E. du Perron
aan
F.E.A. Batten

Batavia, 29 mei 1938

Batavia, 29 Mei '38.

Beste Freddy,

Als je een ideetje wil hebben van de aangename kanten van het indische leven, ga dan naar Ter Braak (niet te lang wachten, anders is het papier de prullemand in, vrees ik) en vraag hem het knipsel dat ik hem zond uit de Indische Courant.5397 Je zult er ‘deugd’ van hebben.

Ik zend je eerlang Het Sprookje van de Misdaad, d.w.z. dat Kolff je dat (wschl.) zenden zal, want ik gaf je op als ‘recensent’.

Per 1 Juni ben ik weg van 't Archief. Van 1-15 Juni ongeveer zit ik in een eindexamen-commissie hier ‘op’ Batavia en daarna ga ik òf weer even op 't Archief daggeld verdienen òf ik ga naar mijn vriend ‘Taco Odinga’5398 in het Bandoengsche. Hij is daar nu administrateur geworden van Rantja Soeni. Van 1-15 Juli ga ik verwoed en dagelijks Oud-Batavia bestudeeren, afrijden, afloopen, - zoo God het wil. Na 15 Juli zijn wij uit dit huis weg, want dat moet, en dan?.... Voorloopig niets dan plannen en onzekerheid.

Nu is één van die plannen het volgende. De uitgever Nix in Bandoeng voelt bepaald enthousiast veel voor die bloemlezing uit de koloniale belletrie waar ik al zoo lang over denk. Hij wil zelfs veel portretten, platen, teekeningen, enz! Het 1e deel wordt wschl. 300 blzn. en zal bevatten den tijd van Kraspoekol (1780) tot-en-met Multatuli's Saïdjah. Als het boek succes heeft komt er een 2e deel: van Multatuli t/m 1900 ongeveer, en een 3e (van 1900 tot nu).5399 Gaat dit goed en kunnen wij in Bandoeng goedkoop wonen, dan trekt mij dit werk wel aan en kan ik er misschien zelfs wat aan verdienen. Verder bestaan er nog altijd plannen voor een Ned.-Indisch tijdschrift, waarvan ik redactie-secretaris zou zijn, gesalarieerd.

Maar nu eerst die belletrie. Alweer kom ik je hulp vragen. Er bestaat een roman uit 1806-1809, genaamd De Steenbergsche Familie, van Bruno Daalberg (pseud.v. Ps. de Wacker van Son). Daarin komt een episode (?) voor over een indische jongen, genaamd Sinjo Monjet.5400 't Zal wel goedkoop zijn, maar misschien op platte manier niet onvermakelijk en misschien is 't wel de eerste maal dat de Indo daarmee onze literatuur binnenwandelt. Nu zijn er 2 dingen te doen. Je vraagt dat boek, kijkt het in - het zijn 4 dln! - en ontdekt de S.M. Is het werkelijk wel grappig en is de episode afgerond en makkelijk eruit te lichten, laat die dan voor me overtikken en beschrijf me even wat eraan vastzit. Is het lastig, omdat er echt gekozen moet worden, signaleer mij dan zoo gauw mogelijk de dln. of het deel waarin de S.M. voorkomt, dan laat ik het boek aanvragen door 't Bat. Genootschap. - Nog een andere mogelijkheid zou zijn: het boek 2e h. te koopen, als 't niet te duur is. Dat spaart tikkosten uit en geeft grootere zekerheid. Maar ik vrees dat het boek of onvindbaar of duur zal zijn. - Dank!

Ik vond nieuwe dokumenten over Mult., die ik aan de reeds gevondene toevoegde. Ik ben zelfs bang dat het rijkelijk veel wordt, want dit alles is wel merkwaardig maar noch werkelijk boeiend noch belangrijk. In ieder geval, die portie is ook naar Nix en ik schrijf op de proeven - die ik gedeeltelijk reeds kreeg - nog van alles erbij. Die portretepisode echter is compleet vervallen, sinds de photo's die je me zond.

Je brochure is en blijft onvindbaar. Ik vroeg Brugmans (met wien ik kennis maakte en die een alleraardigst iemand is) naar een overdruk. Hij zou zoeken, maar tot dusver heb ik niets meer gehoord. Een nr. van Koloniale Studiën kost even f 3.50! Wil je 't ding erg graag hebben, dan heb ik dat graag voor je over en zal het nr. bestellen, maar heb je 't alleen maar even noodig, dan kan je 't misschien wel afdoen met een ex. uit een bibliotheek. Het komt voor in Kol. Studiën van begin 1937,5401 meen ik dat Brugmans zei. Gaf ik het je den vorigen keer niet op?

Graag spoedig antwoord hierover en over wat je nog van mijn art. in 't B.N. ontbreekt. Dwz. geef alle data op van wat je wèl hebt, dan zorg ik voor de rest.

Hartelijke groeten, ook aan Rudie en je moeder die zich zooveel moeite voor me geeft, - steeds je

E.

P.S. - O, nog iets. Er bestaat een portret v. Multatuli van 1865, gemaakt door Mitkiewicz te Brussel. Dit portret is erg bekend, maar er zijn twee lezingen van: een litho en een photo. Nu wordt altijd de litho afgedrukt. Bestaat de foto in 't Mult.-Museum5402 en zou Sjeu mij daar een reprod. van kunnen bezorgen? Zoo ja, graag.

5397Een hoofdartikel, ‘'s Lands archief’ (met ondertekening v.d.K.), uit de in Soerabaja verschijnende Indische courant van 23 mei 1938, waarin G.G. van der Kop (1892-1939), die eerder als mede-sollicitant van DP op het Landsarchief was afgewezen, een aanval deed op het Landsarchief en DP's positie daar. Van der Kop en mr. Bloys van Treslong Prins hadden samen zitting in het bestuur van een genealogisch-heraldische kring en in de redactie van het kringorgaan De Indische navorscher. DP sloot dit stuk in bij zijn brief aan Ter Braak van 29 mei 1938 (3469 (1085), Bw TB-DP 4, p. 321-325) en die aan Greshoff van dezelfde datum (3470).
5398De naam waaronder Adé Tissing voorkomt in Het land van herkomst.
5399Van deze drie bloemlezingen verscheen alleen De muze van Jan Companjie, Overzichtelike verzameling van Nederlands-Oostindiese belletrie uit de companjiestijd (1600-1780). Samengesteld door E. du Perron. Bandoeng: Nix 1939. De inleidingen bestemd voor de tweede bloemlezing zijn onder de oorspronkelijke titel ‘Van Kraspoekol tot Saïdjah’ opgenomen in Vw 7, p. 173-302.
5400Cornelis Monjet is één van de hoofdpersonen in B. Daalberg, De Steenbergsche familie. Den Hage 1806-1809. 4 dln.
5401I.J. Brugmans (1896-1992), historicus, secretaris van het departement van Onderwijs en Eredienst.
5402Zie Vw 4, p. 666 nr. 6 en 7.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie