E. du Perron
aan
J. van der Woude

Bandoeng, 2 juni 1939

Geachte Heer Van der Woude,6117

Ingevolge uw verzoek zend ik u hierbij een ‘scheepsjournaal’, dat geheel ongepubliceerd is. Mocht het niet groot genoeg zijn, dan kan ik u misschien nog wel wat artikelen, notities of zoo zenden, om de 8 vel vol te maken. Maar liefst zag ik dit apart en zonder meer uitgegeven; vooral met het oog op een nieuw boek over Indië,6118 waarvan dit dan de ‘inleiding’ zou zijn.

Ik moet u echter erbij zeggen dat ik het auteursrecht niet afsta. Ik neem dus aan dat de uitgever Veen mij fl. 15 per vel geeft voor één druk van 1000(?) exemplaren. Het aantal hebt u mij niet geschreven, maar het zal wel 1000 of 1200 zijn, niet?

Graag nog eenig bericht van u. Tot 1 Juli a.s. is mijn adres: Wajanglaan 25, Bandoeng. Daarna is het het best om corresp. weer naar den uitgever Nix te adresseeren (Landraadweg 3, Bandoeng). In Augustus, uiterlijk in September, hoop ik op de terugreis te zijn naar Europa.

Met hoogachting uw dw.

EduPerron

De ‘copy’ gaat per gewone mail.

Bandoeng, 2 Juni 1939.

6117Deze eerste brief van DP aan de schrijver en criticus Johan van der Woude (1906-1979) is een antwoord op diens verzoek om kopij voor een boekje in de Prominentenreeks van L.J. Veen's uitgevers-maatschappij n.v. te Amsterdam, die door hem werd geredigeerd. Het scheepsjournaal van Arthur Ducroo (Vw 5, p. 287-369) dat DP op zijn reis naar Nederlands-Indië in het najaar van 1936 had geschreven, zou eerst in 1943 in deze serie worden gepubliceerd.
6118Het nooit geschreven ‘Terug en terug’.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie