E. du Perron
aan
G.O. Tissing

Tjitjoeroeg, 9 september 1937

Beste Dé,

Ik ben blij dat ik weer bericht van je heb. Dat antwoord van je is nl. nooit hier gekomen. Daarom wist ik tot op heden ook niets af van Lockhart. Stuur me British Agent, als je ermee klaar bent (geen haast, ik heb nù zelf geen tijd ervoor). Als je gewacht had met Return te bestellen, had je 't van mij kunnen krijgen, want ik heb het nu (van Ritman). Enfin, het zal je niet spijten, denk ik.

Het is prettig, te hooren dat je het wel druk hebt, maar niet ziek bent. Verhoeven, die een vriend is van Feicko, vertelde me onlangs nl. dat jij - een broer van Feicko althans - onlangs goed ziek was geweest: zware typhus of zoo. Ofschoon ik begreep dat dit een oud of los gerucht kon zijn, maakte ik me toch wat ongerust, vooral omdat ik geen antwoord had gehad. Ik moet af en toe weten dat je er nog bent. Je moet niet vergeten dat je de eenige bent hier, in Indië, op wie ik 100% gesteld ben; alle anderen zijn ‘wel geschikt’ of ‘vallen mee’, als ze tenminste niet tegenvallen - de bekrompen engheid van die totoks hier in Indië is me soms onverdragelijk; ik heb dan gewoon het gevoel dit ik me encanailleer door nog met ze om te gaan, - en hoe dan ook, ik ken 2 of 3 menschen op wie ik wel een beetje gesteld ben, maar werkelijke vrienden heb ik, op jou na, hier niet meer. Ook Ferdy, hoe aardig ik hem ook vind, is toch wel van me afgedreven (of ik van hem).

Het is op 't oogenblik heerlijk hier in Tjitjoeroeg, 's middags en 's morgens in den tuin. Ik werk hard en, ik geloof, ook wel goed. Maar ik ben toch niet seneng, ik voel me niet meer op mijn plaats in Indië, als vroeger. Vroeger had ik een vanzelfsprekend centrum in het leven: een tehuis; verder vrienden, zooals wij vroeger waren, ook al waren we niet bij elkaar, met zoo'n ‘driemusketiers gevoel’ als band. Nu is dit alles weg. Wij zijn ouder geworden (jij het minst van allen), dat voel je ook in de vrienschap. We hebben niet meer dezelfde belangen gemeen. En voor mij wordt dit nog gecompliceerd door mijn positieloosheid. Als ik alleen was, zou me dit niet voor een kwart zooveel kunnen schelen, maar met vrouw en kind wel; vooral met een vrouw die eig. ziek is. Ik verwacht alles van Batavia, en zie er tegelijk tegenop; ook al omdat alles daar zoo duur is.

Naar Pasar Gambir en zoo zijn we niet geweest, deels uit zuinigheid, deels omdat Bep direct dood-op is. Stuur dus ook de auto niet: we zouden in verleiding komen tochten te maken, en benzine is duur. Als we op Batavia zijn, zullen we ons erg koest moeten houden met mijn f 160 's maands, want ik ben niet van plan me door iedereen te laten trakteeren en zelf ieder dubbeltje 3 × te bebidden voor ik 't uitgeef; trouwens, dat kàn ik niet. - Voilà. Als je weer eens eruit kan, kom dan met Ira hier en blijf een dag of twee minstens. Hartelijk gegroet van ons 3, ook groeten aan Ira. Steeds je

E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie