E. du Perron
aan
F.R.J. Verhoeven

Rantjasoeni, 23 juni 1938

Rantjasoeni, 23 Juni.

Beste Verhoeven,

Gelijk hiermee gaat mijn antwoord naar 't Landsarchief. Ik heb inderdaad nog nooit over deze zaak gehoord,5436 en het is duidelijk dat de grafschenner5437 hier bron is geweest. De zaak schijnt zich nu tegen jou te richten, ik arme word maar aanleiding, helaas! Het is het moment om definitief af te rekenen met dit tuig. Kàn ik je plezier doen met het schrijven van een artikel (bv. in de Ind. Crt.?), ik ben bereid. Maar ik vrees dat het - op het oogenblik - de boel juist bederven kan. We beraadslagen hierover wel als we elkaar terugzien. Bep en ik gaan Zaterdag met den trein van 5 uur uit Bandoeng, dus ± 8 uur weer thuis. Je zou ons dus Zaterdagavond al kunnen ‘treffen’. Overigens, ik heb nagenoeg niets aan deze vacantie gehad, ben doorloopend ziek geweest: griep, spru etc. Heb ook niets kunnen afwerken van mijn schrijfprogramma.

Heeft Wies Perelaer mijn postblad ontvangen?5438 ik zond die nl. naar 't Archief. Tot ziens. Hartelijke groeten, ook aan Ellen, van je

EdP.

5436In De ochtendpost van 18 juni 1938 had Van der Kop in een hoofdartikel ondertekend met ‘Du Califou’ de hoop uitgesproken dat Verhoeven stukken van het Landsarchief zou doen terugkeren die onder zijn voorganger uit het archief waren verdwenen. DP werd ervan beschuldigd herhaaldelijk afwezig te zijn.
5437P.C. Bloys van Treslong Prins.
5438L. Perelaer, collega van DP op het Landsarchief. Brieven aan haar zijn niet teruggevonden.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie