E. du Perron
aan
J. Greshoff

Bellevue, 4 augustus 1933

Bellevue, Vrijdag.

Beste Jan,

Dank voor je brief. Zend mij het proza des heeren Bouws terug. Graag rapport van Rien, Aty over Gille. Hoe gaat het nu toch met Simone? Ik zond haar 2 × 100 fransche frs., meer gaat voorloopig niet; maar ik kreeg geen antwoord meer.

Monfreid nog eens schrijven kàn ik niet. Wel wil ik de 3 artikelen van de N.R.C. gewoon bij elkaar zetten, en hier en daar wat schrappen of er iets aan toevoegen, en dan de boel vermeerderen met een nieuw stuk over het laatste boek. Maar kan dat zoo? Het lijkt me niet eerlijk tegenover Coenen.

Misschien is Blessebois wel iets voor Gr. Nederl., als het af is. Ik kan het wel wat bekorten. Ik zal het je in ieder geval sturen.

Iets anders is: wil jij Bouws schrijven dat hij jou mijn artikel zendt over Java in de litteratuur.2824 Lees het dan, en als het je geschikt lijkt voor Gr.Ned., plaats dat dan zoo gauw mogelijk (bv. September). In Forum schrijf ik makkelijker iets anders. - Het stuk is misschien iets langer dan 10 blzn., maar toch niet veel. Wil je Bouws erom vragen - zeg dat het voor jou persoonlijk is, dat je het noodig hebt ter eigen bestudeering of zoo - ik heb met den man liever niets meer van doen, hoe onpractisch dat ook lijkt.

Vic is werkelijk niet erg aardig, laat allerlei rotzooi van Otten en Huber Noodt (over boeken die later verschenen zijn) voorgaan, en werkt Bep weg onder gekal van juffrouw of mevrouw Zoo-en-Zoo-Nijhoff en van Petronella van Hogendorp.2825 Ik gaf er wat voor als ik eindelijk van dit courantierswerk met al dat gestrubbel om plaatsing af ben: het geeft me een te verwarde kijk op ‘verhoudingen’. Als Vic nu ook al niet inziet dat onze stukjes toch werkelijk nog wel een graadje beter zijn, wie dan wel?

Ik heb gisteren alles aan kant gezet en ben weer begonnen aan Ducroo. Ik schreef 12 blzn., die misschien nog beter zijn dan het gesprek met Heverlé. Vandaag vervolg en slot van dat deel. - En ik ga er nu maar mee voort. Als ik eind September het heele 2e deel af krijg, stuur ik het ms. naar Van Kampen en vraag hem bv. fl. 100. voorschot; in October gaan Bep en ik dan 2 maanden in een goedkoop provinciegat zitten en ik schrijf de rest - of zooveel mogelijk van de rest. Het gaat op broodschrijverij lijken, maar zoolang ik de stof heb van deze dingen, is het voor mij minder vermoeiend, èn geestdoodend, èn vernederend, dan het bakken van 3e-rangs-copy, die overal nog half versmaad wordt.

En o ja, je krijgt je zin: de heele rotzooi van de mevrouwen Vincent, Van Gogh, van Ina en Herbert, en van het wonen in de Vossius-straat ga ik ook verwerken. Nous en ferons du Tchtchedrine, mon cher!*

Schrijf eens meer en over jezelf. Wat doe je? hoe voel je je? Hoe is het met Aty, na het gebeurde in Holland? met de jongens? Ik verlies je uit het oog en vind dat verre van prettig. Bep zendt vele lieve groeten en beste wenschen en maakt een paar knicks voor jullie allen. Groeten ook van mij, en aan Hennie en Rien,

je E.

Ingesloten een brief voor Hennie. De tijdschriftenlijst gaat spoedig terug.

P.S. - Ik heb de brief aan Henny expres zóó gesteld, dat hij hem eventueel aan Meulenhoff - ach, ik bedoel Querido! - vertoonen kan.

2824Geplaatst in De gids 97 (1933) 12 (december), p. 335-347.
2825J.F. Otten, U. Huber Noodt, E. van Hall-Nijhoff en Petronella van Hogendorp waren literaire medewerkers van de NRC.
*Dit deel noem ik misschien: HET GEKKENHUIS.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie