere Prullemand. 20 gedichten inpl. van 40, bedoeld als: de verzen van Kr. Watteyn (voor intimi), gedrukt gelijktijdig met Een Voorbereiding: in Mei 1927.’

1927

10. Ballade der Polderlandsche Onrustige Kapoenen. Geschreven bij het verschijnen van Nijgh & van Ditmar's boekje: Wat de Pers zegt van De Zondaar, door Alie Smeding. Brussel, 21, Rue Saint-Jean, E. du Perron, s.d. [1927]

[p. 531]

2 blz. in planodruk, aan één zijde bedrukt. 18.5 × 27.7 cm.

Ann. Deze ballade werd, nadat ze door het tijdschrift Den Gulden Winckel geweigerd was, voor eigen rekening gedrukt en als ‘feuille volante’ verspreid. Herdrukt in Cahiers van een Lezer 1 (1928, 37-38), Voor kleine Parochie (1931, 43-44), Cahiers van een Lezer gevolgd door Uren met Dirk Coster (1946, 26) en Verzameld Werk II (1955, 30-31).

1927

11. Alle de Rozen of Het Gesprek bij Maanlicht. Met een tekening van A.C. Willink. Niet in de handel. s.l. s.d. [Brussel, 1927]

32 blz. 15.5 × 20 cm. Rosekleurig omslag, bedrukt met titel ‘Alle de Rozen’. Tekst gedrukt op espartopapier.

Opdracht: ‘Aan J. Greshoff: aan de dichter van de “Ballade der Zielige Makkers”, en de Minnaar der boekjes in weinig exemplaren.’

Colophon: ‘Alle de Rozen of Het Gesprek bij Maanlicht werd geschreven tussen Oktober '26 en '27 te Chaumont-Gistoux (Wallonië) en gedrukt voor de schrijver in twintig exemplaren bij A. Breuer, 313, Elsene Steenweg, te Brussel in Oktober '27. Dit exemplaar is genummerd:...’.

Ann. De bundel bevat zes onder de volgende titels herdrukte sonnetten, nl. ‘Wandeling zonder Maan’, ‘Ander Beeld’, ‘Twintigste Eeuw’, ‘De Dorpsschone’, ‘De Bezitting’ en ‘Evocatio’ alsmede acht niet herdrukte prozastukken.

1927

12. Poging tot Afstand. Met een tekening van A.C. Willink. Bij W.N. Dinger, Parklaan 27, Bussum 1927.

100 blz. 15.5 × 20 cm. Gedrukt op espartopapier. Lichtblauw omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina.

Inhoud: Kwartier per Dag (Brussel, Maart '24-Juni '24), Filter (Brussel, Febr. '25), Voor de Famielje (Brussel, Juni '25), Windstilte (Côte d'Azur, Dec. '25), Het Bozige Boekje (Brussel, Febr. '26).

Colophon: ‘Poging tot Afstand werd gedrukt bij A. Breuer, 313, Elsene Steenweg te Brussel, in honderd-twintig genummerde exemplaren, waarvan de eerste twintig buiten de handel. No...’.

1928

13. Poging tot Afstand. Met een Tekening van A.C. Willink [Uitgeversmerk]. A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht 1928.

96 blz. 14 × 20 cm. Geelkleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina, uitgeversmerk in rood en dubbele rode lijn om de gehele tekst.

Opdracht: ‘Aan A.C. Willink’.

Colophon: ‘Gedrukt bij Boosten & Stols te Maastricht in een oplage

[p. 532]

van 265 exemplaren: 15 op geschept Hollands papier (I-XV, waarvan I-V niet in de handel); en 250 op Engels papier (1-250, waarvan 1-50 niet in de handel). [Uitgeversmerk] No...’.

Ann. Een groot deel van deze oplage, waarvan de tekst dezelfde is als die van de 1ste druk van 1927, werd in 1932 op verzoek van de dichter door de uitgever vernietigd.

1928

14. Sonnet van Burgerdeugd. Gedicht. Uitgave van A.A.M. Stols, Maastricht & Brussel. Houtsnede van A.C. Willink. Rijmprenten en Planodrukken no 2. s.d. [1928].

2 blz. in planodruk. 21 × 38 cm. Gedrukt op Ossekoppapier van Van Gelder Zonen, aan één zijde bedrukt.

Ann. Het sonnet werd oorspronkelijk gepubliceerd in het maandblad De Gids XCII (1928) no 4, 41.

1928

15. Gebed bij de Harde Dood. In een oplage van 50 exemplaren gedrukt voor de vrienden van A.A.M. Stols, Brussel 1928.

24 blz. (8 blz. blanco). 14.5 × 17 cm. Gedrukt op Hollands papier van Van Gelder Zonen bij Van Buggenhoudt te Brussel als no. 15 der serie ‘To the Happy Few’. Grijs omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina, uitgezonderd de regel: ‘In een oplage van 50 exemplaren’.

Ann. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in het maandblad De Gids XCII (1928) no 9, 320-323 (‘In Memoriam O.-J.P.’ [Odilon-Jean Périer]) met 24 strofen, overeenkomstig deze eerste editie, terwijl de latere publicaties in Erts. Letterkundige Almanak voor het jaar 1929, Parlando (1930, 1941, 1948 en 1955) en Mikrochaos (1932, 1935) er 28 bevatten.

1930

16. Parlando [Houtsnede-vignet der serie ‘Luchtkasteelen’ door J. Franken Pzn] A.A.M. Stols. Maastricht & Brussel. 1930.

68 blz. (6 blz. blanco). 13.5 × 21 cm. Gedrukt op Hollands papier van Pannekoek & Co. Omslag van grijs geschept papier met de tekst der titelpagina.

Opdracht: ‘Aan Jan van Nijlen’.

Colophon: ‘“Parlando” door E. du Perron is het vierde deel van de serie “Luchtkasteelen” en werd in Januari 1930 gedrukt onder leiding van A.A.M. Stols in de drukkerij Boosten & Stols te Maastricht in een oplage van 150 exemplaten (1-150). De nummers 126-150 zijn gereserveerd voor den schrijver, den uitgever en de pers. No... [Uitgeversmerk]’.

Inhoud: Rose en Geel: I. De Francs-Tireurs. II. Adriana de Buuck.

[p. 533]

III. Reprise (Na 6 jaar). IV. Beeld uit het Verleden. V. Ander Beeld. VI. Wandeling zonder Maan. VII. Twintigste Eeuw. VIII. Evocatio. IX. De Bezitting. X. De Dorpsschone. XI. Bijwijze van Haat. XII. Sonnet van Burgerdeugd. XIII. Voor een bundel van Jan van Nijlen. XIV. Begin van de Lente. XV. O lieflik Dorp. XVI. Platen aan de wand*. XVII. De Douairière. XVIII. Landelik Treurspel. XIX. Het Kind dat wij waren. XX. Stevens pinxit. XXI. De Vrouw op mijn schoorsteen. XXII. Ter Uitnodiging. XXIII. De Bedelaar onder de boom. XXIV. Een grote Stilte. XXV. Leven is goed.... XXVI. In Memoriam. XXVII. Kolonie. XXVIII. Mystiek Terrein. XXIX. De Katastrofe. XXX. Epitaaf. Gebed bij de Harde Dood. Hubertus bij Zon en Schaduw. P.P.C.. Lied van Avontuur*. l'Homme qui rit. (In memoriam Duco Perkens). Een Opdracht (A.O. Barnabooth). Het Huis. Mirliton.

1932

17. Mikrochaos. Met een tekening van A.C. Willink [Uitgeversmerk]. A.A.M. Stols. Brussel & Maastricht. 1932.

112 blz. 13.5 × 21 cm. Gedrukt bij Boosten & Stols te Maastricht. Band van grijs linnen, met in goud gestempeld: ‘E. du Perron. Mikrochaos [Uitgeversmerk]’. Stofomslag van grijs gehamerd papier met: ‘E. du Perron. Mikrochaos [Uitgeversmerk].’

Colophon: ‘Van deze uitgave werden 10 exemplaren op geschept Hollands papier gedrukt’.

Inhoud: Voorwoord (April '32). Vermoeide Jeugd (Aan A.C. Willink): Bittere Ballade (1921), Roman in twee vensters (1922), Modern Toerisme, De Paladijnen, Oefenplaats, Als Reisverhaal, Lied van Verwachting, De Ouwedame, De Zieke Man, De Nieuwe Moord van Raamsdonk, Kroniek (1924), Lied van Avontuur,* Filter (Febr. '25), Windstilte (Côte d'Azur, Dec. '25). Rose en Geel (Aan Jan van Nijlen): De Franctireurs, Adriana de Buuck, Reprise (Na 6 jaar), Beeld uit het Verleden, Ander Beeld, Wandeling zonder Maan, Twintigste Eeuw, Evocatio, De Bezitting, De Dorpsschone, Begin van de Lente, Bijwijze van Haat, Sonnet van Burgerdeugd, Bij een bundel van Jan van Nijlen, De Notaris spreekt, O lieflik Dorp, Landelik Treurspel, De Douairière, Een Apostel, Stevens pinxit, De Vrouw op mijn schoorsteen, Ter Uitnodiging, De Bedelaar onder de boom, Het Kind dat wij waren, Een grote Stilte, Leven is goed..., Gebed bij de Harde Dood (Maart '28). Het Verval (Aan Victor E. van Vriesland): Hubertus bij Zon en Schaduw (Gistoux, April '29), P.P.C., De man die lacht, Een Opdracht (A.O. Barnabooth), Het Huis, Pastiche-Nerval, Gli Amanti, In Memoriam, Kolonie, Mystiek Terrein, De Katastrofe, Epitaaf, De Ronker tot de Verdrevene, Een Vrouw, Voor S-, De Wachtende (1929), Mirliton. Aantekeningen.

Ann. De afdeling ‘Vermoeide Jeugd’ is een gedeeltelijke herdruk van

[p. 534]

Poging tot Afstand (1927), waarvan ‘Filter’ nu slechts 39 kwatrijnen telt en waarbij ‘Lied van Avontuur’ uit Parlando gevoegd is; de afdeling ‘Rose en Geel’ uit Parlando (1930) is vermeerderd met de sonnetten ‘Een Apostel’ en ‘De Notaris spreekt’, terwijl het sonnet ‘Platen aan de Wand’ vervallen is; herzien zijn de sonnetten ‘De Franctireurs’, ‘Adriana de Buuck’, ‘Ander Beeld’, ‘Wandeling zonder Maan’, ‘De Bezitting’, ‘Bijwijze van Haat’, ‘Sonnet van Burgerdeugd’, ‘O lieflik Dorp’, ‘Ter Uitnodiging’, ‘De Bedelaar onder de boom’, ‘Het Kind dat wij waren’ en ‘Leven is goed...’; de nieuwe afdeling ‘Het Verval’ bevat de nieuwe gedichten ‘Pastiche-Nerval’, ‘Gli Amanti’, ‘De Ronker tot de Verdrevene’, ‘Een Vrouw’, ‘Voor S-’, ‘De Wachtende’ en de herziene gedichten ‘P.P.C.’, ‘De Man die lacht’, ‘Een Opdracht’, ‘In Memoriam’, ‘Mystiek Terrein’, ‘Epitaaf’ en ‘Mirliton’.

1935

18. Mikrochaos. Tweede, vermeerderde druk. Serie ‘Kaleidoscoop’ No. 24. A.A.M. Stols' Uitgevers-Mij. Maastricht & Brussel s.d. [1935], 136 blz. (blz. 129-34 bedrukt met catalogus der serie ‘Kaleidoscoop’) 12.5 × 19.5 cm. Bruine linnen band in goud gestempeld. Crèmekleurig stofomslag, bedrukt in zwart en bruin, naar een ontwerp van J. Buckland Wright. Op blz. 6 is een bibliografie van de auteur tot 1935 afgedrukt.

Colophon: ‘Gezet met de Garamond-letter en gedrukt bij de Firma Boosten & Stols te Maastricht’.

Inhoud: Vermoeide Jeugd, Rose en Geel, Het Verval, Parlando, Aantekeningen.

Ann. De afdelingen ‘Vermoeide Jeugd’ en ‘Rose en Geel’ zijn gelijk aan de 1ste druk van de gelijknamige bundel evenals de afdeling ‘Het Verval’, waarvan echter het gedicht ‘Mirliton’ nu de nieuwe afdeling ‘Parlando’ besluit, die een 13-tal gedichten bevat, nl. ‘Somewhere’, ‘Op een Divanbed’, ‘De Bierpiraat’, ‘Aan Greshoff’, ‘Twee Filmsirenen’, ‘Voor een Paradijsvaarder’, ‘De Verloofde’, ‘De Vooruitgang’, ‘Maar heden...’*, ‘Saint-Just’, ‘Twee liedjes van Byron’, ‘Billets pour Elle I, II’, en ‘Mirliton’. Voor het vervaardigen van deze uitgave werd gebruik gemaakt van de resterende exemplaren van de 1ste druk van de bundel, waarvan het ‘Voorwoord’ vervallen is, doch blz. 1-16 en 97-104 alsmede de ‘Aantekeningen’ opnieuw werden gezet en gedrukt.

1941

19. De Grijze Dashond. Gedicht. Inleiding door S. Vestdijk. Uitgave van A.A.M. Stols. Rijswijk (Z.H.). ‘Helikon’ Tijdschrift voor Poëzie onder redactie van Ed. Hoornik. Jan. 1941, 11e jaargang no. 11.

40 blz. 12.25 × 20 cm. Lichtgroen kartonnen band met wit etiket op plat en rug, in zwart bedrukt.

[p. 535]

Colophon: ‘Oplage 300 exemplaren’.

Ann. Dit onvoltooide gedicht verscheen posthuum, met een opdracht ‘Aan Cola Debrot’, voor het eerst in Groot-Nederland XXXVIII (1940), Aug. 661-71, met een andere inleiding van S. Vestdijk dan de hier gepubliceerde.

1941

20. Parlando. Verzamelde Gedichten. [Uitgeversmerk] 1941, A.A.M. Stols Uitgever. Rijswijk. Z.-H.

188 blz. 15.5 × 23.5 cm. Band in bruin buckram met stempels in goud naar ontwerp van Helmut Salden, van wie ook de omslagtekening in zwart, grijs en wit is, alsmede de bandstempels Van de in perkament gebonden exemplaren op Hollands papier. Op de titelpagina is de titel ‘Parlando’ in rood gedrukt.

Colophon: ‘Parlando, Verzamelde Gedichten van E. du Perron, ingeleid door S. Vestdijk, werd in Juni 1941 gezet uit de letter “Lutetia” van J. van Krimpen en naar typografisch ontwerp van A.A.M. Stols gedrukt bij de firma Boosten & Stols te Maastricht. De bandstempels en het stofomslag werden ontworpen door Helmut Salden, Buiten de gewone oplage werden 25 exemplaren, genummerd I tot en met XXV, gedrukt op geschept Hollands papier van Pannekoek & Co. Bindwerk van de N.V. v/h J. Giltay & Zn te Dordrecht. [Uitgeversmerk] No....’.

Inhoud: Inleiding door S. Vestdijk; Vermoeide Jeugd; Rose en Geel; Het Verval; Parlando; De Grijze Dashond; Aantekeningen; Bibliografie der Dichtbundels van E. du Perron door A.A.M. Stols.

Ann. De afdeling ‘Vermoeide Jeugd’ is uitgebreid met ‘De Mama’; herzien zijn ‘Oefenplaats’, ‘De Zieke Man’, ‘Reisverhaal’ en ‘Windstilte’; vervallen is ‘Lied van Avontuur’. De afdeling ‘Het Verval’ is uitgebreid met ‘Na 't zoetste Werk’ en ‘Mirliton’; herzien zijn ‘De Man die lacht’, ‘Een Opdracht’ en ‘Gli Amanti’. De afdeling ‘Parlando’ is uitgebreid met ‘Garoet bij nacht’ ‘21 Oktober '37’, ‘Meisje in parelgrijs’, ‘Het Spook’, ‘Eens een Jongmeisje’ (1939), ‘De twee Gevangenen’ en ‘La véritable Manola’; herzien zijn ‘Antwoord aan Greshoff’ en ‘Saint-Just’; vervallen zijn ‘Maar heden...’ en ‘Mirliton’. De tekst van deze uitgave werd door de dichter als definitieve tekst van zijn poëzie voor de druk gereed gemaakt en in augustus 1941 posthuum uitgegeven. De ‘Inleiding’ door S. Vestdijk en de ‘Bibliografie der Dichtbundels’ door A.A.M. Stols werden voor deze druk geschreven.

1942

21. Een grote Stilte. Teekening van A.C. Willink. No 11 ‘Orpheus’ [Uitgeversmerk] A.A.M. Stols Uitgever, 's-Gravenhage, s.d. [1942].

4 blz. 16 × 25 cm. Omslag van crèmekleurig papier.

Colophon: ‘Gedrukt bij Boosten & Stols, Maastricht, 1941’.

[p. 536]

Ann. Dit rijmboekje verscheen als no 11 van de poëziereeks ‘Orpheus’, in een oplage van 1000 exemplaren met de tekst in de Janson-letter en de titelpagina in de Lutetia.

1948

22. Verzameld Werk [II]. Parlando. Verzamelde Gedichten. Uitgeverij Contact. Amsterdam/Antwerpen s.d. [1948]

168 blz. 13 × 20 cm. Roodbruine linnen band met de titel ‘Parlando’ in goud gestempeld. Rosekleurig omslag in zwart, bruin en wit bedrukt en met auteursportret door E. van Moerkerken. Tekst op voorflap van F.E.A. Batten. Op blz. 4: ‘Gedrukt door Drukkerij H. Tulp/Zwolle. Copyright bij Uitgeverij Contact/Amsterdam’.

Colophon: ‘Parlando, Verzamelde Gedichten van E. du Perron, werd in November 1948 in de letter Baskerville herdrukt voor Uitgeverij Contact te Amsterdam. De eerste druk verscheen in Augustus 1941 met een Inleiding van S. Vestdijk en een Bibliografie der Dichtbundels door A.A.M. Stols bij Uitg. A.A.M. Stols te 's-Gravenhage. Deze uitgave bevat de tekst van de dichtbundels Poging tot Afstand (1ste druk 1927), Parlando (1ste druk 1930), Mikrochaos (1ste druk 1932; 2de druk 1935), De Grijze Dashond (1941) en Parlando, Verzamelde Gedichten (1ste druk 1941).’

Ann. De tekst is geheel conform de definitieve druk van Parlando, Verzamelde Gedichten (zie no. 20) en vormde, volgens het bericht op de voorflap, deel II van de Contact-editie van het Verzameld Werk.

1955

23. Verzameld Werk I. Parlando. Poging tot Afstand [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1955.

608 blz. dundruk. 11.8 × 19.3 cm. Donkerbruine linnen band met de auteursnaam ‘Du Perron’ in goud gestempeld. Geelkleurig omslag, in bruin en blauw bedrukt, naar ontwerp van Helmut Salden. Op blz. 4: ‘Copyright E. du Perron-de Roos’.

Colophon: ‘Dit eerste deel van het Verzameld Werk van E. du Perron werd verzorgd door E. du Perron-de Roos, F.E.A. Batten en H.A. Gomperts. De typografische verzorging is van Helmut Salden. In opdracht van G.A. van Oorschot, uitgever te Amsterdam, werd het, uit de Romulus gezet, gedrukt door N.V. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen en gebonden door Elias P. van Bommel te Amsterdam.’

Ann. De tekst van Parlando omvat blz. 5-162 van dit deel en wordt in de redactionele ‘Verantwoording’, waarin het ‘Voorwoord’ van de 1ste druk van Mikrochaos (1932) en een commentaar van de dichter bij het gedicht ‘De Mama’ zijn herdrukt, als conform de gelijknamige Stols-editie (zie no. 20) beschreven.

[p. 537]

Verhalen

1923

24. Manuscrit trouvé dans une poche. Chronique de la Conversion de Bodor Guíla, Etranger. Publié tel quel par Eddy du Perron. Avec un Portrait du Converti par Creixams; et un Certificat Médical du Dr L. Grattefesces. s.l. s.d. [Brussel, 1923]*.

Ann. De bundel, beschreven onder no. 1, bevat in het Frans geschreven proza en enige gedichten.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Mei-Juni 1922 in Montmartre, gedrukt Januari 1923 Brussel.’

1924

25. Duco Perkens: Het Roerend Bezit. Met elf plaatjes van Oscar Duboux. Uitgave van Het Overzicht, Juul Moretuslei 305, Wilryck-Antwerpen, 1924.

68 blz. 17.5 × 21 cm. Crèmekleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina in vettere letter en in een zwarte rand.

Opdracht: ‘Aan Oscar Duboux. (A toi, mon vieux Jacques!)’.

Colophon: ‘Van dit boek werden gedrukt vijfhonderd exemplaren, waarvan vijf-en-twintig op Alfa-papier, niet in de handel gebracht en genummerd 1-25.’ De exemplaren zijn met een numerator van 01 tot en met 25 genummerd.

Ann. Het ‘Woord Vooraf’ is gedateerd: Maart '24. Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Jan. 1923, gedrukt Mei 1924.’

1924

26. Duco Perkens: Het Roerend Bezit. Met negen plaatjes van Oscar Duboux. Drukkerij A. Breuer, Elsene-Brussel. s.d. [1924]

32 blz. 13.5 × 18 cm. Grijskleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina.

Opdracht: ‘Aan Oscar Duboux (A toi, mon vieux Jacques!)’

Colophon: ‘Deze verbeterde herdruk verscheen in vijf-en-twintig exemplaren, niet in de handel gebracht en genummerd 1-25. Dit is nr:...’. De exemplaren zijn door de auteur met de hand genummerd.

Ann. Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2.

Aantekening van de auteur: ‘Herziene tekst, 25 exx. gedrukt Juni 1924.’

1925

27. Duco Perkens: Claudia. Met vijf tekeningen van P. Creixams. Uitgaven van De Driehoek, Statiekaai 7, Antwerpen s.d. [1925]

36 blz. 14 × 18 cm. Blauwkleurig omslag bedrukt met tekst: ‘Cahiers van De Driehoek/Uitgeverij/Statiekaai, 7/Antwerpen.’

[p. 538]

Opdracht: ‘Ana [sic]]ulia-Eugénie-Eucharis-Pensierosa’.

Colophon: ‘Van dit cahier verschenen slechts driehonderd exemplaren, genummerd 1-300, en waarvan 1-30, gedrukt op Engels tekenpapier, niet in de handel werden gebracht. Dit is nummer:... Gedrukt bij A. Breuer, Elsene Steenweg 313, te Brussel, April 1925.’ De exemplaren werden met een numerator genummerd.

Ann. Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Aug. '24, verschenen Mei '25.’

1925

28. Duco Perkens: Een tussen Vijf. Met vier tekeningen van C.A. Willink. Uitgaven van De Driehoek. Statiekaai 7, Antwerpen s.d. [1925]

32 blz. 14 × 18 cm. Groenkleurig omslag, bedrukt met de tekst van de titelpagina.

Opdracht: ‘Aan Noer-ed-Din ibn Suleyman, mijn neef.’

Colophon: ‘Van dit cahier werden gedrukt driehonderdvijftien exemplaren, genummerd 1 tot 315, waarvan nr 1 tot 15, gedrukt op Hollands papier, niet in de handel werden gebracht. Dit is nr...’ Deze 15 exemplaren zijn door de auteur met de hand genummerd en gemerkt: ‘D.P.’.

Ann. Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2.

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Dec. '24, verschenen Sept. '25.’

1926

29. Bij Gebrek aan Ernst / zijnde de volledige werken van Duco Perkens / uitgegeven door E. du Perron. Omslagtekening en frontispièces van C.A. Willink. Te Brussel bij R. Simonson, 2, rue du Bois Sauvage, MCMXXVI.

Ann. Deze bundel is beschreven onder no. 6. Zie voor het ps. Duco Perkens no. 2.

1928

30. Bij Gebrek aan Ernst. Met een Tekening van A.C. Willink. [Uitgeversmerk] A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht 1928.

160 blz. 14 × 20 cm. Geelkleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina. Uitgeversmerk in rood en omgeven door een dubbele rode lijn.

Opdracht: ‘Aan de nagedachtenis van Paul van Ostaijen’.

Colophon: ‘Gedrukt bij Boosten en Stols te Maastricht in een oplage van 265 exemplaren; 15 op geschept Hollands papier (I-XV, waarvan I - V niet in de handel); en 250 op Engels papier (1-250), waarvan 1-50 niet in de handel. [Uitgeversmerk] No...’

[p. 539]

Inhoud: Het Roerend Bezit (Brussel, Jan. '23), Claudia (Monte Bré, Aug. '24), Een tussen Vijf (Pallanza, Dec. '24), Zittingen voor een Damesportret (Brussel, Aug. '25), Een Bloempje aan 't Eind (Brussel, Okt. '25), Ieder zijn Kwelling (Gistoux, Juli '27), Nameno's Terugkeer (Villefranche, Jan. '27), De derde Nameno (Gistoux, Okt. '27).

Ann. In deze herdruk zijn vervallen de afdelingen ‘Kwartier per Dag’, ‘Filter’, ‘Voor de Famielje’, en ‘Windstilte’ en vervangen door de drie verhalen: ‘Ieder zijn Kwelling’, ‘Nameno's Terugkeer’ en ‘De derde Nameno’.

Aantekening van de uitgever: ‘Op verzoek van de auteur is in 1932 een groot deel van de oplage vernietigd.’

1929

31. Nutteloos Verzet. Met een tekening van A.C. Willink. [Uitgeversmerk] A.A.M. Stols, Brussel & Maastricht 1929.

144 blz. 13 × 19.5 cm. Geelkleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina. Uitgeversmerk in rood en omgeven door een dubbele rode lijn.

Opdracht: ‘Aan Jan Greshoff’.

Colophon: ‘Gedrukt bij Boosten en Stols te Maastricht in een oplage van 265 exemplaren: 15 op geschept Hollands papier (I-XV, waarvan I-V niet in de handel), en 250 op Engels papier (1-250, waarvan 1-50 niet in de handel).[Uitgeversmerk] No...’

Inhoud: Zo leeg een Bestaan (Brussel, Jan. '26). Historie van Gevoel (Gistoux, Mei '27). Het Drama van Huize-aan-Zee. Voor alle Zekerheid (Gistoux, Okt. '27). De Avonturiers (Brussel, Febr. '28).

Aantekening van de uitgever: ‘Op verzoek van de auteur is in 1932 een groot deel van de oplage vernietigd’.

1932

32. Bij Gebrek aan Ernst. (Definitieve druk). Met een tekening van A.C. Willink. A.A.M. Stols, Brussel & Maastricht 1932.

208 blz. 13.5 × 21 cm. Blauwe linnen band met tekst in goud bedrukt: ‘E. du Perron. Bij Gebrek aan Ernst’ [Uitgeversmerk].

Opdracht: ‘Aan de nagedachtenis van Paul van Ostaijen’.

Colophon: ‘Van deze uitgave werden 10 exemplaren op geschept Hollands papier gedrukt.’

Ann. Deze herziene druk is vermeerderd met ‘De Poging tot Afstand’ en een ‘Nawoord’, gedateerd Augustus 1931.

1933

33. Nutteloos Verzet (Herziene en Vermeerderde Druk) Met een tekening van A.C. Willink. P.N. van Kampen & Zoon N.V. Amsterdam 1933.

[p. 540]

11 + 186 blz. 14.25 × 22 cm. Geelbruin linnen band met de titelprent van A.C. Willink en onderschrift: ‘E. du Perron - Nutteloos Verzet.’

Opdracht: ‘Aan Jan Greshoff’.

Inhoud: Voorwoord (Mei 1933). Zo leeg een Bestaan (Jan. '26). Historie van Gevoel (Mei '27). Het Drama van Huize-aan-Zee (Sept. '27). Voor alle Zekerheid (Okt. '27). De Avonturiers (Febr. '28). Een Kind in de Zonde (Maart '28).

Ann. In deze herdruk verschijnen het ‘Voorwoord’ en het verhaal ‘Een Kind in de Zonde’ voor het eerst, welk verhaal onder de titel ‘Petrus en Paulus of de Overdrijving der Jeugd’ oorspronkelijk verscheen in Twintig Noord- en Zuid-Nederlandsche Verhalen (1930).

Aantekening van de uitgever: ‘Van deze uitgave werden 4 exemplaren op Hollands papier van Pannekoek gedrukt. Het restant werd in 1941 aan Boekhandel A.A. Balkema te Amsterdam verkocht.’

1937

34. Bij Gebrek aan Ernst. Verhalen. Met een tekening van A.C. Willink. Derde Druk. A.A.M. Stols' Uitgevers-Mij, Maastricht & Brussel. Serie ‘Kaleidoscoop’. No. 32-33 s.d. [1937].

216 blz. 12.5 × 19.5 cm. Crèmekleurig omslag in zwart en rood bedrukt, naar ontwerp van J. Buckland Wright. Gekartonneerde band in hetzelfde papier als het omslag. Op blz. 207 is een bibliografie met het tot 1937 bij A.A.M. Stols' Uitgevers-Mij uitgegeven werk van de auteur en op blz. 209-16 een catalogus van de serie ‘Kaleidoscoop’ afgedrukt.

Opdracht: ‘Aan de nagedachtenis van Paul van Ostaijen’.

Colophon: ‘Gezet met de letter van Garamond en gedrukt bij de firma Boosten & Stols te Maastricht.’

Aantekening van de uitgever: ‘Deze derde druk is geen echte derde druk. Daar de tweede druk (evenmin als de eerste) verkoopbaar bleek, werden de exemplaren van een nieuwe titelpagina voorzien, nadat die van den tweeden druk uitgesneden was. Op dezelfde wijze werden blz. 207-208 vervangen. De eigenlijke inhoud van deze uitgave is dus dezelfde als die van den eersten druk.’

1951

35. Verzameld Werk [IV]. Poging tot Afstand. Verhalen. Uitgeverij Contact. Amsterdam en Antwerpen, s.d. [1951]

412 blz. 20 × 21.5 cm. Roodbruin linnen band met de titel in goud gestempeld. Stofomslag van wit papier, in zwart en groen bedrukt, naar ontwerp van H. Salden, met auteursportret door E. van Moerkerken. Op blz. 4: ‘Gedrukt door Firma H. Tulp/Zwolle. Copyright by Uitgeverij Contact/Amsterdam.’

Ann. Volgens de tekst van W.L.M.E. van Leeuwen op de voorflap is dit het IVde deel van de Contact-editie van het Verzameld Werk.

[p. 541]

Deze posthume uitgave bevat de door de auteur herziene, definitieve tekst van de roman Een Voorbereiding, van de verhalenbundels Bij Gebrek aan Ernst en Nutteloos Verzet en de tot dusver ongebundelde novelle ...E poi muori.

Aantekening van de auteur: ‘Herzien Parijs 1935’.

1955

36. Verzameld Werk I. Parlando. Poging tot Afstand. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1955.

Ann. Deze uitgave bevat van blz. 163-589 een herdruk van no. 35.

1956

37. Verzameld Werk V. In deze Grootse Tijd. Scheepsjournaal van Arthur Ducroo. Onvoltooid Werk. Verspreide Stukken. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1956.

Ann. Onder het hoofd ‘Verspreide Stukken’ zijn op blz. 553-89 drie jeugdverhalen herdrukt uit (Bataviaasch Handelsblad) (1920) en ‘De Revue’ (1921).

Romans

1927

38. Een Voorbereiding / Zijnde de cahiers van Kristiaan Watteyn met een tekening van de schrijver en een voorrede van R. Queselius/uitgegeven door E. du Perron. Bij W.N. Dinger te Bussum. MCMXVII [sic voor MCMXXVII].

11 + 232 blz. 15.5 × 19.5 cm. Groenkleurig omslag, bedrukt met de tekst der titelpagina. De pentekening is gedrukt op kunstdrukpapier.

Opdracht: ‘Aan Adé Tissing’.

Colophon: ‘Een Voorbereiding werd, voor de eerste maal, gedrukt te Brussel, bij A. Breuer, 313, Elsene Steenweg, in honderd-twintig genummerde exemplaren waarvan de eerste twintig buiten de handel. Dit exemplaar draagt het nummer...’.

Ann. Deze uitgave bevat een ‘Voorrede’, herdrukt in Cahiers van een Lezer (1928), en 27 ‘Cahiers’ als hoofdstukken. De pentekening van de auteur is gereproduceerd in het maandblad Kroniek van Kunst en Kultuur V (1940) nr 4-5, 56, in G.H. 's-Gravesandes biografie E. du Perron. Herinneringen en Bescheiden ('s-Gravenhage, A.A.M. Stols, 1947) tegenover blz. 80 en in het Verzameld Werk VII (1960).

Aantekening van de auteur: ‘Geschreven Febr. '22 tot April '26 (de drie laatste hfdst., de rest ongeveer tot Juli '23, behalve van tijd tot tijd een omwerking.). Gedrukt Mei 1927. In omloop gebracht Sept. '27.’

[p. 542]

1931

39. Een Voorbereiding (Omgewerkte Druk). Met een tekening van A.C. Willink. A.A.M. Stols, Brussel & Maastricht 1931.

184 blz. 13.5 × 20.5 cm. Groenlinnen band in goud gestempeld. Groenkleurig stofomslag, in zwart bedrukt, met: ‘E. du Perron. Een Voorbereiding [Uitgeversmerk]’.

Opdracht: ‘Aan Menno ter Braak’.

Colophon: ‘Van deze uitgave werden 15 exemplaren op geschept Hollands papier gedrukt. No...’

Ann. De tekst van deze uitgave verschilt in zoverre van de vorige, dat de ‘Voorrede’ vervallen is en de roman nu acht onderverdeelde hoofdstukken bevat, waarvan het laatste gedateerd is: 1922-26. Op blz. 179-81 staat een ‘Nawoord bij deze 2e druk’, gedateerd Mei 1928.

1935

40. Het Land van Herkomst. Roman. MCMXXXV. N.V. Em. Querido's Uitgevers-Mij Amsterdam.

496 blz. 13.25 × 20.75 cm. Band van bruin of rood buckram, in goud gestempeld met auteursnaam, titel en uitgeversmerk. Stofomslag van wit papier, als volgt bedrukt: ‘E. du Perron. Het Land van Herkomst [Tekening in lijncliché door A. Alexeïeff’ Em. Querido-Amsterdam 1935). Een vel met ‘Verbeteringen’ werd in de 1ste en 2de oplage los bijgevoegd.

Opdracht: ‘Aan Elisabeth de Roos’.

Ann. De roman werd in mei 1935 in omloop gebracht. Een tweede druk, d.w.z. een tweede oplage, volgde in dezelfde maand. Het uitgeversprospectus met een door de auteur geschreven inleiding werd in G.H. 's-Gravesandes biografie E. du Perron. Herinneringen en Bescheiden herdrukt ('s-Gravenhage, A.A.M. Stols, 1947), blz. 98-101.

1937

41. Een Voorbereiding. Roman. Met een tekening van A.C. Willink. Derde druk. A.A.M. Stols' Uitgevers-Mij. Maastricht & Brussel. Serie ‘Kaleidoscoop’ No 26/27 s.d. [1937].

192 blz. 12.5 × 19.5 cm. Stofomslag en band van crèmekleurig papier, in zwart en blauw bedrukt naar ontwerp van J. Buckland Wright. Op blz. 185-192 is een catalogus van de serie ‘Kaleidoscoop’ opgenomen.

Opdracht: ‘Aan Menno ter Braak’.

Colophon: ‘Gezet met de letter van Garamond en gedrukt bij de firma Boosten & Stols te Maastricht.’

Aantekening van de uitgever: ‘Voor deze uitgave werd gebruik gemaakt van vellen van de omgewerkte, 2de druk (1931); de titelpagina van die 2de druk werd vervangen door de titelpagina als boven vermeld; blzn. 183 en 184 werden eveneens vervangen. Op blz. 179 is evenwel blij-

[p. 543]

ven staan: “Nawoord bij deze 2e druk”. De tekst is overigens geheel identiek met die van de tweede druk.’

1939

42. Schandaal in Holland. [Uitgeversmerk] Den Haag MCMXXXIX H.P. Leopold's Uitgevers-Mij N.V.

224 blz. 14 × 20.5 cm. Halflinnen band in bordeaux-rood in goud gestempeld; platten van imitatieperkament in bordeaux-rood bedrukt: ‘E. du Perron [Tekening van Thomas Nix]. Schandaal in Holland’. Omslagtekening van Thomas Nix, in blauw en violet op wit papier.

Opdracht: ‘Aan Hugo Samkalden’.

Ann. Deze roman, eerste deel van een verhalencyclus De Onzekeren, zoals de titelpagina vermeldt, zou vervolgd worden door de roman ‘Zich doen gelden’. Voor deze cyclus zie ‘Verantwoording’ in Verzameld Werk V (1956).

1943

43. Scheepsjournaal van Arthur Ducroo. [Uitgeversmerk] Amsterdam. L.J. Veen's Uitgevers-Maatschappij N.V. s.d. [1943].

134 blz. 13.5 × 21 cm. Halflinnen band met lichtbruine rug en platten, met uitgeversmerk in goud gestempeld. Stofomslag van wit papier, bedrukt in oranjerood, zwart en wit met tekst: ‘E. du Perron. Scheepsjournaal van Arthur Ducroo. [Uitgeversmerk L.J.V.] Prominentenreeks. L.J. Veen's Uitgevers-Maatschappij N.V. Amsterdam’.

Opdracht: ‘Aan Freddy Batten’.

Ann. Het ‘Voorwoord’, gedateerd ‘Juni '39’, luidt een journaal van 13 october tot en met 10 november 1936 in, dat het relaas van Arthur Ducroo's terugreis naar Nederlands-Indië bevat. Het verscheen, als deel van de ‘Prominentenreeks’ onder redactie van Johan van der Woude, posthuum in de Duitse bezettingstijd en werd in beperkte omloop gebracht.

1948

44. Verzameld Werk [I]. Het Land van Herkomst. Uitgeverij Contact. Amsterdam en Antwerpen s.d. [1948].

512 blz. 20.1 × 12.7 cm. Roodbruine linnen band, met de titel in goud gestempeld. Stofomslag van maïsgeel papier, in zwart, wit en bruin bedrukt met de tekst: ‘E. du Perron. Verzameld Werk. Het Land van Herkomst. Contact Amsterdam’ en met auteursportret door E. van Moerkerken. Een gedeelte van de oplage werd op opdikkend papier gedrukt. Tekst op voorflap van F.E.A. Batten.

Opdracht: ‘Aan Elisabeth de Roos’.

Colophon: ‘Copyright Contact/Amsterdam 1948. De eerste druk van Het Land van Herkomst verscheen in Mei 1935 bij N.V. Em. Querido's

[p. 544]

Uitgevers-Mij te Amsterdam. De tekst is door de auteur voor de herdruk bewerkt, evenals alle volgende delen van het Verzameld Werk, behalve het laatste, dat ongepubliceerde fragmenten zal bevatten.’

Ann. Deze herdruk, deel I van de Contact-editie van het Verzameld Werk, bevat de door de auteur herziene, definitieve tekst van de roman.

1954

45. Verzameld Werk III. Het Land van Herkomst. Schandaal in Holland. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1954.

Ann. Herdruk van de definitieve tekst van Het Land van Herkomst (blz. 5-541).

1954

46. Verzameld Werk III. Het Land van Herkomst. Schandaal in Holland. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1954.

Ann. Definitieve druk van Schandaal in Holland (blz. 543-688) in een door de auteur herziene tekst.

1956

47. Verzameld Werk V. In deze Grootse Tijd. Scheepsjournaal van Arthur Ducroo. Onvoltooid Werk. Verspreide Stukken. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1956.

Ann. Herdruk van Scheepsjournaal van Arthur Ducroo (blz. 287-370).

Toneelspel

1956

48. Verzameld Werk V. In deze Grootse Tijd. Scheepsjournaal van Arthur Ducroo. Onvoltooid Werk. Verspreide Stukken. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1956.

Ann. Onder ‘Onvoltooid Werk’ is op blz. 373-458 het toneelspel De Nieuwe Manier opgenomen, waarvan het ms. in de nalatenschap werd aangetroffen. Zie voorts ‘Verantwoording’ in dat deel.

Essayistisch werk

1928-29

49. Cahiers van een Lezer 1 (2, 3, 4, 5). Gedrukt voor de schrijver in dertig exemplaren s.l. s.d. [Elsene-Brussel, 1928-29].

15.5 × 23 cm. Cahier 1: 48 blz. (2 blz. blanco); Cahier 2: 52 blz. (2 blz.

[p. 545]

blanco); Cahier 3: 64 blz. (8 blz. blanco); Cahier 4: 56 blz. (3 blz. blanco); Cahier 5: 56 blz. (2 blz. blanco). Geelkleurig omslag, waarvan de voorzijde in zwart bedrukt is met tekst van de titelpagina en de achterzijde vermeldt: ‘Drukkerij A. Breuer. 313, Elsene Steenweg. Elsene-Brussel’.

Inhoud: Cahier 1: I. Roel Houwink: Novellen; Gaston Burssens: Piano; Mr P.H. Ritter Jr: Het gracieus Avontuur; II. Jean Cocteau: Le Mystère de Jean l'Oiseleur; III. Nieuwe Geluiden, bloemlezing met inleiding van Dirk Coster, twede druk; IV. Lioubomir Mitzitch: Avion sans Appareil, poème anti-Européenne [sic]; V. Voorrede voor de eerste druk van mijn eigen roman Een Voorbereiding, zijnde de Cahiers van Kristiaan Watteyn. (Lugano, Nov. '26); VI. Cahier voor mijzelf (Gistoux, Juli '27): Prince de Ligne, Balzac, Casanova etc.; (Brussel, Augustus): Casanova, Proust, Boni de Castellane; (Gistoux, September '27): Byron, Poe, Florence Marryat etc.; VII: Brief aan de Redaktie van Den Gulden Winckel (Brussel, 9 Sept. '27): Mejuffrouw Alie Smeding, Ballade der Polderlandse Onrustige Kapoenen; VIII. Cahier (Brussel, Nov. '27): André Gide en Matthijs Vermeulen.

Cahier 2: X. Pierre Louijs: Psyché, suivi de La Fin de Psyché par Claude Farrère*; XI. Aantekeningen naar aanleiding van Van Schendel's Merona; XII. Cahier (Brussel, Nieuwjaar en 3 Januari 1928): Albert Helman en de vrome jongelingen; XIII. Cahier (Eind Januari '28): Het Boek Job, Het Hooglied, De Prediker, de Evangeliën, Jean de la Ville de Mirmont; XIV. Fragment van een niet-verzonden brief aan Paul van O.: De kritikus Marsman; XV. Cahier (15 Maart): Coster, Poe, Vermeulen, Krishnamurti, Marsman en Mourik van Meersen etc.; XVI. In memoriam Paul van Ostaijen; Cahier: Van Ostaijen; XVII. Cahier (Gistoux, April '28): Nogmaals Het Boek Job.

Cahier 3: XVII. Claude Eylan: L'Héritière du Roi Salomon*; Cahier (Gistoux, 2 Mei): Mevrouw Eylan*; XVIII. Cahier (17 Mei): Oscar Wilde, Sherard, Frank Harris, Alfred Douglas; XIX. Cahier (Gistoux, 23 Mei): Lezing van André Gide: XX. Cahier (Gistoux, 25, 26 en 29 Mei): A. Roland Holst, Jan van Nijlen: Heimwee naar het Zuiden; XXI. A. van Schendel: Fratilamur; Cahier: A. Roland Holst: De Afspraak; XXII. Cahier (Gistoux, 10 en 14 Mei, 12, 17, 19 en 25 Aug. '28): Engelse en Franse poëzie etc.; Limerick van A.R.H. en E. du Perron op Dirk Coster*; Emily Brontë en Dostojevski; Conrad: Heart of Darkness etc.; A. Roland Holst; Van Oudshoorn: Willem Mertens' Levensspiegel.

Cahier 4: XXIII: Surrealistiese Franse letteren; XXIV: Franz Hellens: L'Enfant et l'Ecuyère*; Jean Desbordes: J'Adore; XXV: Cahier (1 en 2 Sept.): Valéry, Barnabooth, Robinson Crusoë, Jack Rustig, detektiefverhalen etc.; XXVI. Benjamin Constant: Le Cahier Rouge, Journal intime de B. Constant; XXVII. André Malraux: Les Con-

[p. 546]

quérants; XXVIII. André Maurois: Climats; Cahier (12 en 14 November): Maurois en Anatole France; XXIX. Cahier (Brussel, eind November): R.N. Roland Holst, Jacobsen, Rilke, Thornton Wilder, Vosmaer, Van Duinkerken, Wassermann, limericks van J.C.B.* etc.

Cahier 5: XXX. Cahier (Brussel, 14 Febr. '29): R. Herreman, mijn Cahiers en de Journalistiek; XXXI. Paul Léautaud: Passe-Temps; XXXII. Cahier (21 Febr. '29): Weer de Nederlandse roman, Teirlinck, Van Schendel, Robbers, Couperus, Van Deyssel, Van Lennep, Querido, Multatuli, Elsschot, Roelants, de Schartens, Carry van Bruggen en de dames-auteurs; XXXIII. Cahier (Brussel, 23 en 24 Febr.): Alfred Douglas; Marsman, Baudelaire, Rimbaud, Gide, Malraux, Larbaud etc.; Jo Otten: Verloren Vaderland; XXXIV. Fragment van een brief aan A.D. (24 Febr. '29): Coster en de Costerlikheid; XXXV. Cahier (26 Febr.): Wandeling door mijn lektuur (1916-28); XXXVI. Paul van Ostaijen.

Ann. Deze vijf Cahiers van een Lezer bevatten dagboekaantekeningen, een ‘Voorrede’, een ‘Open Brief’, brieffragmenten en boekbesprekingen uit De Driehoek, Den Gulden Winckel, Variétés en Vandaag van april 1925 tot eind april 1929. Herzien en uitgebreid herdrukt in Voor kleine Parochie, Vriend of Vijand en Tegenonderzoek.

1931

50. Voor kleine Parochie (Cahiers van een Lezer)* Standpunten & Getuigenissen. Uitgegeven door A.A.M. Stols, Brussel 1931.

168 blz. 13.5 × 19 cm. Geelkleurig stofomslag, met tekst in zwart bedrukt. Sedert 1939 was het boek ook verkrijgbaar in een kartonnen band, met tekst in blauw bedrukt. Op de helft van de oplage werd op de titelpagina: ‘Tweede Druk’ vermeld.

Opdracht: ‘Aan A.A.M. Stols’.

Inhoud: Eerste Cahier: 1. Roel Houwink, Gaston Burssens; 2. P.H. Ritter Jr.; 3. Jean Cocteau; 4. Dirk Coster en de Nieuwe Geluiden; 5. Lioubomir Mitzitsj; 6. Kristiaan Watteyn; 7. Prins de Ligne, Balzac, Casanova, Byron, Florence Marryat, etc.; 8. Het geval De Zondaar; 9. André Gide en de heer Vermeulen. Twede Cahier: 1. Pierre Louijs*; 2. Arthur van Schendel; 3. Albert Helman, de Jong-Katholieken; 4. Het Boek Job, Het Hooglied, De Prediker, etc.; 5. De kritikus Marsman; 6. Coster, Poe, Vermeulen etc.; 7. Krisjnamoerti, Marsman en Van Meersen, Anti-Schund, De Kemphaan; 8. Paul van Ostaijen; 9. Nogmaals Het Boek Job. Derde Cahier: 1. Claude Eylan*; 2. Engelse en Franse poëzie; 3. Oscar Wilde, Sherard, Harris, Gide, Alfred Douglas; 4. Lezing André Gide; 5. A. Roland Holst, Jan van Nijlen; 6. Arthur van Schendel, A. Roland Holst; 7. Conrad, Dostojevsky, over Poëzie, A. Roland Holst, Van Oudshoorn, etc. Nawoord.

Colophon: ‘Gedrukt bij Boosten & Stols te Maastricht. Behalve de

[p. 547]

gewone oplage werden 10 exemplaren op geschept papier gedrukt, genummerd I-X.’

Ann. De tekst, over drie cahiers verdeeld en besloten door een ‘Nawoord’ van Mei 1930, stemt grotendeels overeen met de eerste uitgave van Cahiers van een Lezer (1929), nos 1-3.

1931

51. Vriend of Vijand ( Cahiers van een Lezer)** Standpunten & Getuigenissen. Uitgegeven bij A.A.M. Stols, 1931, s.l. [Brussel].

172 blz. 13.5 × 19 cm. Stofomslag en band als van Voor kleine Parochie. Op de helft van de oplage werd op de titelpagina ‘Tweede Druk’ vermeld. Sedert 1939 ook in kartonnen band, met tekst in blauw bedrukt, verkrijgbaar.

Opdracht: ‘Aan J.C. Bloem’.

Inhoud: Eerste Cahier: 1. Surrealistiese Franse letteren; 2. Jean Desbordes: J'Adore, Jean Cocteau; 3. Valéry, Barnabooth, Robinson Crusoë, detektiefverhalen etc.; 4. Benjamin Constant; 5. André Malraux: Les Conquérants; 6. André Maurois: Climats, etc.; 7. Couperus, R.N. Roland Holst, Jacobsen, Rilke, Wilder, Vosmaer, Van Duinkerken, Wassermann. Twede Cahier: 1. R. Herreman, mijn Cahiers en de Journalistiek; 2. Paul Léautaud: Passe-Temps; 3. Weer de Nederlandse roman, Teirlinck, Van Schendel, Robbers, Van Deyssel, Couperus, Querido, Multatuli, Top Naeff etc.; 4. Alfred Douglas, Marsman, J. Otten, Dirk Coster en de Costerlikheid; 5. Wandeling door mijn lektuur (1916-28); 6. Paul van Ostaijen. Derde Cahier: 1. André Gide en de Hollandse kritiek; 2. Interview; 3. A. den Doolaard: De laatste Ronde; 4. Aen den Heere J.W.F. Werumeus Buning; Open brief aan Dr N.A. Donkersloot; 5. Valéry, Stendhal. Nawoord.

Colophon: Zie no. 50.

Ann. De tekst, in drie cahiers verdeeld en besloten door een ‘Nawoord’ van Oktober 1930, stemt wat het Eerste en Tweede Cahier betreft overeen met de eerste uitgave van Cahiers van een Lezer (1929), nos 4 en 5.

1933

52. Tegenonderzoek (Cahiers van een Lezer) Standpunten en Getuigenissen. Nawoord van H. Marsman. Uitgegeven door A.A.M. Stols, Brussel 1933.

172 blz. 13.5 × 19 cm. Stofomslag en band als van Voor kleine Parochie en Vriend of Vijand. Geen colophon, doch volgens mededeling van de uitgever zijn ook van dit deel 10 exemplaren op geschept papier gedrukt, genummerd I-X.

Opdracht: ‘Aan Simon Vestdijk’.

Inhoud: Eerste Cahier: Menno ter Braak; 2. Ter Braak, Havelaar, Bloem; 3. Greshoff, Binnendijk, Van den Bergh, etc.; 4. Jan Greshoff;

[p. 548]

5. André Malraux; 6. Gerard Walschap, de Sade, Stendhal, Conan Doyle, etc. Twede Cahier: Gesprek over Slauerhoff; 2. Naschrift; 3. Brief over Slauerhoff; 4. Van de Woestijne, Leopold, Slauerhoff etc. Derde Cahier: 1. Nieuwe Nederlandse Verhalen, Helman, Nijhoff; 2. Marsman, Binnendijk, poëzie en epigonisme; 3. Marsman en ik; 4. Nog meer over poëzie en epigonisme; 5. Jean Galmot en Cendrars; 6. Valeriu Marcu: Lenin; 7. Vera Figner: Nacht over Rusland; 8. Jef Last en onze revolutionaire poëzie. Nawoord van H. Marsman.

1933

53. Uren met Dirk Coster (Een Tegenstem). Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon N.V. 1933.

148 blz. 15 × 23 cm. Een los vel van 4 blz. met 14 (Stellingen) en een vel van 2 blz. met ‘Errata’. Stofomslag van bruin papier, in rood bedrukt met titel, auteurs- en uitgeversnaam. Caricatuur van Dirk Coster met bijschrift: ‘Waarheen? Waarheen?’ door E. du Perron op blz. 1.

Opdracht: ‘Aan J. Slauerhoff’.

Inhoud: Voorwoord; Marginalia; Dostojevski, gevolgd door De Wedloop; Verzameld Proza I; Verzameld Proza II; Twee Bloemlezingen en een Overzicht; Schetsboek; Waarheen gaan wij?; Konklusie.

Colophon: ‘Gedrukt in Januari MCMXXXIII bij Nijgh & Van Ditmar N.V. te Rotterdam. 10 exemplaren werden gedrukt op Simili Japon, genummerd I tot X. Exemplaar no...’ [Handtekening van E. du Perron].

Ann. In de exemplaren op Simili Japon schreef de auteur een citaat ‘Vrij naar le Prince de Ligne’, een van Laurent Tailhade en een van Ernest Hemingway met een onderschrift van hemzelf, gedateerd Maart 1933. Op verzoek van de auteur werd de rest van de oplage omstreeks november 1938 vernietigd. Vgl. Het Hollandsch Weekblad van 19 nov. 1938; Het Vaderland van 19 nov. av. en 16 dec. 1938 av.; Briefwisseling Ter Braak-Du Perron (Brief van E. du Perron aan M. ter Braak van 8 febr. 1937) in De Vrije Bladen XXI (Maart 1949) Schrift 2, 82. Verkorte herdruk in Cahiers van een Lezer (1946) en Verzameld Werk II (1955).

1934

54. De Smalle Mens. [Uitgeversmerk] MCMXXXIV N.V. Em. Querido's Uitgevers-Mij, Amsterdam.

288 blz. 14.5 × 21 cm. Groene linnen band, in goud gestempeld met auteursnaam, titel en uitgeversmerk. Omslag van crèmekleurig papier, bedrukt met dezelfde tekst als de band.

Opdracht: ‘Aan A. Roland Holst’.

Ann. De bundel bevat essays en critische aantekeningen uit 1931-34. grotendeels in Forum gepubliceerd.

Aantekening van de auteur: ‘Geheel herzien Bandoeng Sept. '38.’

[p. 549]

1936

55. Blocnote klein Formaat. ‘Folemprise’ L.J.C. Boucher, 's-Graven. hage 1936.

168 blz. 12 × 18.25 cm. Zwartglimmende band met in goud gestempelde panter op de vlucht. Omslag van crèmekleurig papier, bedrukt in paars en rood met auteursnaam, boek- en serietitel.

Opdracht: ‘Aan Giacomo Antonini’.

Colophon: ‘Deze uitgave van E. du Perron, Blocnote klein formaat vormt het achtste deel van de serie Folemprise uitgegeven te 's-Gravenhage door L.J.C. Boucher. De oplage, in September 1936 gedrukt bij Mouton & Co te 's-Gravenhage, bestaat uit 15 exemplaren op Pannekoek Antiqua en 600 exemplaren op Oxford.’

Ann. De bundel bevat gedeelten van ‘Blocnote klein formaat’ uit Groot-Nederland (1936) en soortgelijke notities uit Forum (1932-1935).

1936

56. Graffiti (Blocnote klein formaat) DVB.

32 blz. 15.5 × 23.5 cm. Chamoiskleurig omslag, in bruin bedrukt met tekst: ‘Graffiti door E. du Perron. DVB. Dit is Schrift 10 van Jaargang 13 der Vrije Bladen. October 1936’ s.l. [Hilversum, Rozenheek en Venemans Uitg. Bedrijf N.V.]

Ann. Dit geschrift, dat in 1937 aan H.P. Leopold's Uitg. Mij te 's-Gravenhage en in 1941 aan A.A.M. Stols aldaar overging, bevat ‘Blocnote klein formaat’, o.a. uit Groot-Nederland.

1938

57. Het Sprookje van de Misdaad. Dialogen over het detektive-verhaal gevolgd door De Werkelike d'Artagnan. Kolff, Amsterdam-Batavia s.d. [1938].

134 blz. 13.8 × 20.8 cm. Omslag van geel opdikkend papier, met tekening en tekst in rood en blauw bedrukt.

Opdracht ‘Aan Dr F.R.J. Verhoeven’.

Ann. Dit geschrift bevat drie dialogen, waarvan de eerste als ‘Dialoog over het Detektive-verhaal’ in Groot-Nederland (1933) en in herziene tekst in De Smalle Mens (1934) verscheen; de ‘Derde Dialoog’ is gedateerd: September, 1937. Het slotartikel over ‘De werkelike d'Artagnan’ werd geschreven voor het Haagsch Maandblad (nov. 1933).

1940

58. Een Lettré uit de 18e eeuw: Willem van Hogendorp. Brieven en Verzen uit het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, gepubliceerd en toegelicht door E. du Perron. [Uitgeversmerk] Den Haag, MCML. H.P. Leopolds Uitgevers-Mij N.V. - De Vrije Bladen. Jaargang 17, Schrift IV, April 1940.

[p. 550]

32 + II blz. 15.5 × 23.5 cm. Omslag van wit papier, bedrukt in rood en blauw, naar ontwerp van H. Salden. Tegenover blz. 16 een reproductie naar een portret van Mr Willem van Hogendorp. Op blz. 3 van het omslag een bio-bibliografie van E. du Perron.

Opdracht: ‘Voor Job van Leur’.

Ann. Dit geschrift werd in 1941 door A.A.M. Stols te 's-Gravenhage overgenomen. Herdrukt in Verzameld Werk VII (1960).

1944

59. Over André Gide. Astra Nigra V s.l. s.d. ['s-Gravenhage, 1944].

60 blz. 14.5 × 20 cm. Grijskleurig, onbedrukt omslag. Voorwoord van F.B. [Fred Batten].

Colophon: ‘E. du Perron: Over André Gide vormt deel V van de Astra Nigra-reeks. De oplage bedraagt 125 ex. No.... Niet in den handel.’

Ann. Illegale uitgave in de Astra Nigra-reeks onder redactie van K. van Boeschoten en Dr L.J. Zimmerman. Er werden boven de oplage 5 exemplaren op houtvrij papier gedrukt. Herdruk van tien artikelen uit N.R.C. en Bat. Nieuwsblad. Herdrukt in Verzameld Werk VI (1958).

1944

60. Over Stendhal. Astra Nigra VI s.l. s.d. ['s-Gravenhage, 1944].

46 blz. 14.5 × 20 cm. Grijskleurig, onbedrukt omslag. Voorwoord van F.B. [Fred Batten].

Ann. Illegale uitgave in de Astra Nigra-reeks onder redactie van K. van Boeschoten en Dr L.J. Zimmerman. Er werden boven de oplage 5 exemplaren op houtvrij papier gedrukt. Herdruk van vier artikelen uit Het Vaderland en N.R.C. Herdrukt in Verzameld Werk VI (1958).

1945

61. Pacifisties Tweegesprek. s.l. s.d. ['s-Gravenhage, 1945].

8 blz. 12.5 × 15 cm. Vouwblad van grijs papier met titel en auteursnaam in rood en zwart.

Colophon: ‘Dit “Pacifisties Tweegesprek” van E. du Perron werd overgenomen uit “Schrijvers getuigen tegen oorlog en militarisme”, een uitgave van de Jongeren Vredes Actie in 1936, en herdrukt voor het goede doel als Vliegend Verzet no. 2 in Maart 1945. Oplaag 100 ex. - Dit is no....’.

Ann. Illegale uitgave in de serie ‘Vliegend Verzen’ onder redactie van F.E.A. Batten. Herdrukt in Verzameld Werk VII (1960).

1945

P.P.C. Brief aan een Indonesiër. s.l. s.d. ['s-Gravenhage, 1945].

12 blz. 13 × 19 cm. Omslag van grijs, onbedrukt papier.

[p. 551]

Colophon: ‘Deze Brief aan een Indonesiër van E. du Perron werd voor het eerst gepubliceerd in het Algemeen, onafhankelijk en vooruitstrevend, indisch tijdschrift Kritiek en Opbouw van 16 Augustus 1939 bij wijze van afscheid van Indonesië en sindsdien niet meer herdrukt. Het verschijnt thans ter gelegenheid van de bevrijding van Indonesië in Augustus 1945 als nr. 3 van de serie “Vliegend Verzet” in een oplage van 500 exemplaren in de letter Bodoni bij Drukkerij Albédon te 's-Gravenhage.’

Ann. Uitgave in de serie ‘Vliegend Verzen’ onder redactie van F.E.A. Batten. Er verscheen een 2de druk in een oplage van 1000 exemplaren bij ‘De Telg’ te Amsterdam in januari 1946 met een omslag van bruin, onbedrukt papier. Herdrukt in Verzameld Werk VII (1960).

1946

63. Indies Memorandum [Uitgeversmerk] De Bezige Bij, Amsterdam 1946.

324 blz. 13.5 × 20.8 cm. Halflinnen band met bruine rug en geel voor- en achterplat, naar ontwerp van Martin, evenals het stofomslag in groen en geel, bedrukt met titel, auteurs- en uitgeversnaam.

Inhoud: I. Indies Memorandum. II. Verspreide Artikelen. Nawoord [van E. du Perron-de Roos en F.E.A. Batten].

Colophon: ‘Indies Memorandum door E. du Perron is het tweede deel van de reeks uitgaven, die onder de naam Het Zwarte Schaap verschijnt onder auspiciën van De Bezige Bij [vignet Het Zwarte Schaap]’.

Ann. Herdruk van artikelen uit Kritiek en Opbouw (1938-40), Bataviaasch Nieuwsblad (1937-39), Groot-Nederland (1937-38), Kroniek van Kunst en Kultuur (1937), Koloniaal Tijdschrift (1938), Het Hollandsch Weekblad (1939), Nieuwe Rotterdamsche Courant (1938) en van een inleiding tot Soewarsih Djojopoespito's roman Buiten het Gareel (1940).

1946

64. Cahiers van een Lezer gevolgd door Uren met Dirk Coster [Uitgeversmerk] 's-Gravenhage. A.A.M. Stols, Uitgever 1946.

320 blz. 16 × 25 cm. Halflinnen band met rode rug en geel voor- en achterplat. Stofomslag van wit papier, bedrukt met titel in groene rand en met auteurs- en uitgeversnaam.

Opdracht: ‘Aan Simon Vestdijk’.

Inhoud: Cahiers van een Lezer (Eerste tot Achtste Cahier); Uren met Dirk Coster; Bibliografische Aantekeningen van A.A.M. Stols; Index op de namen en de boektitels.

Colophon: ‘Gedrukt bij de Firma Boosten & Stols te Maastricht in den Zomer van 1946. Van deze uitgave werden vijftien exemplaren op geschept papier gedrukt.’

[p. 552]

Ann. Definitieve druk van de Cahiers van een Lezer, nl. van Voor kleine Parochie (1931), Vriend of Vijand (1931) en Tegenonderzoek (1933), alsmede van Uren met Dirk Coster (1933), waarvan de hier afgedrukte tekst een in de nalatenschap aangetroffen bekorting is van no 53.

Aantekening van de auteur: ‘Geheel herzien Bretagne 1933’.

1937

65. Sans Familie. Drie brieven over een hedendaagsch vraagstuk. Jan Greshoff/Menno ter Braak/E. du Perron. [Uitgeversmerk] De Bezige Bij, Amsterdam s.d. [1947].

14 blz. 17 × 26 cm. Omslag van crèmekleurig, opdikkend papier, in licht- en donkerbruin bedrukt.

Colophon: ‘“Sans Familie” verscheen voor de eerste maal in “Groot Nederland” van 30 Mei 1936 en werd in dezen vorm nooit herdrukt. De brief van J. Greshoff werd opgenomen in “In alle Ernst” (P.N. van Kampen, Amsterdam), die van Menno ter Braak in ‘In gesprek met de Vorigen’ (Nijgh & van Ditmar, Rotterdam) en die van E. du Perron in ‘In deze grootse Tijd’ (A.A.M. Stols, 's-Gravenhage). Uitgegeven onder het teken van Het Zwarte Schaap.’

Ann. Op blz. 4 wordt vermeld: ‘Eerste druk, 1946’.

1947

66. In deze Grootse Tijd. A.A.M. Stols. Uitgever, 's-Gravenhage 1946 [1947].

252 blz. 16 × 25 cm. Rode linnen band, in goud gestempeld met titel en auteursnaam. Stofomslag van wit papier, gedrukt met titel in dubbele gele rand en met auteurs- en uitgeversnaam.

Opdracht: ‘Aan Jean de Sturler’.

Inhoud: Blocnote klein formaat (Woord vooraf; I-XVII); Brieven uit Holland (I-V); Naamregister.

Colophon: ‘Gedrukt door N.V. Drukkerij Trio te 's-Gravenhage in het najaar van 1946. Typografie en bandstempels door Henri Friedlaender.’

Ann. Definitieve druk van Blocnote klein formaat (1936) en Graffiti (1936), aangevuld met soortgelijke notities en artikelen uit Forum (1932-35), De Sleutel (1935), De Groene Amsterdammer (1936), Het Vaderland (1936), Nieuwe Rotterdamsche Courant (1935-38) en Bataviaasch Nieuwsblad (1937).

Aantekening van de auteur: ‘Herzien Bandoeng Sept. 1938’.

1955-60

67-70. Verzameld Werk II, V, VI en VII [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam resp. 1955, 1956, 1958, 1960.

Deel II: Cahiers van een Lezer. De Smalle Mens. 752 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1955.

[p. 553]

Deel V: In deze Grootse Tijd. 239 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1956.

Deel VI: Essays. Boekbesprekingen en andere artikelen. Het Sprookje van de Misdaad. 672 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1958.

Deel VII: Indisch Memorandum. Inleidingen. Van Kraspoekol tot Saïdjah. Verspreide Artikelen. Brieven uit Holland. 660 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1960.

Ann. In deze vier delen van de dundruk-editie van het Verzameld Werk is het essayistische werk van E. du Perron herdrukt en wel volgens de in zijn nalatenschap aangetroffen herziene teksten, vermeerderd met een keuze uit zijn verspreide stukken.

Boeken over Multatuli

1937

71. De Man van Lebak. Anekdoten en Dokumenten betreffende Multatuli. Bijeengebracht en gekommenteerd door E. du Perron [Uitgeversmerk] Amsterdam. Em. Querido's Uitgevers-Mij N.V. MCMXXXVII.

340 blz. 13 × 21 cm. Band van bruin buckram, in goud gestempeld met auteursnaam, titel en uitgeversmerk. Stofomslag van crèmekleurig papier met dezelfde tekst in bruin gedrukt. Het ‘Nawoord’ is gedateerd: Tjitjoeroeg, 1937.

Opdracht: ‘Aan Dr E.F.E. Douwes Dekker’.

1938

72. Multatuli Tweede Pleidooi. Beschouwingen en nieuwe dokumenten. Met twee tot dusver ongepubliceerde portretten van Multatuli ± 1815. [Uitgeversmerk] A.C. Nix & Co-Bandoeng. Burgersdijk en Niermans-Leiden MCMXXXVIII.

220 + II blz. 13.5 × 21.5 cm. Crèmekleurig stofomslag, in bruin bedrukt met auteursnaam, titel en uitgeversmerk. Bruine band met dezelfde tekst in goud bedrukt. Op blz. 219 staat een bibliografie van de auteur. Een vel met ‘Errata’ werd los bijgevoegd.

Opdracht: ‘Aan G.M.G. Douwes Dekker’.

Ann. Het boek bestaat uit twee delen, nl. I. 1937: Jan Lubbes bijt de schim van Multatuli en II. Nieuwe Dokumenten, gedateerd: Batavia, Mei 1938. In een voetnoot op blz. 154 deelt de auteur mede: ‘Het ligt in mijn bedoeling eens een leven van Multatuli te geven in 2 delen; een minimum voor deze figuur, dunkt mij. Het eerste deel zou bevatten: De Man van Lebak, het tweede: Multatuli de Schrijver. In afwachting van de uitgever die deze publikatie aandurft, verschijnt dit hele boek als “voorlopig tussenspel”.’

Aantekening van de auteur bij deel I (Jan Lubbes bijt de schim van

[p. 554]

Multatuli): ‘Wanneer dit apart gedrukt wordt, dus zonder 2e afdeeling vervalt deze pagina en heet alles: Multatuli's Naleven.’.

1940

73. Multatuli en de Luizen. Aantekeningen bij een nieuw Waarheidsboek over Multatuli. Amsterdam, Uitgeverij Contact MCMXL.

72 blz. 13.75 × 21.75 cm. Omslag van lichtgroen papier in bruinrood, bedrukt met tekst: ‘E. du Perron. Multatuli en de Luizen. Contact-Amsterdam’.

Opdracht: ‘Aan Henri A. Ett’.

Ann. Het boek, gedateerd: Den Haag, Januari 1940, is een antwoord op De Waarheid over Multatuli en zijn Gezin. Een antwoord aan: julius Pée, Menno ter Braak e.a. van de Schoondochter ('s-Gravenhage, W.P. van Stockum & Zoon. 1939).

1940

74. De Bewijzen uit het Pak van Sjaalman. Nieuwe Dokumenten betreffende de Havelaarzaak en Lebak. Uitgegeven door E. du Perron. A.A.M. Stols - Rijswijk (Z.H.) s.d. [1940].

136 + VIII blz. 15.5 × 23 cm. Bruine linnen band met auteursnaam, titel en uitgeversmerk in goud gestempeld. Geelkleurig stofomslag, in zwart en bruin bedrukt, naar ontwerp van H. Salden. Met vier portretten van E. Douwes Dekker, Raden Adipati Karta Nata Nagara, A.J. Langevelt van Hemert en A.J. Duymaer van Twist.

Opdracht: ‘Aan C. de Hart’.

Ann. Het boek, gedateerd: ‘Den Haag, November 1939’ en in juli 1940 posthuum verschenen, wenste de auteur volgens het ‘Nawoord’ als een tweede supplement op De Man van Lebak beschouwd te zien, zoals Multatuli Tweede Pleidooi er het eerste van was.

1949

75. Verzameld Werk [III]. De Man van Lebak. Anekdoten en Dokumenten betreffende Multatuli. Uitgeverij Contact. Amsterdam en Antwerpen s.d. [1949].

468 blz. 20 × 12.5 cm. Roodbruin linnen band, met de titel in goud gestempeld. Stofomslag van wit papier, in zwart en blauw bedrukt, naar ontwerp van H. Salden, met auteursportret door E. van Moerkerken. Tekst op voorflap van F.E.A. Batten.

Opdracht: ‘Aan Dr E.F.E. Douwes Dekker’.

Colophon: ‘De eerste druk van “De Man van Lebak” verscheen in November 1937 bij Em. Querido's Uitgevers-Mij te Amsterdam. Deze herdruk werd door de auteur in 1939/'40 samengesteld uit de herziene tekst van “De Man van Lebak”, “Multatuli, tweede Pleidooi” (A.C. Nix en Co, Bandoeng 1938) en “De bewijzen uit het Pak van Sjaalman”

[p. 555]

A.A.M. Stols, Rijswijk 1940). Copyright by Contact/Amsterdam 1949’.

Ann. Op de voorflap wordt vermeld, dat deze uitgave deel III van het Verzameld Werk in de Contact-editie vormt. Het ‘Nawoord’ is nu gedateerd: 1937-1938. De door de auteur geheel herziene tekst wordt besloten met drie ‘Bijlagen’, nl. ‘Vertaling van het getuigenis van de Regent’, ‘Saïdjah's lied in het maleis’ en ‘Duymaer van Twist geeft Multatuli gelijk’.

1952

76. Multatuli's Naleven. Uitgeverij N.V. v/h A.C. Nix & Co. Bandung 1950 [1952].

146 + VIII blz. 9.4 × 12.6 cm. Crèmekleurig omslag met auteursnaam, titel en uitgeversnaam in bruin bedrukt. ‘Voorwoord’ op blz. VII van E. du P.[erron]-de R.[oos].

Opdracht: ‘Aan G.M.G. Douwes Dekker’.

Ann. Dit boek, aanvankelijk in een niet-gefiatteerde, incorrecte editie in juni 1950 posthuum verschenen en uit de handel genomen, werd in juni 1952 opnieuw uitgegeven en bevat een twaalftal hoofdstukken uit Multatuli Tweede Pleidooi, die niet in de herziene tekst van De Man van Lebak (1949) waren verwerkt.

1956

77. Verzameld Werk IV. De Man van Lebak. Multatuli's Naleven. Multatuli en de Luizen. Verspreide Stukken. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1956.

Ann. In de redactionele ‘Verantwoording’ wordt deze uitgave, de verzamelde Multatuli-studies van de auteur, nader beschreven en van commentaar voorzien: de tekst van De Man van Lebak werd conform de Contact-editie van 1949, behoudens enige in de juiste vorm herstelde citaten, voetnoten en namen herdrukt; aan de tekst van Multatuli en de Luizen is een ingezonden stuk aan D. Hans als ‘Bijlage’ toegevoegd; voorts werden er onder de Verspreide Stukken twee nieuwe opgenomen, waarvan een met 12 reproducties van ‘Multatuli's portretten’. De Aantekeningen voor ‘Multatuli de Schrijver’ vormen als ‘Bijlage’ het sluitstuk van dit deel.

Inleidingen

1932

78. Menno ter Braak: Démasqué der Schoonheid. Met een voorrede van E. du Perron. 1932 Nijgh & Van Ditmar N.V. Rotterdam.

[p. 556]

1935

79. De Korte Baan. Nieuwe Nederlandsche Verhalen. Bijeengebracht door H. Marsman en E. du Perron. [Uitgeversmerk] MCMXXXV.

N.V. Em. Querido's Uitgevers-Maatschappij Amsterdam.

Ann. De voorrede, ‘Ter Inleiding’ op blz. 5-7 is niet ondertekend, doch geheel door E. du Perron geschreven. Een tweede, ongewijzigde herdruk van de bundel verscheen in hetzelfde jaar.

1936

80. P.A. Daum (Maurits): Goena-Goena. Met een voorwoord van E. du Perron. Bandontwerp van Tine Baanders. [Uitgeversmerk] 1936 Wereldbibliotheek-Amsterdam.

Ann. Herdrukken verschenen in 1941 en 1942 en als Salamander-pocket bij Em. Querido's Uitgevers-Mij te Amsterdam in 1959.

1939

81. De Muze van jan Companjie. Overzichtelike Verzameling van Nederlands-Oostindiese Belletrie uit de Companjiestijd (1600-1780). Samengesteld door E. du Perron.

Geïllustreerd met reprodukties van oude gravures en portretten, en met tekeningen van Thomas Nix. [Uitgeversmerk] Uitgevers A.C. Nix & Co. Bandoeng. MCMXXXIX.

168 blz. + XXXIV blz. illustraties. 22 × 27.5 cm. Stofomslag van bruingrijs papier met vignet en titel, in bruin bedrukt. Groene linnen band met vignet en titel, in goud gestempeld.

Opdracht: ‘Aan de nagedachtenis van Dr F. de Haan wordt dit boek, dat zonder zijn voorlichting zeker niet ontstaan zou zijn, opgedragen.’

Ann. Inleiding onder de titel ‘Jan Companjie’ op blz. 1-2. Tweede, herziene en vermeerderde druk bij A.C. Nix & Co te Bandoeng, 1948.

1940

82. Soewarsih Djojopoespito: Buiten het Gareel. Indonesische Roman. Met een inleiding van E. du Perron. [Uitgeversmerk] Uitgevers-Mij W. de Haan N.V. Utrecht s.d. [1940].

Ann. Herdrukt bij Uitgevers-Mij W. de Haan te Utrecht en Uitg. ‘Vrij Nederland’ te Amsterdam (1946).

1950

83. D.H. Lawrence: Lady Chatterley's Minnaar. Voorafgegaan door een essay van E. du Perron. Vertaling J.A. Sandfort. [Uitgeversmerk] Uitgeverij De Driehoek, 's-Graveland 1950.

Ann. De inleiding is een herdruk van het essay ‘D.H. Lawrence en de erotiek’ uit De Smalle Mens (1934).

[p. 557]

1960

84. [E.F.E. Douwes Dekker: Het Boek van Siman den Javaan. Een roman van rijst, dividend en menselijkheid. Met een inleiding van E. du Perron. Amsterdam, Uitg. De Ploeg].

Ann. Een door Du Perron in 1939 voor herdruk bewerkt en ingeleid exemplaar van deze roman uit 1908 (Amersfoort, P.M. Wink) is in de Duitse bezettingstijd bij de uitgever Tom Rot verloren gegaan. De inleiding werd volgens een nagelaten ms. afgedrukt in Verzameld Werk VII (1960) blz. 146-68.

Brieven

1946

85. Brief aan Prof. Dr J.H. Boeke, voorzitter van het Indisch Genootschap te 's-Gravenhage.*

In: De Brug-Djambatan (I) 1946 December, no. 8, 19.

Ann. Gedateerd: Den Haag, 17 Januari 1940. Serie: ‘Brieven uit de Oude Doos’, ingeleid door F.B. [F.E.A. Batten].

1947

86. Brieven aan de Jongelingschap.*

In: Criterium (III) 1947 Maart, 153-176.

Ann. Brieven en brieffragmenten uit 1931-40 aan Adriaan van der Veen, R.A.J. van Lier, F.E.A. Batten, E. van Moerkerken en Henri A. Ett. Inleiding van F.B. [F.E.A. Batten].

1947

87. G.H. 's-Gravesande: E. du Perron. Herinneringen en Bescheiden. 's-Gravenhage, A.A.M. Stols, 1947, passim.

Ann. Brieven en brieffragmenten omstreeks 1931-40 aan Menno ter Braak, J. Greshoff, G.H. 's-Gravesande en anderen.*

1947

88. W.L.M.E. van Leeuwen: Persoonlijke herinneringen aan E. du Perron.

In: W.L.M.E. van Leeuwen: Drie Vrienden. Studies en herinneringen aan Menno ter Braak, H. Marsman, E. du Perron. Utrecht, Uitgeversmaatschappij W. de Haan N.V. MCMXLVII, 209-40.

Ann. Brieven en brieffragmenten aan de auteur uit de jaren 1935-39.*

1948

89. Brieven aan Marsman.*

In: Libertinage (I) 1948 Mei-Juni, no. 3, 4-22; Juli-Augustus, no. 4, 14-43.

[p. 558]

Ann. Brieven en brieffragmenten uit de jaren 1931-38. Inleiding van de Redactie [H.A. Gomperts en W.F. van Leeuwen] op blz. 4.

1949

90. Briefwisseling Ter Braak - Du Perron. Een bloemlezing. Amsterdam, G.A. van Oorschot s.d. [1949].*

In: De Vrije Bladen, Jaargang 21, Schrift 2, Maart 1949, 112 blz.

Ann. Brieven en brieffragmenten uit de jaren 1933-39. Aantekening van de Redactie [H.A. Gomperts, W.F. van Leeuwen en A. Morriën], gedateerd: Juni 1949.

1950

91. G. Stuiveling: Herinneringen aan Du Perron.

In: Dr G. Stuiveling: Steekproeven. Amsterdam, N.V. Em. Querido's Uitgeversmij 1950, 193-207.

Ann. Brieffragmenten aan de auteur uit de jaren 1939-40.*

1955

92. Jan van Nijlen: Herinneringen aan E. du Perron. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1955, passim.

Ann. Brieven en brieffragmenten aan de auteur uit de jaren 1933-40.*

1958

93. Een briefwisseling tussen Paul van Ostaijen en E. du Perron uit 1925, 1926-27 en 1927-28.*

In: Maatstaf (V) 1958: I. Epistolaire Verkenningen (Januari, no. 10, 641 - 55); Je oordeel is voor mij van waarde (Februari, no. 11, 755-72); III. Klare wijn bij een ziekbed (Maart no. 12, 787-801). Ingeleid door Gerrit Borgers.

1958

94. Brief aan A. Roland Holst.*

In: A. Roland Holst zeventig jaar. Onder redactie van Bert Bakker, W. Gs. Hellinga, Ed. Hoornik, Bert Voeten. Bert Bakker/Daamen N.V. Den Haag; P.N. van Kampen & Zoon N.V. Amsterdam s.d. [1958].

Ann. Gedateerd: 14 December 1931. Ingeleid door W. Gs. Hellinga. Vgl. Maatstaf (VI) Mei/Juni 1958, blz. 127-30 en De Gids (MCMLVIII) Mei/Juni 1958, blz. 338-41.

1960

95. Ada Deprez: E. du Perron. 1899-1940. Zijn leven en zijn werk. Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V., Brussel-Den Haag s.d. [1960]

Ann. In deze licentiaatsverhandeling van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Gent zijn brieven uit de jaren

[p. 559]

1926-1940 gepubliceerd aan A.C. Willink, Gaston Burssens, Paul van Ostaijen, J. Greshoff, Menno ter Braak en G.H. 's-Gravesande*.

 

Aantekening: In deze rubriek zijn alleen die brieven en brieffragmenten opgenomen, welke tot dusver uit Du Perron's particuliere correspondentie posthuum zijn gepubliceerd. De ‘Open Brieven’ en ‘Ingezonden Stukken’ in epistolaire vorm, die de auteur tijdens zijn leven publiceerde, vindt men onder ‘Verspreide Stukken’ van deze bibliografie.

Beredeneerde bloemlezingen

1939

96. De Muze van fan Companjie. Overzichtelike Verzameling van Nederlands-Oostindiese Belletrie uit de Companjiestijd (1600-1780). Samengesteld door E. du Perron.

Geïllustreerd met reprodukties van oude gravures en portretten, en met tekeningen van Thomas Nix. [Uitgeversmerk] Uitgevers A.C. Nix & Co. Bandoeng. MCMXXXIX.

168 blz. + XXXIV blz. illustraties. 22 × 27.5 cm. Stofomslag van bruingrijs papier met vignet en titel, in bruin bedrukt. Groene linnen band met vignet en titel, in goud gestempeld.

Opdracht: ‘Aan de nagedachtenis van Dr F. de Haan wordt dit boek, dat zonder zijn voorlichting zeker niet ontstaan zou zijn, opgedragen.’

1948

97. De Muze van jan Companjie. Overzichtelike Verzameling van Nederlands-Oostindiese Belletrie uit de Companjiestijd (1600-1780). Samengesteld door E. du Perron.

Geïllustreerd met reprodukties van oude gravures en portretten, en met tekeningen van Thomas Nix. Tweede, herziene en vermeerderde druk. A.C. Nix & Co. Bandoeng 1948.

220 blz. + XXXIV blz. illustraties. 15.5 × 24.8 cm. Stofomslag van crèmekleurig papier met tekening van Thomas Nix. Grijze linnen band, in rood bedrukt met titel en auteursnaam.

Ann. Deze, ook illustratief geheel herziene en vermeerderde herdruk werd in de nalatenschap van de auteur aangetroffen en bevat een ‘Nawoord bij deze tweede druk’ van E. du Perron met een slotwoord van E. du Perron-de Roos. Gedrukt bij N.V. Drukkerij H.P. de Swart & Zn. 's-Gravenhage [1948]. Op blz. 9: ‘Copyright N.V. v/h A.C. Nix & Co-Bandoeng en E. du Perron-de Roos’.

[p. 560]

1960

98. Verzameld Werk VII. Indisch Memorandum. Inleidingen. Van Kraspoekol tot Saïdjah. Verspreide Artikelen. Brieven uit Holland. [Uitgeversmerk] G.A. van Oorschot, Amsterdam 1960.

Ann. In de nalatenschap van de auteur werd een gedeeltelijk afgedrukt, onvoltooid manuscript aangetroffen van een vervolg op De Muze van Jan Companjie, getiteld: Van Kraspoekol tot Saïdjah. Bloemlezing uit de Nederlands-Oostindiese Belletrie van 1780-1860, waarvan het ‘Voorwoord’ met een door de redactie samengestelde keuze van twaalf biografieën werd gepubliceerd, aangevuld met de herdruk van Een Lettré uit de 18e eeuw: Willem van Hogendorp.

Vertalingen

99. Alexandre Dumas: Gabriel Lambert.

In: ‘De Preangerbode’, Bandoeng (1916).

Ann. In een aantekening in het voor J. Greshoff geannoteerde exemplaar van Het Land van Herkomst (In Verzameld Werk III, tegenover blz. 509-10) deelt Du Perron mede: ‘Een van de mooiste duels van Dumas père staat in Gabriel Lambert, een onbekend meesterwerkje van hem, dat ik voor f.40,- vertaalde, toen ik 17 was (als feuilleton gepubliceerd in de Preanger-Bode!). Ik zette het geld meteen om in een Geïll. Gesch. der Nederl. Letterkunde van Jan ten Brink + wat nieuw uitgekomen snertboeken.’ De vertaling is tot dusver niet aangetroffen.

 

100. Jacques de Baisieux: Het Zijden Harnas. Nederlandsche bewerking van E. du Perron. Folemprise. 's-Gravenhage MCMXXXII.

24 blz. 15.5 × 23.5 cm. Grijs omslag met tekst in zwarte letters: ‘Jacques de Baisieux. Het Zijden Harnas’.

Opdracht: ‘Voor G.t.B.’.

Colophon: ‘Deze bewerking van het Chanson de Geste “Des Trois Chevaliers et del Chanise” vormt het eerste deel in de serie Folemprise uitgegeven te 's-Gravenhage door L.J.C. Boucher. De oplage bestaat uit 15 ex. op Japansch papier, genummerd I-XV en 100 ex. op “Ossekop” van van Gelder Zonen, genummerd 1-100, gedrukt bij de Firma Mouton & Co in November 1932, onder leiding van Henri Friedlaender. Dit exemplaar is no...’.

Ann. Oorspronkelijk gepubliceerd, onder de titel Van de drie Ridders en het Hemd, in De Vrije Bladen VIII (1931), Afl. 3, 84-91.

 

101. Valéry Larbaud: De Arme Hemdenmaker. Vertaald door E. du Perron. Uitgave van A.A.M. Stols, Brussel & Maastricht. Serie ‘Kaleidoscoop’ No. 4 s.d. [1932].

[p. 561]

32 blz. 12.5 × 19.5 cm. Crèmekleurig omslag, bedrukt in zwart en rood met een lijncliché naar een tekening van W.J. Rozendaal. In een volgende druk (1935) werd het omslag voorzien van de uniforme serie-tekening in rood en zwart, naar ontwerp van J. Buckland Wright.

Ann. Oorspronkelijke titel: Le pauvre Chemisier in: Journal intime d'A.O. Barnabooth, Paris, N.R.F (Librairie Gallimard, 1913).

 

102. André Malraux: Het Menschelijk Tekort (La Condition Humaine). Vertaling E. du Perron. Bandontwerp H. Friedländer [Uitgeversmerk] 1934 N.V. Wereldbibliotheek-Amsterdam.

400 + II blz. (3 blz. catalogus) 13 × 19 cm. Grijze of groene linnen band, bedrukt in rood en blauw of in zwart. Met portret van André Malraux.

Opdracht: ‘Aan Eddy du Perron’.

Ann. Oorspronkelijke titel: La Condition Humaine, Paris, N.R.F. (Librairie Gallimard, 1933). Er is op blz. 7 van de vertaling een ongesigneerde inleiding van de vertaler, ‘Tot beter begrip’, afgedrukt. Herdrukt in 1935 (2de druk), 1938 ( 3de en 4de druk), 1947 (5de druk), 1948 (6de druk), 1956 (7de druk). In de 6de herziene druk wordt vermeld: ‘De tekst van deze herdruk werd in Maart 1940 herzien door de vertaler zelf onder medewerking van M. ter Braak en R. van Lier.’ Herdrukt in de Prisma-reeks (Utrecht, Het Spectrum 1958), aan welke pocketuitgave de opdracht ontbreekt.

 

103. Valery Larbaud: Fermina Marquez. Vertaald door E. du Perron. Uitgave van A.A.M. Stols. Maastricht & Brussel. Serie ‘Kaleidoscoop’ No. 9 s.d. [1935].

240 blz. 12.5 × 19.5 cm. Bruine linnen band met vignet, in goud gestempeld. Stofomslag in zwart en blauw, bedrukt naar een tekening van J. Buckland Wright.

Colophon: ‘Gezet met de Garamont-letter en gedrukt bij de Firma Boosten & Stols te Maastricht.’

Ann. Oorspronkelijke titel: Fermina Marquez, Paris, Eug. Fasquelle Éd. 1911. Op de voorflap vermeldt een ongesigneerde tekst: ‘In de bijna onreeële wereld van een afgelegen jongenskostschool vol rijke vreemdelingen, verschijnt de Vrouw in de gedaante van het jonge meisje uit Columbia dat haar naam aan dezen roman geeft. Even poëtisch als psychologisch verantwoord ontwikkelt de schrijver in dezen roman de ontmoeting van jeugd met jeugd: de mannelijke leerlingen leeren zichzelf kennen terwijl zij zich toetsen aan dit eerste “symbool van liefde en lust”.’.

 

104. Walter Savage Landor: Serena. Vertaald door E. du Perron. Uitgave van A.A.M. Stols, Maastricht & Brussel. Serie ‘Kaleidoscoop’ No. 13. s.d. [1935].

[p. 562]

64 blz. 12.5 × 19.5 cm. Crèmekleurig omslag, in zwart en rood bedrukt naar een tekening van J. Buckland Wright.

Colophon: ‘Gezet met de Bembo-letter en gedrukt bij de firma Boosten & Stols te Maastricht.’.

Ann. Op blz. 5 vermeldt een ongesigneerde tekst: ‘Dit fragment van Landor's werk Hoogere en Lagere Standen in Italië werd in 1911 door Valery Larbaud gekozen en vertaald uit de nummers van een uiterst zeldzaam geworden periodiek van Leight Hunt, de Monthly Repository. Waar het een afzonderlijk verhaal vormt, werd in deze vertaling de naam van de centrale figuur tot titel gemaakt. Het complete werk van Landor verscheen in Leigh Hunt's periodiek van Augustus 1837 tot April 1838.’.

 

105. Boris Souvarine: Stalin en het Bolsjewisme. Vertaald door E. du Perron. [Uitgeversmerk] MCMXL. N.V. Em. Querido's Uitgevers-Maatschappij, Amsterdam.

476 blz. 14 × 22 cm. Donkergrijze linnen band, op voorplat in rood bestempeld met uitgeversmerk en op de rug met: ‘Souvarine. Stalin’. Stofomslag van wit papier met tekening van B. Mohr.

Ann. Deze in mei 1940 verschenen vertaling is gemaakt in samenwerking met E. du Perron-de Roos. Op blz. 475 wordt vermeld: ‘In opdracht van den schrijver werd zijn boek Stalin en het Bolsjewisme in overleg met den vertaler door den heer J. de Kadt voor Nederland bewerkt.’. Het ‘Post-Scriptum’ van de auteur is gedateerd: ‘Parijs, Maart 1940’.

Vertaald werk

106. Petites Histoires pour Repas de Familie I, II.

In: Variétés. Revue mensuelle illustrée de l'esprit contemporain. I (1929) 15 avril, no 2, 660-61.

Ann. Vertaler onbekend. In een aantekening tegenover blz. 440 in het voor J. Greshoff geannoteerde exemplaar van Het Land van Herkomst (In Verzameld Werk III: Hoofdstuk 31, 490) deelt de auteur mede, dat de aldaar genoemde Engelse studente Eveline Blackett ‘in werkelijkheid 2 verhalende “gedichten” (moderne stijl), in een nr van Variétés’ voor een Oxfords studentenblad vertaald heeft, met welke gedichten de bovengenoemde bedoeld zullen zijn. De vertaling in het Engelse studentenblad is niet opgespoord en wellicht ook onnaspeurbaar. Vgl. Bij Gebrek aan Ernst (1ste druk 1926): ‘Voor de Famielje’ VIII en IX.

 

107. The Indonesian child grows up quickly.

In: Harvest of the Lowlands. An anthology in English translation of

[p. 563]

creative writing in the Dutch language with a historical survey of the literary development. Compiled and edited by J. Greshoff. New York, Querido, 1945 [pag. 420-42],

Ann. Vertaler Alfred van Ameyden van Duym. Uit: Het Land van Herkomst (1935). Hoofdstuk 12: ‘Het indiese kind is vroegrijp’.

 

108. Notes sur Valery Larbaud.

In: Confluences (Présence de Valery Larbaud) Paris, V (1945) déc.-janvier, nos. 37-38, pag. 257-62.

Ann. Inleiding en vertaling van Serge Guy-Luc (ps. van Dolf Verspoor). Uit: Cahiers van een Lezer (Vierde Cahier) en In deze Grootse Tijd, XII (Vgl. Verzameld Werk II, 122-23; V, 208-09; 220-23). Op het omslag, in de inhoudsopgave van het tijdschrift en onder de vertaling wordt de auteur abusievelijk ‘Edmond du Perron’ genoemd.

 

109. Per una fanciulla.

In: Poeti Olandesi. Versioni di Giacomo Prampolini. Milano, Scalini di Grigna, 1947 [pag. 18].

Ann. Vertaler Dr G. Prampolini. Uit: Helikon II (1932) no. 1, 16: ‘Voor een Jongmeisje’. Vgl. Verzameld Werk V (De Nieuwe Manier), 411-12.

 

110. Le Pays d'Origine: I. Album de Familie; II. La Maison des Fous.

In: Botteghe Oscure, Roma, Quaderno XII (1953), 20-43.

Ann. Vertaling van A.-L. Fernhout. Herzien door André Malraux en ingeleid onder de titel: ‘Sur le Pays d'Origine. Fragment de la préface à l'édition française de l'ouvrage.’. De vertaling verschijnt eerlang bij Ed. de la Nouvelle Revue Française, Librairie Gallimard te Parijs. Uit: Het Land van Herkomst (1935). Hoofdstuk 3: ‘Familie-album’ en Hoofdstuk 28: ‘Het Gekkenhuis’.

 

111. The Paladins.

In: Botteghe Oscure, Roma, Quaderno XV (1955), 350-51.

Ann. Vertaler James S Holmes. Uit: Parlando (1941 e.v.): ‘De Paladijnen’. In de biografische aantekening staat abusievelijk ‘E. du Peron’.

 

112. Mirliton.

In: Pembangoenan, Djakarta, I (1946) 25 Jan. no. 4.

Ann. Vertaler Chairil Anwar. Uit: Parlando (1930 e.v.): ‘Mirliton’.

 

113. Somewhere. P.P.C.

In: De Brug-Djambatan, Amsterdam, I (1946) October, no. 6, 12-13.

Ann. Vertaler Chairil Anwar. Uit: Parlando (1930 e.v.): ‘Somewhere’ en ‘P.P.C.’.

[p. 564]

114. Somewhere. P.P.C. Mirliton.

In: Chairil Anwar. Pelopor Angkatan 45. Satu Pembitjaraan oleh: H.B. Jassin. Disertai kumpulan hasil-hasil tulisannja. Gunung Agung-Djakarta 1956; 19592, 80-85.

Ann. Vertaler Chairil Anwar. Uit: Parlando (1930 e.v.): ‘P.P.C.’, ‘Mirliton’ en ‘Somewhere’.

 

115. Mirliton.

In: Tanah-Rendah dan Awan. Sehimpun sadjak-sadjak dari Nederland dikumpulkan dan diberi kata-pengantar oleh Asrul Sani. Menara. Nomor Istimewa./Laag-Land en Wolken. Bloemlezing van Nederlandse gedichten bijeengebracht en ingeleid door Asrul Sani. Speciaal nummer van Menara. Amsterdam-Djakarta. Stichting voor Culturele Samenwerking 1956, Juli, 30-31.

Ann. Vertaler Chairil Anwar. Uit: Parlando (1930 e.v.): ‘Mirliton’.

 

116. Menentukan Sikap. Kumpulan Karangan. Diterdjemahkan oleh Sitor Situmorang. N.V. Penerbitan W. van Hoeve. Bandung-'s-Gravenhage s.d. [1956].

XVI + 232 blz. 21 × 12.3 cm. Bruine linnen band met titel en auteursnaam in goud gestempeld. Omslag in groen, geel en paars, met zwart bedrukt.

Ann. Titel: ‘Een houding bepalen. Verzamelde Studies. Vertaald door Sitor Situmorang.’ Keuze en inleiding van Fred Batten, getiteld: ‘Tentang Du Perron (1899-1940)’. Uit: Cahiers van een Lezer (Derde, Vierde, Zesde en Zevende Cahier passim); DeSmalle Mens (‘Flirt met de Revolutie’; ‘De Smalle Mens’; ‘De menselijke staat bij kookpunt’); In deze Grootse Tijd (IV, VI, VII, VIII, XI, XIV, XV passim); Indies Memorandum (‘Notities bij het artikel van Sjahrir’; ‘P.P.C. (Brief aan een Indonesiër)’; ‘Het laatste huis van de wereld’; ‘Een indonesiese vrouw schrijft een roman’); Bataviaasch Nieuwsblad (M.-L. Guzman: ‘In de schaduw van den Leider’; ‘De betekenis van Multatuli’; H. Marsman: ‘Verzameld Werk’; Menno ter Braak: ‘In gesprek met de Vorigen’ en S. Vestdijk: ‘Lier en Lancet’; André Malraux: ‘L'Espoir’; André Gide: ‘Retour de l'U.R.S.S.’ en ‘Retouches à mon Retour de l'U.R.S.S.’).

Verzameld werk

117. Verzameld Werk van E. du Perron. I-IV. Uitgeverij Contact. Amsterdam en Antwerpen. 1948-51.

Deel I.: Het Land van Herkomst. 512 blz. 20.1 × 12.7 cm. 1948.

Deel II: Parlando. Verzamelde Gedichten. 168 blz. 13 × 20 cm. 1948.

[p. 565]

Deel III: De Man van Lebak. Anekdoten en Dokumenten betreffende Multatuli. 468 blz. 20 × 12.5 cm. 1949.

Deel IV: Poging tot Afstand. Verhalen. 412 blz. 20 × 21.5 cm. 1951.

Ann. In deze tot vier delen beperkt gebleven Contact-editie van het Verzameld Werk verschenen, onder redactie van E. du Perron-de Roos, de in de nalatenschap aangetroffen, door de auteur herziene teksten voor de eerste maal, met uitzondering van Parlando. Verzamelde Gedichten, waarvan de gelijkluidende tekst reeds bij A.A.M. Stols te 's-Gravenhage in 1941 was verschenen.

 

118. E. du Perron: Verzameld Werk. I - VII. G.A. van Oorschot. Amsterdam. 1954-60.

Deel I: Parlando. Poging tot Afstand. 608 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1955.

Deel II: Cahiers van een Lezer. De Smalle Mens. 752 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1955.

Deel III: Het Land van Herkomst. Schandaal in Holland. 696 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1954.

Deel IV: De Man van Lebak. Multatuli's Naleven. Multatuli en de Luizen. Verspreide Stukken. 696 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1956.

Deel V: In deze Grootse Tijd. Scheepsjournaal van Arthur Ducroo. Onvoltooid Werk. Verspreide Stukken. 600 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1956.

Deel VI: Essays. Boekbesprekingen en andere artikelen. Het Sprookje van de Misdaad. 672 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1958.

Deel VII: Indisch Memorandum. Inleidingen. Van Kraspoekol tot Saïdjah. Verspreide Artikelen. Brieven uit Holland. Met portret, een facsimile en 11 tekeningen. 660 blz. 11.8 × 19.3 cm. 1960.

Ann. Deze zevendelige dundruk-editie is de definitieve editie.

Verspreide stukken

Het Indische Leven. Batavia (1919)

Indische Letterkunde I (1919) no. 8, 11 Oct., 148-149.

Ann. Ondertekend met de initialen ‘Du P.’. Vermoedelijk Du Perron's eerste ‘wetenschappelijke bijdrage’, in het jaar van zijn journalistieke werkzaamheid aan het Bataviase dagblad, Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, waarvan de hoofdredacteur Karel Wijbrands onder het ps. Diederick Baltzerdt ook het weekblad Het Indische Leven redigeerde. Herdrukt in Verzameld Werk VII (Bijlagen), 479-83.

 

Notulen van de Algemeene en Directievergaderingen van het Bata- viaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Opgericht 1778. Weltevreden, G. Kolff & Co en 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1921.

[p. 566]

Over de Oud Bataviasche Wedloop Sociëteit.* Deel LVIII (1920), Bijlage XI, 271-75.

Ann. Getekend: ‘C.E. du Perron Jr’, als assistent-bibliothecaris van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.

 

Bataviaasch Handelsblad. (1920)

Don Quichotte te Soerabaja, (1920) 31 Juli.

Ann. Ondertekend met het ps. Joseph Joséphin. Herdrukt in Verzameld Werk V (Drie Jeugdverhalen), 555-64.

 

Algemeen Geïll. Indisch Weekblad ‘De Revue’. Batavia (1920-1921) Over den hoofdpersoon van ‘De drie Musketiers’* I (1920), 158-60.

Het Spook van den Arabier, I (1921) 636-39; 689-91.

Nederlandsch-Oost-Indische Letteren* I (1921) 1129-32; 1167-70; 1247-48; 1282-83; 1317-18.

Een Sparring-Partner, I (1921) 1487-91.

Ann. Ondertekend met ‘E. du Perron’, ‘Du P.’ en het ps. Joseph Joséphin. Herdrukt in Verzameld Werk V (Drie Jeugdverhalen), 555-64.

 

Het Overzicht. Halfmaandelijks Tijdschrift voor Kunst, Letteren, Mensheid. Leiding: Fernant Berckelaers en Jozef Peeters. Antwerpen. (1924)

Restjes van den Dag, I (1924) April, no. 21, 159.

Ann. Het prozagedicht is ondertekend met het ps. Duco Perkens.

 

De Driehoek. Maandschrift voor Konstruktivistische Kunst. Opgericht door Jozef Peeters en Duco Perkens. Antwerpen (1925-26).

Gaston Burssens: Piano. Roel Houwink: Novellen, I (1925) 1 April, no 1, 4.

P.H. Ritter Jr: Het gracieus avontuur, I (1925) 1 Mei no 2, 4.

Zestien Kwatrijnen, I (1925) 1 Juni, no. 3, 2.

Woonplaats. Wachtend. Jean Cocteau: Le Mystère de Jean l'Oiseleur, I (1925) Augustus, no. 5, 4.

Dirk Coster: Nieuwe Geluiden (2e verm. druk) I (1925) September, no 6, 3.

Dageliks Gebeuren. De Geest met Siropen, I (1925) October, no. 7, 1. De Kwaal. Lioubomir Metzitch: Avion sans appareil I (1926), Januari, no 10, 3.

Ann. De gedichten en boekbesprekingen zijn ondertekend met het ps. Duco of D. Perkens.

 

Het Woord. Twee-maandelijksch Kunsttijdschrift. Onder leiding van Jean Demets, Jan de Vries en Lajos von Ebneth. Kijkduin (1926).

Auteurs. Twee Uitbarstingen I (1926) Juli, no. 2, 2-3.

[p. 567]

Zo leeg een bestaan I (1926) Sept., no. 3, 4.

Idem I (1926) Nov., no 4, 4.

Ann. De gedichten ‘Twee Uitbarstingen’, ondertekend met het ps. Duco Perkens, werden in Bij Gebrek aan Ernst (1926) herdrukt, waarbij wordt medegedeeld, dat Duco Perkens, in 1899 te Paramaribo geboren en in januari 1926 te Cap Martin gestorven is. De ‘vertelling’ is onvoltooid.

 

Den Gulden Winckel. Geïll. Maandschrift voor Boekenvrienden. Baarn (1927-1939).

‘Ingezonden Stuk’. Aan Gerard van Eckeren over het geval Alie Smeding. XXVI (1927). No. 9, 215-16.

Pierre Louijs: Psyché, suivi de La Fin de Psyché* XXVI (1927) No. 12, 278-79.

Arthur van Schendel. Enkele aanteekeningen (Arthur van Schendel: Merona, een Edelman) XXVII (1928) No. 1, 12-14.

De Erfgename van Koning Salomo. Een Fransche roman over Java. (Claude Eylan: L'Héritière du Roi Salomon)* 109-11; Paul van Ostaijen. Met foto. XXVII (1928) No. 4, 119-20.

Een nieuwe novelle van Van Schendel (Arthur van Schendel: Fratilamur) XXVII (1928) No. 8, 228-29.

Surrealistische Fransche Letteren. Een Overzicht I (Pierre Naville: La Révolution et les Intellectuels) Met 4 ill. XXVII (1928) No. 9, 269-72. Twee autobiografische geschriften van Benjamin Constant (Benjamin Constant: Le Cahier Rouge; idem: Journal Intime), 289-90; Surrealistische Fransche Letteren. Een Overzicht II (Pierre Naville: La Révolution et les Intellectuels) Met 4 ill. XXVII (1928) No. 10, 295-98.

André Malraux: Les Conquérants, 344-45; Bij den laatsten roman van André Maurois (André Maurois: Climats) XXVII (1928) No. 11, 345-46. Paul Léautaud. Het Alter Ego van Maurice Boissard (Paul Léautaud: Passe-Temps) Met een tekening van André Rouveyre. XXVIII (1929) No. 3, 74-76.

Paul van Ostaijen en de kritiek [‘Ingezonden Stuk’ aan de Redactie van D.G.W.]* XXVIII (1929) No. 10, 288.

De gemaskerde dichteres. ‘Mien Proost is een man’.* [Gesigneerd door Red. van D.G.W., doch geschreven door E. du Perron en M. Nijhoff.] XXVIII (1929) No. 12.

Het razende moderne tempo (A. den Doolaard: De laatste Ronde) XXIX (1930) No. 1, 7-9.

André Gide en de Hollandsche kritiek. Met foto, 32-36; Aen den Heere J.W.F. Werumeus Buning, XXIX (1930) No. 2, 43.

Open Brief aan Dr N.A. Donkersloot. XXIX (1930) No. 3, 69-70.

E. du Perron over proza, poëzie, kritiek. [Interview door G.H. 's-Gravesande] Met een portret door Creixams. XXIX (1930) No. 5, 107-10. Prof. Dr Goris over Slauerhoff* XXIX (1930) No. 8, 192-93.

[p. 568]

Carnaval en Aschwoensdag (Menno ter Braak: Het Carnaval der Burgers) XXIX (1930) No. 9, 201-03.

Een kwalijke beschuldiging. Brief aan de Redactie van ‘Het Vaderland’* XXX (1931) No. 1, 20.

Het nationaal gevoel en de kunst (Twintig Noord- en Zuid-Nederlandsche Verhalen. Samengesteld en ingeleid door Constant van Wessem) XXX (1931) No. 350, 27-29.

Een biografie van Lenin (Valeriu Marcu: Lenin), 86-8; Nog iets over revolutionaire poëzie (Jef Last c.s.) XXX (1931) No. 352, 94-5.

Mémoires van een terroriste (Vera Figner: Nacht over Rusland) XXX (1931) No. 353, 105-07.

De vijand meldt zich. Brief aan Dirk Coster. [Ingezonden Stuk aan ‘De Stem’]* XXX (1931) No. 354, 131.

De vijand meldt zich. Brief aan de Redactie van ‘Het Vaderland’* XXX (1931) No. 356, 180.

Een prachtuitgave van Poe (E.A. Poe: The Masque of the Red Death and other tales. Woodengravings by J. Buckland Wright) 233-36; ‘Ingezonden Stuk’ [over P.A. Daum (Maurits)]* XXXI (1932) No. 372, 240.

Een seniel tractaatje (G.B. Shaw: The Adventures of the Black Girl in her Search for God) XXXII (1933) No. 374, 31-32.

Ontmoeting of invloed? XXXII (1933) No. 375, 49-50.

Een inleiding tot het stierengevecht (Ernest Hemingway: Death in the Afternoon) XXXII (1933) No. 376, 72-3.

‘Elite’ en ‘Groot Publiek’, 122-123; Boekenschouw (Ferdynand Goetel: Mijn dubbel Leven) XXXII (1933) No. 379, 133-134.

Een schrijvende schoonheidskoningin (Raymonde Allain: Histoire Vraie d'une Reine de Beauté)* XXXII (1933) No. 381, 159-60.

Een achttiende-eeuwer over Shakespeare. XXXII (1933) No. 382, 181-82.

Twee vragen. [Ingezonden Stuk aan Jef Last en Gerard van Eckeren] XXXIII (1934) No. 388, 68.

Poezen en Honden. XXXVIII (1939) No. 7/8, 19.

 

Avontuur. Tweemaandelijks Tijdschrift. Antwerpen. Redactie: Paul van Ostaijen, E. du Perron, Gaston Burssens. Voor Nederland: R. Blijstra. Bussum (1928).

Zo leeg een bestaan. I (1928) Februari, no. 1, 12-31.

Ieder zijn Kwelling. I (1928) April, no. 2, 4-16.

G. Burssens en E. du Perron: In memoriam Paul van Ostaijen* I (1928) no. 2, 3.

 

De Gids. Amsterdam (1928-58)

Sonnet van Burgerdeugd. XCII (1928) No. 4, 41.

[p. 569]

Gebed bij den Harden Dood (In Memoriam O.-J.P.) XCII (1928) No. 9, 320-23.

Sonnetten: Landelijk Treurspel. De Douairière. Bijwijze van Haat. Adriana de Buuck. Reprise (Na 6 jaar). Het kind dat wij waren. De Franc-Tireurs (Aan J. Greshoff) XCII (1928) No. 12, 329-35.

Hubertus bij Zon en Schaduw (Aan J.J.S., dorpsdokter) XCIII (1929) No. 12, 288-95.

Het Drama van Huize-aan-Zee. XCIV (1930) No. 1, 57-81.

Het Huis. De Bedelaar onder den boom. Een Mannetje alleen (1922). Kolonie. In Memoriam. XCIV (1930) No. 2, 176-80.

Voor S.-. XCIV (1930) No. 8, 170.

Java in onze letteren (Gerard Brom: Java in onze kunst) XCVII (1933) No. 12, 335-47.

Brief aan A. Roland Holst [14 December 1931]* CXXII (1958) No. 5/6, 338-41.

 

Variétés. Revue mensuelle illustrée de l'esprit contemporain. Direction P.-G. van Hecke. Bruxelles (1928-29).

Franz Hellens: L'Enfant et l'Ecuyère* I (1928) 15 septembre, no 5, 270.

Petites Histoires pour Repas de Familie* I (1929) 15 avril, no 12, 660-61.

Ann. De prozagedichten zijn een anonieme vertaling van de Achtste en Negende Dosis uit de afdeling ‘Voor de Famielje’ in Bij Gebrek aan Ernst (1926); ze werden door Eveline Blackett ook voor een onbekend Oxfords studentenorgaan vertaald (zie nos 6 en 106).

 

Vlaamsche Arbeid. Brussel (1928-30)

Sonnetten [o.a. Platen aan den Wand.*] XXIII (1928) Afl. 5, 303-06.

Alle de Rozen of het Gesprek bij Maanlicht* XXIV (1929) Afl. 2, 65-69.

Drie liedjes voor Licht en Donker: I. Aubade. II. Romance. III. Nocturne. XXIV (1929) Afl. 2, 70-71.

Het bittere Begin (Fragment van een ‘Conte Moral’)* XXV (1930). Afl. 5-6, 365-71.

 

De Hollandsche Revue. 's-Gravenhage (1929)

Dr Giacomo Prampolini. Een vriend van Nederland in Italië. Een interview en drie vertaalde gedichten.* XXXIV (1929), 235-37.

Een vreemdsoortig avonturier. Marie I, koning der Sedangs.* XXXIV (1929), 275-78; 345-450.

Een jong cineast. Charles Dekeukeleire.* XXXIV (1929), 494-96.

Ann. De twee interviews en het feuilleton zijn ondertekend met het ps. A.L. van Kuyck.

[p. 570]

Vandaag. Antwerpen (1929)

Bijdrage nummer zoveel. Paul van Ostaijen (Met 2 illustraties) I (1929) 1 April, no 4, 80-81.

 

Erts. Letterkundige Almanak. (Amsterdam, A.J.G. Strengholt, 1929). Gebed bij de Harde Dood. Met potloodschets van de dichter door Pascal Pia, 201-06.

 

Groot-Nederland. Letterk. Maandschrift. Amsterdam (1929-1940) Sonnetten XXVII (1929) 372-75.

Een Vrouw. Gli Amanti. De Wachtende. XXVIII (1930), 449-53.

Dialoog over het detektive-verhaal, XXXI (1933) 61-75.

Drie Sonnetten: De Vooruitgang. Maar heden...*. Saint-Just. XXXI (1933) 289-90.

Retrospektief van mijn ouders (Uit de Indische Jeugd van Arthur Ducroo) XXXII (1934), 418-35.

De eerste jaren (Idem) XXXII (1934), 499-514.

Gedong Lami (Idem) XXXII (1934), 58-70.

Idem (Idem) XXXII (1934), 156-65.

Dubbelportret van Arthur Hille (Idem) XXXIII (1935), 235-52.

Billets pour Elle XXXIII (1935), 232-33.

Over S. Vestdijk XXXIII (1935), 560-72. [‘geschr. Bretagne Oct. 1935 (?)’]

Verdediging der kultuur I, XXXIV (1936), 66-79.

Politiek, moraal en juist denken XXXIV (1936), 93.

Verdediging der kultuur II, XXXIV (1936), 167-81.

Blocnote klein formaat XXXIV (1936), 254-60.

Idem XXXIV (1936), 372-77.

Sans Familie’. (Drie brieven van J. Greshoff, Menno ter Braak en E. du Perron) XXXIV (1936), 402-06.

Blocnote klein formaat XXXIV (1936), 548-53.

Idem XXXIV (1936), 69-74.

Idem XXXIV (1936), 164-69.

Idem XXXIV (1936), 278-83.

Idem XXXIV (1936), 362-66.

Idem XXXIV (1936), 504-09.

Idem XXXIV (1936), 597-602.

Idem XXXV (1937), 79-83.

Idem XXXV (1937), 84-88.

Idem XXXV (1937), 183-89.

Idem XXXV (1937), 292-96.

Kritische Aanteekeningen: Victor Ido: Indië in den goeden ouden tijd. XXXV (1937), 310-11.

Blocnote klein formaat XXXV (1937), 395-99.

[p. 571]

Blocnote klein formaat XXXV (1937), 508-12.

Idem XXXV (1937), 607-12.

Idem XXXV (1937), 135-38.

Multatuli's Naleven XXXV (1937), 150-63.

Blocnote klein formaat. XXXV (1937), 458-64.

Idem XXXV (1937), 617-20.

Kritische Aanteekeningen: Antoon Coolen: De drie Gebroeders. XXXV (1937), 628-31. [‘geschr. Tjitjoeroeg Nov. '36’].

Commentaren: Kartini en Djajadiningrat (Herinneringen van Pangeran Aria Achmad Djajadiningrat) XXXVI (1938), 70-74.

Blocnote klein formaat. XXXVI (1938), 79-83.

Kritische Aanteekeningen: Dr E.C. Godée Molsbergen: Tijdens de O.I. Compagnie. XXXVI (1938), 96-99.

Blocnote klein formaat. XXXVI (1938), 188-95.

Garoetbij nacht (Fragment) XXXVI (1938), 269.

Blocnote klein formaat. XXXVI (1938), 395-400.

...E poi muori. XXXVI (1938), 433-65.

Marsman's verhalend proza. XXXVI (1938), 17-30. [‘geschr. Sitoe Goenoeng’]

Schandaal in Holland. XXXVII (1939), 61-86.

Idem. XXXVII (1939), 169-91.

Idem. XXXVII (1939), 261-83.

Idem. XXXVII (1939), 367-90.

Idem. XXXVII (1939), 461-79.

Duymaer van Twist geeft Multatuli gelijk (Dr J. Zwart: A.J. Duymaer van Twist, een historisch-liberaal staatsman) XXXVIII (1940), 71-85. Commentaren: De Waarheid der Wrekende Schoondochters (De Waarheid over Multatuli en zijn Gezin door de Schoondochter)* XXXVIII (1940), 340-48.

Gedichten: De twee Gevangenen (Bij een dubbelportret door Willink); Eens een Jongmeisje (Voor Line). XXXVIII (1940), 385-86.

De Grijze Dashond. Eerste Deel: Het Huis (Aan Cola Debrot). Met een inleiding door S. Vestdijk: ‘Bij een posthuum gedicht van E. du Perron’. XXXVIII (1940), 661-71.

De Slechte Dochter (Eerste hoofdstuk van de onvoltooide roman Zich doen Gelden) XXXVIII (1940), 833-54.

Zich doen Gelden (Tweede hoofdstuk van idem) XXXVIII (1940), 893-907.

 

Twintig Noord- en Zuid-Nederlandsche Verhalen. Samengesteld en ingeleid door Constant van Wessem (Utrecht, J. Bijleveld, 1930).

Petrus en Paulus of de Overdrijving der Jeugd (Begin van een Conté Moral) 133-53.

[p. 572]

Erts 1930. Letterkundig Jaarboek. (Amsterdam, A.J.G. Strengholt). Drie Sonnetten: I. Het kind dat wij waren. II. Een grote Stilte. III. Leven is goed... 65-67.

 

De Vrije Bladen. Onafh. Maandschrift voor Kunst en Letteren. Amsterdam (1930-49)

Gesprek over Slauerhoff. VII (1930) Afl. 12, 337-62.

Van de drie Ridders en het Hemd. Vert. naar Jacques de Baisieux* 84-91; Voetnoot na het ‘Gesprek over Slauerhoff’* VIII (1931) Afl. 3, 100.

Antwoord aan Mr M. Nijhoff [Limerick, ondertekend door Fred Batten]* VIII (1931) Afl. 10, 276.

Grafitti (Blocnote klein formaat) XIII (1936) Schrift X, 32 blzn.

Een Lettré uit de 18e eeuw: Willem van Hogendorp. Brieven en verzen uit het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. XVII (1940) Schrift IV, 32 blzn.

Briefwisseling Ter Braak-Du Perron. Een Bloemlezing.* XXI (1949) Schrift 2, 112 blzn.

 

Balans. Algemeen Jaarboek der Nederlandsche Kunsten 1930-31 (Maastricht, Leiter-Nypels 1931).

De Wachtende, 98-100.

 

De Nieuwe Eeuw. Algemeen Cultureel Weekblad. Helmond (1931)

Over het ‘kreatieve’ in onze poëzie. Briefwisseling van E. du Perron en H. Marsman. (1931) 26 Febr. No. 705, 684-87.

 

De Standaard. Brussel (1931)

Een onfatsoenlijk meneer. (1931) 20 Maart, 1.

Mijnheer E. du Perron schrijft ons.* (1931) 27 Maart, 1.

Een ongemoedelijk steekspel. De Hr.E. du Perron als recidivist. (1931) 1 April, 2.

Ann. Deze polemiek, naar aanleiding van Du Perron's briefwisseling met Marsman in De Nieuwe Eeuw (zie boven), is volgens Ada Deprez met de criticus Urbain van de Voorde gevoerd.

 

Critisch Bulletin. Arnhem (1931-33)

De verborgen avonturier (Blaise Cendrars: Rhum) II (1931) Juni, 173-75.

E. du Perron over de Fransche vertaling van Querido's De Jordaan.* IV (1933) Juni, 191.

 

Het Vaderland. 's-Gravenhage (1931-39)

De vijand meldt zich* [Ingezonden stuk] LXIII (1931) 9 Juli Av.

[p. 573]

Op bezoek bij John Buckland Wright* [Niet ondertekend] LXV (1933) 20 Jan. Av.

Een interview met Alexejef* [Niet ondertekend] LXV (1933) 8 Nov. Av.

Museum voor Stendhal geopend in zijn geboorteplaats Grenoble. I [Niet ondertekend]; Idem. II [Idem] LXVI (1934) 12, 15 Mei Av. ‘Onderschatting en Overschatting’. [Antwoord op een litteraire enquête] LXVI (1934) 14 Nov. Av.

Het Schrijverscongres te Parijs.* [Ingezonden Stuk] LXVII (1935) 13 Juli Av.

Portretten van Napoleon [Niet ondertekend] LXVIII (1936) 19 Juni Av.

Een bedreigd cultuurcentrum. Interview met Sylvia Beach te Parijs.* [Niet ondertekend] LXVIII (1936) 29 Juni Av.

Indië en Europa. Gesprek met E. du Perron vóór zijn vertrek uit ons werelddeel.* [Interview door Menno ter Braak] LXVIII (1936) 15 Sept. Av.

De ‘Zenuwlijder’ van Lebak.* LXIX (1937) 18 Febr. Av.

De oplaag van Uren met Dirk Coster.* LXX (1938) 16 Dec. Av.

E. du Perron terug in Nederland.* [Interview door Adriaan van der Veen] LXXI (1939) 1 Oct. Av.

‘Inlander’ of ‘Indonesiër’?* [Ingezonden Stuk] LXXI (1939)

Ann. De niet-ondertekende stukken schreef de auteur als Parijs' correspondent van Het Vaderland gedurende de jaren 1933-36.

 

Helikon. Maandschrift voor Poëzie. Maastricht-Brussel (1931-41)

Drie vergeten sonnetten: De Notaris spreekt (1926); Een Apostel (1927); De Ronker tot de Verdrevene (voor J.-Ascona, Dec. 1929) I (1931) No. 6, 85-87.

Simpel Verhaal [ps. Angèle Baedens]* 105; Kamermuziek (1922); Pastiche Romantique I (1931) no. 7, 108-9.

Op mijn Divanbed in een Hollandse Huurkamer. I (1931) No. 10, 156. Voor een Jong Meisje. II (1932) No. 1, 16.

Antwoord aan Joannes Greshovius van Nieuw-Helvoet. II (1932) No. 3, 40.

Twee liedjes van Byron. II (1932) No. 7, 102.

De Verloofde. III (1933) No. 7, 100.

De Grijze Dashond (Inleiding door S. Vestdijk) XI (1941) No. 11.

Ann. Het gedicht ‘Voor een Jong Meisje’, oorspronkelijk opgedragen aan mej. Danny Bolle, is herdrukt in het toneelspel De Nieuwe Manier, zie Verzameld Werk V, 411-12.

 

Forum. Maandblad voor Letteren en Kunst. Rotterdam (1932-35)

Ter inleiding [mede ondertekend door Menno ter Braak en Maurice

[p. 574]

Roelants]* 1-3; Somewhere, 52; De dichter en de denker, 571, I (1932) No. 1.

Brieven van een zwaarmoedig auteur (Bij het ms. van een roman) 127-38; Reklame voor mijn kasteel*, 140, I (1932) No. 2.

Scenario te geef, 195-198; Lof der Onpersoonlikheid 203, I (1932) No. 3.

Drie gedichten: De Bierpiraat; Voor een Paradijsvaarder (Aan Jan Engelman); Twee Filmsirenen, 235-37. Aandacht voor Schotman!* 267-69; De congenitale onmogelikheid*, 270-71, I (1932) No. 4.

Koek, Zanden Grind, 303-13; De belezen tijdgenoot,* 335-36, I (1932) No. 5.

D.H. Lawrence en de erotiek (D.H. Lawrence: Lady Chatterley's Lover) 366-79; Brief aan een leraar, 397-98, I (1932) No. 6.

Uren met Dirk Coster (I) 401-23; Het ontmoedigende stokpaard (D.H. Lawrence: St. Mawr) 466-67, I (1932) No. 7.

Idem (2) 474-98; Het publieke blauwtje*, 531-32, I (1932) No. 8.

Idem (3) 557-83; Het domste boek van de wereld (Paul Doumer: Livre de mes Fils) 605-07, I (1932) No. 9.

Idem (4) 643-56; De tee van Ludwig, 659-61; De maker van de ijzeren toren, 662-64, I (1932) No. 10.

Idem (5) 698-718. Bij de vorige aantekening [M.t.B.: Braaf, goedaardig en weerloos]* 742-43; De geredde loopbaan, 744, I (1932) No. 11.

Anthonie Donker als autoriteit (Anthonie Donker: De schichtige Pegasus; idem: Ter Zake) 810-06; Polemiek en tijdschriftleiderschap 809-11, I (1932) No. 12.

Over poëzie met voorbeelden (Aldous Huxley: Texts and Pretexts) 61-73; Perron spreekt*, 75; Noodkreet om voorlichting*, 77-78, II (1933) No. 1.

Flirt met de revolutie. II (1933) No. 2, 81-99.

‘De Prins weergekeerd’, 161-62; De Smalle Mens, 163-88, II (1933) No. 3.

Postscriptum bij het voorgaande [H. Marsman: De dood van het vitalisme]* 259-60; Nawoord* [J. Gans: Contraflirt met de revolutie] 316-17; Een Hollander dicht een spaanse ballade (J.W.F. Werumeus Buning: Mária Lécina) 318-24; Parijs bij nacht (Brassai: Paris de Nuit, Ed. ‘Arts et Métiers Graphiques’)* 325-27, II (1933) No. 4.

Bij een trio toneelprestaties. II (1933) No. 6, 478-87.

Als voorbeeld van hygiëne, 519-28; Aan Ambrosia (Jan Engelman: Tuin van Eros) 550-55, II (1933) No. 7.

De menselike staat bij kookpunt (André Malraux: La Condition Humaine) II (1933) No. 8, 581-92.

De grote dingen van de planken. II (1933) No. 9, 641-58.

Belangrijke erratum!* II (1933) No. 10, 759-60.

[p. 575]

Written in dejection, 797-809; Portret van Mallorca*, 822; De terugkeer van het Hart. 829-30 II (1933) No. 11.

Afscheid van Kostersloot. II (1933) No. 12, 896-99.

Bij een herlezing van Hamlet. III (1934) No. 1, 28-36.

Bij wat Stendhal noemt ‘energie’ (I) 139-50; Volkenkundige bijdrage 188, III (1934) No. 2.

Bij wat Stendhal noemt ‘energie’ (II) 236-47; Nog meer heroïsme*, 248-49, III (1934) No. 3.

De derde knal*. III (1934) No. 4, 382-84.

Naar aanleiding van ‘Les Liaisons Dangereuses’. III (1934) No 5, 409-18. Jan Lubbes, 586-99; Het zalige lachen, 635-38; De jongste generatie 638, III (1934) No. 7.

De beving der oude spellers, 780-81; Over haarwater (Theun de Vries: Eroïca)*, 782, III (1934) No. 8.

Blocnote klein formaat, 1026-36; Afgunst voor de diktator, 1060 III (1934) No. 11.

Kijk waar hij zit, 1202-03; Het portret niet van Dorian Gray*, 1203-05, III (1934) No. 12.

De jonge Indiesman, 19-30; O, toon der kultuur! 62-63; De militaire Muze*. 64, IV (1935) No. 1.

Bezoek van Wijdenes, 211-24; Ieder zijn roes (en we gaan tevreden naar huis) 251-52, IV (1935) No. 3.

Blocnote klein formaat, 984-97; Voor het Critisch Bulletin*, 1024-25, IV (1935) No. 10.

Blocnote klein formaat. IV (1935) No. 12, 1208-18.

 

Nieuwe Rotterdamsche Courant (1933-40)

L.-F. Céline: Voyage au bout de la Nuit, XC (1933) 11 Jan. Av.

Ramon Fernandez: Le Pari, XC (1933) 26 Jan. Av.

André Gide: OEuvres Complètes I. XC (1933) 29 Jan. Ocht.

Jules Supervielle: La Belle au Bois, XC (1933) 5 Febr. Ocht.

Gustave Roud: Petit traîté de marche en plaine, XC (1933) 7 Febr. Av.

Thierry Maulnier: La crise est dans l'homme, XC (1933) 8 Febr. Av.

Hugh Kingsmill: Frank Harris, XC (1933) 10 Febr. Av.

Jules Vallès: Un Gentilhomme, XC (1933) 15 Febr. Av.

André Gide: OEuvres Complètes II. XC (1933) 21 Febr. Av.

Daniel-Rops: Les Années Tournantes*, XC (1933) 28 Febr. Av.

Henri Michaux: Un Barbare en Asie, XC (1933) 5 Maart Ocht.

Roger Martin du Gard: Vieille France, XC (1933) 30 Maart Av.

Arturo Uslar-Pietri; Les Lances Rouges, XC (1933) 31 Maart Av.

Henry de Monfreid: Les Secrets de la Mer Rouge; Aventures de Mer, XC (1933) 3 Mei, Av.

Henry de Monfreid: La Croisière du Hachich, XC (1933) 5 Mei Av.

André Chamson: L'Auberge de l'Abîme, XC (1933) 21 Juli Av.

[p. 576]

Drieu la Rochelle: Drôle de Voyage, XC (1933) 11 Aug. Av.

Dominique Fleuret: Description des Passages, XC (1933) 13 Aug. Ocht.

Jean Grenier: Les Îles, XC (1933) 7 Sept. Av.

André Gide: OEuvres Complètes III, IV. XC (1933) 11 Nov. Av.

Claude Farrère: Les quatre Dames d'Angora, XC (1933) 13 Dec. Av.

Marcel Jouhandeau: Monsieur Godeau Marié, XC (1933) 21 Dec. Av.

André Suarès: Vues sur Napoléon, XC (1933) 22 Dec. Av.

Fernand Fleuret: De Gilles de Rais à Guillaume Apollinaire, XC (1933) 30 Dec. Av.

André Rouveyre: Singulier, XCI (1934) 13 Jan. Av.

Léon Bloy: Lettres à Véronique; René Martineau: Léon Bloy et ‘La femme pauvre’ XCI (1934) 16 Jan. Av.

Pierre Benoît: Cavalier 6 suivi de l'Oublié, XCI (1934) 23 Jan. Av.

Roger Couderc: Justine, XCI (1934) 27 Jan. Av.

Emile Lauvrière: L'étrange vie et les étranges amours d'Edgar Poe, XCI (1934) 29 Juni Av.

Stendhal: Théâtre, XCI (1934) 12 Juli Av.

Pierre Maes: Un ami de Stendhal. Victor Jacquemont, XCI (1934) 21 Nov. Av.

André Gide: OEuvres Complètes V, VI. XCII (1935) 6 Jan. Ocht.

Maurice Magre: Pirates, Flibustiers et Négriers, XCII (1935) 11 Jan. Av.

André Breton: Point du Jour, XCII (1935) 15 Jan. Av.

Louis Lecocq: Pascualette l'Algérien, XCII (1935) 19 Jan. Av.

Adèle Hommaire de Hell: Mémoires d'une Aventurière, XCII (1935) 20 Jan. Ocht.

Louis Guilloux: Angélina, XCII (1935) 22 Jan. Av.

André Chamson: L'Année des Vaincus* XCII (1935) 7 Febr. Av.

Pierre Jourda: Stendhal; Pierre Martino: Stendhal, XCII (1935) 19 Febr. Av.

Franz Hellens: La Mort dans l'Âme, XCII (1935) 2 April Av.

Louis Aragon: Les Cloches de Bâle, XCII (1935) 5 April Av.

André Gide: OEuvres Complètes VII, VIII. XCII (1935) 13 Nov. Av.

Idem: OEuvres Complètes IX, X. XCII (1935) 5 Juni Av.

André Suarès: Trois grands Vivants, XCV (1938) 19 Mei Av.

Marie Maindron: Monsieur de Puymonteil,* XCV (1938) 16 Aug. Av.

Pierre Mélon: Le Général Hogendorp, XCV (1938) 25 Aug. Av.

Frank Harris: Oscar Wilde, XCV (1938) 23 Sept. Av.

Valery Larbaud (Valery Larbaud: Aux Couleurs de Rome) XCV (1938) 13 Oct. Av. [‘Geschr. Bandoeng’].

Revue der Literatoren (Dichterschap en Werkelijkheid. Geïll. Literatuurgeschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland en Zuid-Afrika onder redactie van W.L.M.E. van Leeuwen) XCVI (1939) 10 Jan. Av. [‘Geschr. Bandoeng’].

[p. 577]

André Gide: OEuvres Complètes XI, XII, XIII, XIV. XCVI (1939) 12 Jan. Av.

Léon Daudet: Mes idées esthétiques. XCVI (1939) 14 Aug. Av. [‘laatste stuk in Indië (Buitenzorg) geschreven in Juli '39 voor de Nieuwe Rott. Courant’].

Albert Kuyle: Harmonika, XCVI (1939) 11 Nov. Av. [‘geschreven in Bergen’].

André Gide zeventig jaar [niet ondertekend] XCVI (1939) 22 Nov. Av. Patrice de la Tour du Pin: La Quête de Joie, XCVI (1939) 14 Dec. Av.

Multatuli. Een paar nog onuitgegeven brieven XCVI (1939) 15 Dec. Av.

Betrouwbaar, daar hij zich nooit vastlegt (André Gide: Journal 1889-1939) XCVI (1939) 23 Dec. Av.

M. Mok: Figuren in het Zand. XCVI (1939) 28 Dec. Av.

S. Vestdijk: Strijd en vlucht op papier. XCVII (1940) 11 Jan. Av.

Litterair-historische opheldering (De briefwisseling Vosmaer-Kloos. Uitgegeven en ingeleid door Dr G. Stuiveling) XCVII (1940) 13 Febr. Av.

Francis Carco: Bohème d'Artiste*. XCVII (1940) 19 April Av.

Ann. De besprekingen van Marcelle Auclair's Naissance, précédé de Changer d'Étoile van 19 Dec. 1934 Av. en van Monique St.-Hélier's Bois Mort van 10 Febr. 1935 Av. zijn niet van de auteur, hoewel van zijn naam voorzien.

 

Links Richten. Maandblad van het Arbeiders-Schrijvers-Collectief ‘Links Richten’. Amsterdam (1933).

Tegen de Politieagent. I (1933) 1 Mei. no. 8, 7-8.

 

Haagsch Maandblad (1933)

De werkelike d'Artagnan. Deel XX (1933) Nov. No. 5, 516-26.

 

La Nouvelle Revue Française. Paris (1933)

Revue des Livres: Le Jordaen, par Israël Querido (Rieder).* Tôme XL (1933) 542.

 

Die Sammlung. Literarische Monatsschrift. Amsterdam (1934)

Holländische Literatur [Übers. von A.V. Thelen] I (1934) 8. Heft, April, 400-11.

Glossen: A. Defresne-E. du Perron: Zu dem Aufsatz von E. du Perron.* I (1934) 9. Heft, Mai, 508.

 

De Sleutel. Orgaan van het A.F.S.C. (Anti-Fascistisch Studenten-Comité). Leiden (1935)

De roep van de Heros. I (1935) Dec. No. 3, 25-28.

[p. 578]

De Korte Baan. Nieuwe Nederlandsche Verhalen. Bijeengebracht door H. Marsman en E. du Perron (Amsterdam, Em. Querido's Uitg.-Mij, 1935)

Ter Inleiding, 5-7.

Het Drama van Huize-aan-Zee, 119-45.

 

Kristal. Letterkundige Productie 1935. (Amsterdam, De Spieghel-Antwerpen, Het Kompas, 1935)

Blocnote klein formaat, 159-64.

 

Het Volk. Amsterdam (1935-39)

Nog eens het Schrijverscongres: Du Perron's oordeel [Interview door H.W. Sandberg]* XXXV (1935) 3 Juli Av.

Du Perron over ‘Poezen en Honden’. XXXIX (1939) 5 Juli Av.

Ann. Zie A.M. de Jong ibid. 10 Juli 1935 Av. en E. du Perron in Het Vaderland van 13 Juli 1935 Av. over het schrijverscongres te Parijs.

 

De Groene Amsterdammer. Amsterdam (1936)

Napoleon en het vrije woord (John Charpentier: Napoléon et les hommes de lettres de son temps) LX (1936) 8 Febr. 5-6.

Een groot, bitter boek (Louis Guilloux: Le Sang Noir) LX (1936) 22 Febr., 8.

Franse dichtkunst (Anthologie des Poètes de la N.R.F.)* LX (1936) 18 April, 8.

Duistere dichtkunst (François Berthault: Vaisseaux Solaires)* LX (1936) 2 Mei, 8.

Bellen blazen (Félix de Chazournes: Jason) LX (1936) 13 Juni, 8.

Verborgen grootheid (Marcel Jouhandeau: Chaminadour I, II) LX (1936) 4 Juli, 16.

Onwezenlijkheid en realiteit (Victor E. van Vriesland: Afscheid van de wereld in drie dagen) LX (1936) 22 Aug., 8.

 

Schrijvers getuigen tegen oorlog en militarisme. Uitgave van de jongeren Vredes-Actie (Rotterdam, W.L. en J. Brusse N.V., 1936).

Pacifisties Tweegesprek, 19-22.

 

Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië. Batavia (1936)

Weer terug in ‘Het land van herkomst’. [Interview met E. du Perron]* (1936) 8 Dec. no. 286.

Ann. In Het Vaderland van 15 Dec. 1936 Av. is een fragment van dit interview gepubliceerd.

 

Bataviaasch Nieuwsblad (1937-1940)

Op zoek naar een oude romance (Bruce Lockhart: Return to Malaya) LII (1937) 7 Juli [‘geschr. Tjitjoeroeg’].

[p. 579]

Van zuiver en onzuiver sentiment (T. Volker: Gedichten; G.H. 's-Gravesande: Nachtelijke Vangst) LII (1937) 14 Juli.

De planter in de literatuur (Beb Vuyk: Duizend Eilanden) LII (1937) 4 Aug. [‘geschr. Tjitjoeroeg’].

De Christelijke Discipline (Menno ter Braak: Van oude en nieuwe Christenen) LII (1937) 18 Aug. [‘geschr. Tjitjoeroeg’].

Zaak van intellectueel geweten (André Gide: Retour de l'U.R.S.S.; Retouches à mon Retour de l'U.R.S.S.) LII (1937) 1 Sept.

De beteekenis van Multatuli (Multatuli: Bloemlezing. Samengesteld door S. van Praag) LII (1937) 27 Oct.

Toppen in politieke romankunst (Martin-Luis Guzman: In de schaduw van den Leider) LII (1937) 19 Nov.

‘Een mensch van wien men houdt’. (J. Greshoff: Gedichten, 3e druk) LII (1937) 24 Nov. [‘Geschr. Garoet’].

De poëzie van Hendrik de Vries (Hendrik de Vries: Nergal; Geïmproviseerd Bouquet; Atlantische Balladen) LII (1937) 8 Dec. [‘Geschr. Garoet’].

Kroniek van de poëzie (D.A.M. Binnendijk: Onvoltooid Verleden) LII (1937) 22 Dec.

Cultuur in en uit de lommerd (Lodewijk van Deyssel: Uit het leven van Frank Rozelaar) LIII (1938) 22 Jan.

Boeken met een dubbelen bodem (Willem Elsschot: Pensioen) LIII (1938) 29 Jan. [‘Geschr. Batavia, hotel’].

Het laatste boek van Slauerhoff (J. Slauerhoff: De Opstand van Guadalajara) LIII (1938) 5 Febr. [‘Geschr. Batavia, hotel’].

De demonen van Bordewijk (F. Bordewijk: De Wingerdrank) LIII (1938) 19 Febr. [‘Geschr. Batavia, hotel’].

De verzen van A. Roland Holst (A. Roland Holst: Een Winter aan Zee) LIII (1938) 19 Maart [‘Geschr. Batavia, Molenvliet West 9a’].

Nijhoff, een verfijnd talent (M. Nijhoff: Nieuwe Gedichten; Jan Engelman: Het bezegeld Hart) LIII (1938) 26 Maart [‘Geschr. Batavia Molenvliet’].

Herwaardeering in herdrukken (Constant van Wessem: Celly; J. Greshoff: Rebuten) LIII (1938) 9 April [‘Geschr. Batavia Molenvliet’].

De noodlotsidee bij Van Schendel (Arthur van Schendel: De Grauwe Vogels) LIII (1938) 16 April [‘Geschr. Batavia, Molenvliet’].

Beb Vuyk's opinie over onze koloniale letteren (Maurits, Mevrouw Székely-Lulofs en wat anderen) LIII (1938) 29 April [‘Geschr. Sitoe-goenoeng’].

De liefheid en het ‘roddelen’ bij Annie Foore (Bij een herlezing van Annie Foore's ‘Bogoriana’) LIII (1938) 7 Mei [‘Geschr. Sitoe-goenoeng’].

Vestdijk, de veelzijdig begaafde (S. Vestdijk: Narcissus op Vrijers-voeten) LIII (1938) 16 Juli [‘Geschr. Batavia, Molenvliet’].

[p. 580]

In het Spaanse Strijdgewoel (A. Malraux: L'Espoir) LIII (1938) 23 Juli. ‘Erflaters van onze beschaving’ (Jan en Annie Romein: Erflaters van onze Beschaving I) LIII (1938) 6 Aug. [‘Geschr. Meester-Cornelis, Gedong Menu’].

Woordvoerder van het Modernisme (H. Marsman: Verzameld Werk) LIII (1938) 20 Aug. [‘geschr. Mr. Cornelis’].

Vrouwenleed in de literatuur (Gerard Walschap: Sybille) LIII (1938) 3 Sept. [‘Geschr. Rantjasoeni’].

Onze Letteren in het Fransch (Johannes Tielrooy: Panorama de la littérature hollandaise contemporaine) LIII (1938) 24 Sept.

Om de vrijheid van de kunst (‘Dichter en Maatschappij’. Bijeengebracht door J.W. van Dijk) LIII (1938) 15 Oct.

‘Dichterschap en Werkelijkheid’ (‘Dichterschap en Werkelijkheid’. Geïll. Literatuurgeschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland en Zuid-Afrika. Onder redactie van W.L.M.E. van Leeuwen)* LIII (1938) 24 Dec. [‘Geschr. Bandoeng’].

‘De SpaanscheTragedie’ (Jef Last: DeSpaanscheTragedie) LIII (1938) 31 Dec.

Herinneringen aan Slauerhoff (Constant van Wessem: Slauerhoff-Herinneringen) LIV (1939)7 Jan. [‘Geschr. Bandoeng’].

‘Erflaters van onze beschaving’ (Jan en Annie Romein: Erflaters van onze Beschaving II) LIV (1939) 14 Jan. [‘Geschr. Bandoeng’].

Een dichter van eenvoud en stilte (Jan van Nijlen: Gedichten, 1906-1938) LIV (1939) 21 Jan. [‘Geschr. Bandoeng’].

Een nieuwe schrijversgeneratie (Bij het eerste nummer van ‘Werk’) LIV (1939) 11 Febr. [‘Geschr. Bandoeng’].

Van Schendel's nieuwe verschijning (Arthur van Schendel: De wereld een dansfeest; Nachtgedaanten) LIV (1939) 18 Febr. [‘Geschr. Bandoeng’].

Kelk als dichter en kritikus (C.J. Kelk: Rondom tien gestalten) LIV (1939) 25 Febr. [‘Geschr. Bandoeng’].

Een Indisch journalist als dichter (Willem Brandt: Oostwaarts; Tropen) LIV (1939) 11 Maart [‘Geschr. Bandoeng’].

Een griezelverhaal van de Oudheid (S. Vestdijk: De Nadagen van Pilatus) LIV (1939) 18 Maart [‘Geschr. Bandoeng, even hiervoor begon de ruzie met Versteeg, wd. hoofdredacteur v/h Bat. Nwsblad (Ritman was in Europa)’].

Een historicus onder verdenking (Jan en Annie Romein: Erflaters van onze Beschaving III) LIV (1939) 8 Juli [‘Geschr. in Buitenzorg na ruzie met Versteeg en pauze in medewerking’].

Holland heeft een nieuw talent (Adriaan van der Veen: Oefeningen; Geld speelt de groote rol) LIV (1939) 15 Juli [‘Geschr. Buitenzorg’].

Van goede en slechte bloemlezingen (Dichters van dezen tijd, 13e druk. Bezorgd door J. Greshoff; R. van Lier: Praehistorie) LIV (1939) 22 Juli.

[p. 581]

Eerste dagen van het Bataviaasch Genootschap, LIV (1939) 5 Aug. Willem van Hogendorp's Indische Jaren, LIV (1939) 12 Aug.

Het leven van Dirk van Hogendorp, LIV (1939) 26 Aug.

P.H. Ritter over literaire critiek (Bij Dirk Coster: Het tweede boek der Marginalia) LIV (1939) 16 Sept. [‘Geschr. a/b v.d. Stentor, Ind. Oceaan in Augustus, half zeeziek’].

‘Het laatste huis van de wereld’ (Beb Vuyk: Het laatste Huis van de Wereld; Gerard Walschap: Het Kind) LIV (1939) 28 Oct.

Over Menno ter Braak en S. Vestdijk (Menno ter Braak: In gesprek met de Vorigen; S. Vestdijk: Lier en Lancet) LIV (1939) 11 Nov. [‘Bergen-binnen, 12 Oct. '39’].

Alleen de boomen zijn gebleven (Arthur van Schendel: De Zeven Tuinen; Anders en Eender) LIV (1939) 25 Nov.

Een Kruistocht tegen het Onrecht (Jef Last: De Vliegende Hollander; Zuiderzee) LIV (1939) 2 Dec.

Een Kunstbijbel voor de Huiskamer (Schrijvers en Schilders. De mooiste verhalen en liederen uit Noord- en Zuid-Nederland van Veldeke tot Vestdijk. Verzameld door W.L.M.E. van Leeuwen) LIV (1939) 9 Dec. De poëzie van Clara Eggink (Clara Eggink: Schaduw en Water; Het Schiereiland) LIV (1939) 16 Dec.

De ‘dingtaal’ van een debutant. (H.A. Gomperts: Dingtaal) LIV (1939) 23 Dec.

Tafelkout in het Mysterieuze (In Aanbouw. Literaire Almanak. Samengesteld door K. Lekkerkerker) LV (1940) 6 Jan.

Onze Letteren in honderd deelen (Bibliotheek der Nederlandse Letteren, I, II) LV (1940) 13 Jan.

Onze Letteren in honderd deelen (Bibliotheek der Nederlandse Letteren, III, IV, V) LV (1940) 27 Jan.

Nieuwe ‘Poëzie-Bijbel’ verschenen (Spiegel van de Nederlandsche Poëzie door alle eeuwen. Samengesteld door Victor E. van Vriesland) LV (1940) 3 Febr.

Socialisme en kunstenaarschap (Uit het werk van Frank van der Goes) LV (1940) 10 Febr.

Verwey rekent af met Van Eeden (Albert Verwey: Frederik van Eeden) LV (1940) 17 Febr.

Pro en contra Multatuli (Dr J. Zwart: A.J. Duymaer van Twist*; De Waarheid over Multatuli en zijn gezin door de Schoondochter*) LV (1940) 24 Febr.

Melis Stoke als Indisch auteur (Melis Stoke: De Razende Berg) LV (1940) 27 April.

De poëzie van Garmt Stuiveling (Garmt Stuiveling: Tegen de Stroom; Erasmus) LV (1940) 4 Mei.

Nieuw tijdschrift der Jongeren (Bij een nieuw tijdschrift: Criterium nos 1 en 2) LV (1940) 11 Mei.

[p. 582]

Poëzie op Amsterdamsch Peil (Jac. van Hattum: De Pothoofdplant; Frisia non cantat; Drie op één Perron; Bilzenkruid) LV (1940) 18 Mei. Dichters van het Berijmd Cynisme (Gerard den Brabander: Vaart; Gebroken Lier; Opus 5; Drie op één Perron) LV (1940) 25 Mei.

Ann. Een slotartikel over de ‘Amsterdamse School’, een bespreking van de poëzie van Ed. Hoornik, en wellicht andere artikelen zijn in de Duitse bezettingstijd verloren gegaan.

 

Kroniek van Kunst en Kultuur. Amsterdam (1937-41)

L.J.A. Schoonheyt: Boven-Digoel, II (1937) No. 8, 263-64. [‘Geschr. Tjitjoeroeg Jan. '37 (?)’].

Bij een handvol auteurstekeningen. Met 12 ill. V (1940) No. 4 en 5, 55-60.

Stevens pinxit, 97; De twee Gevangenen, 106, VI (1941) No. 5-6.

 

Maandblad van de Vereeniging van Huisvrouwen te Semarang (1938) Over de ‘echte roman’. (1938) Sept., 373-77 [‘Geschr. 30 Aug. '38 bij Adé Tissing, Rantjasoeni’].

 

Koloniaal Tijdschrift. Batavia (1938)

Daan van der Zee: De man die zichzelf behield. Vicki Baum: Liefde en dood op Bali. XXVII (1938) Nov., 615-16 [‘geschr. Mr. Cornelis’].

 

Kritiek en Opbouw. Algemeen, Onafhankelijk en Vooruitstrevend Indisch Tijdschrift. Bandoeng (1938-1940).

Indies Memorandum I: Atjeh's Epos in Proza (H.C. Zentgraaff: Atjeh) I (1938) No. 15/16, 237-39.

Gorilla of Mens, 289; Indies Memorandum II: Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan... 291-95, I (1938) No. 19.

Tweede bijdrage tot kennis van de provincie. (De heer Z. aan het woord) I (1938) No. 20, 310-11.

Naschrift [bij een ‘Ingezonden Stuk’ van H.C. Zentgraaff] I (1938) No. 21/22, 336.

Indies Memorandum III: Sombere Reeks (Enkele Spoken uit de Provincie) I (1939) No. 23, 350-53.

Idem IV: Ontmoeting met Indonesiërs (Zijlicht op de provincie) I (1939) No. 24, 361-63.

Idem V: Een boekje over oude planters (Uit den Ouden Suikerpot. Herinneringen van den Kentjongkever) II (1939) No. 1, 11-12.

Idem VI: De poëzie van de Onzin, 24-26; Idem VII: Gesprek over een koloniaal verschijnsel II (1939) No. 2, 27-28.

Woord vooraf bij de volgende stukken [‘Ingezonden Stukken’ van Sg. Djojopoespito en Soejitno Mangoenkoesoemo] II (1939) No. 3, 38.

Indies Memorandum VIII: Geen gevaar voor Holland; Aankomst op

[p. 583]

Java, 56-58; Individueel [Naschrift bij een artikel van Soeroto] II (1939) No. 4, 62-63.

Idem IX: De eerste visite; Geen journalist; De grote Van Hurk. II (1939) No. 5, 74-76.

Idem X: Drie Dames en een Dichter II (1939) No. 6, 85-87.

Idem XI: Oude Indiese tijdschriften 105-07; Poezen en Honden II (1939) No. 7, 110.

Idem XI: Oude Indiese tijdschriften (Slot) II (1939) No. 8, 124-26.

Idem XII: Notities bij het artikel van Sjahrir II (1939) No. 9, 138-40.

Idem XII: idem (Slot) II (1939) No. 10, 154-56.

Idem XIII: Schoonmaak en schoonmaak; Aux armes, citoyens! II (1939) No. 11, 170-72.

Idem XIV: Geïllustreerde wijsheid; Voetballerswijsheid; Kolonisatorswijsheid II (1939) No. 12, 186-88.

Idem XV: P.P.C. (Brief aan een Indonesiër) II (1939) No. 13, 195-97.

‘Inlander’ of ‘Indonesiër’* II (1939) No. 18, 277.

Brieven uit Holland I, II (1939) No. 19, 298-300.

Idem I (Slot) II (1939) No. 20, 318-20.

Idem II, II (1940) No. 21-22, 335-38.

Idem III: Het boek van Prof. Bousquet (G.H. Bousquet: La politique musulmane et coloniale des Pays-Bas) II (1940) No. 23, 356-60.

Idem III (Vervolg) II (1940) No. 24, 373-76.

Idem III (Slot) III (1940) No. 1, 6-8.

Voorwoord voor een Indonesische roman (Soewarsih Djojopoespito: Buiten het Gareel) III (1940) No. 13, 194-97.

Ann. De tweede ‘Brief uit Holland’ is een antwoord op twee artikelen in de Indische pers, resp. over Du Perron's houding ten opzichte van de politiek en zijn terugkeer naar Nederland: van de scribenten is de tweede, en wel ‘tante Bettekee’ als J.F. Jordens Jr. (ps. van J. Veersema), redacteur van de toenmalige Bataviase courant De Ochtend-Post, geïdentificeerd. De ‘Brieven uit Holland’ zijn alle in Verzameld Werk VII, 359-475 herdrukt.

 

Het Hollandsch Weekblad. Brussel (1939)

Oudheden op West-Java I. Heilige Stenen in West-Java VII (1939) 25 Maart, no. 12, 13.

Idem II. In het hart van het oude rijk Padjadjaran VII (1939) 15 April, no. 15, 12.

De Versteenden op het land Tji-Koppo VII (1939) 29 April, no. 17, 11.

Echo's: Tegenklacht van het Perron. VII (1939) 13 Mei, no. 19.

 

Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde. 's-Gravenhage (1940)

Multatuli's Saïdjah-lied in het Maleis. Deel LXXX (1940) Afl. 1, 110-17.

[p. 584]

De Avondpost. 's-Gravenhage (1940)

Multatuli-Kabaal [Ingezonden Stuk] (1940) 16 Febr. Av.

 

De Nieuwe Kern. Haarlem (1940)

In deze Grootse Tijd (Eerste Reeks) VI (1940) No. 4, 109-20.

Een Frans geleerde over Holland's koloniale politiek 1, 2 (G.H. Bousquet: La politique musulmane et coloniale des Pays-Bas) VI (1940) No. 5, 150-57.

Idem 3, 4 (Slot) VI (1940) No. 6, 177-85.

 

Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Amsterdam (1940)

Multatuli's portretten (Met 12 reproducties) L (1940) Deel 99, April, 273-90.

 

De Fakkel. Batavia (1941)

Voorrede tot Van Kraspoekol tot Saïdjah. I (1941) April No. 6, 507-08.

 

De Brug-Djambatan. Maandblad van de Vereniging Nederland-Indonesië. Amsterdam (1946)

Zentgraaff, de oude Judas ook...* I (1946) Oct. No. 6, 12.

Somewhere; P.P.C. Vert. door Chairil Anwar. [Nederlands-Indonesische tekst] I (1946) Oct., No. 6, 12-13.

Brieven uit de Oude Doos: Brief van E. du Perron aan prof. J.H. Boeke, voorzitter van het Indisch Genootschap*. Ingeleid door F.B. [F.E.A. Batten] I (1946) Dec., No. 8, 19.

Ann. Het hekeldicht, naar aanleiding van de dood van H.C. Zentgraaff, aan Indische kennissen gezonden, wordt geciteerd in een bespreking van Indies Memorandum door Fred Batten. De brief aan prof. Boeke van 17 Januari 1940 werd uit de nalatenschap voor het eerst gepubliceerd.