E. du Perron
aan
H. Samkalden

Tjitjoeroeg, 27 augustus 1937

Tjitjoeroeg, 27 Aug. '37.

B.S.,

Dit week-end is Groeneveldt hier, volgend week-end de Binnertsen, die wij destijds hebben moeten afbestellen vanwege ‘ziekte’ van Alain. Kijk dus wat je doet; je bent natuurlijk ook door-de-week welkom, zelfs als dronken moejik.4857

Ik las Romein's Lage Landen nu van a tot z, en er zijn weinig boeken, in den laatsten tijd, waar ik zooveel aan ‘gehad’ heb, maar mag Verhoeven nu niet dat kleine beetje over R. zeggen? Het is mijn a.s. chef, dus ik mag hem niet verdedigen; - maar je weet dat ik altijd voor een zekere vrijheid van meeningsuiting geweest ben; en wat V. van R. zei, leek mij veel meer een manier van beginnen om tot zijn eig. onderwerp te komen, dan een werkelijke aanval. Hij wou betoogen dat de koloniën ook in de geschiedenis steeds achtergezet worden, wat een sympathieke stelling is; en dat slothoofdst. wàs het beste v.R. niet. Dit wil niet zeggen dat jij je meening nu niet moet zeggen; ook daarin ben ik ‘voor de vrijheid’!4858

Onvoltooid Verleden zou ik graag lezen, inzien althans. Vooral een opstel over Bilderdijk als geschiedschrijver, dat ik erin zag staan.4859 Neem je 't eens voor me mee?

Plezier met je ‘amateur-acting’; en tot spoedig ziens, hoop ik. Je

E.

P.S. Mijn Multatuli-proeven waren hier; ik ben wee van het nakijken!

4857Mogelijk een toespeling op een rol van Samkalden, die regelmatig optrad in amateur-toneelopvoeringen.
4858Vgl. Bw TB-DP 4, p. 187: ‘De zaak zit zoo: mijn a.s. “chef”, Dr. Verhoeven van 't Landsarchief, heeft in een blad dat hier uitkomt (Koloniale Studiën) een stukje geschreven over geschiedk. voorlichting betreffende koloniën, en daarin een héél klein beetje Romein aangevallen. Waarop Samkalden héél kwaad is geworden, en verklaard heeft dat Verhoeven - studiegenoot van hem - een kwajongen is, die nog niets heeft gepresteerd en dus een uiterst bescheiden bek in acht te nemen heeft tegenover Romein.’
4859‘Bilderdijk als geschiedschrijver’. In J. Romein, Het onvoltooid verleden, Kunsthistorische studies. Amsterdam 1937, p. 230-240.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie