E. du Perron
aan
J. Greshoff

Parijs, 5 december 1935

Parijs, 5 Dec. '35.

Beste Jan,

Je brief gevonden bij thuiskomst. Dat ik het boek van Hein nog kreeg schreef ik je al. Wat dat gezeur met Gr. Ned. betreft, inderdaad voor de eer of zoo hoef je 't niet te doen. Maar het is op het oogenblik ons eenig orgaan. Waar moeten menschen als wij anders nog aan het woord komen? Henny heeft Querido gepolst over een eigen tijdschrift, maar Q. vertikte het. De V. Bladen? dat stroomt nu vol ‘andere lieden’.

Gelukkig dat de hoofdpijn over is. Die heb ik nu, want Alijntje sukkelt met zijn tandjes en houdt bei zijn ouders uit de slaap.

Heb je dat stuk over Van Leeuwen nog geschreven? Zoo ja, wil je het mij eens sturen? En schrijf jij ergens nog over De Korte Baan?

Wil je Henri Mayer die fl. 16. nog eens sturen die je hem (volgens zijn zeggen) niet gegeven hebt? Mijn rekening daar begint erg op te loopen. - Voor 300 frs. per maand zegt Bep, vind je wschl. niets hier. Maar je kan het probeeren, de vraag is wàt je krijgt. Ik heb het erg druk met ‘studeeren’ en nu weer menschen zien.

Hartelijke groeten onder ons 4, hand van

je E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie